Studie Pagina Chavoerah Maqor

Mattheus 5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen.

3551 nomos

gebruik, gewoonte, wet; van het recht in het algemeen van goddelijke wetten van een kracht of invloed die tot actie aanzet

van de Mozaïsche wet; van de boeken die de wet bevatten van de Pentateuch van de oudtestamentische geschriften in het algemeen

Genesis 26:5 Omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.

8451 torah

gewoonte(n), instructie(s), regelgeving(en), leer, lering(en)

Komt van 3384 yarah of yara

gooien, schieten boogschutters, geschoten, geworpen, gericht, instrueren, geïnstrueerd, instructie, gelegd, punt(en), regen, zet(ten), schieten, schot, doorgeschoten, getoond, onderwezen, onderwijzen, leraar, worpen, water geven

shama b’qoliy = gehoorzaamde mijn stem
yishmor mishmarty, mitzwotay, chuqotay, torotay = beschermde mijn, voorwaarden, statuten, leringen

2647 kataluó

afschaffen, vernietigen, vernietigd, onderdak zoeken, gast, omverwerpen, omverwerpen, afbreken, afgebroken

Het woord ‘afschaffen’ was waarschijnlijk levatel, tenietdoen, of la’akor, ontwortelen, wat betekende dat de Thora werd ondermijnd door deze verkeerd te interpreteren. De wet tegen overspel zou bijvoorbeeld geïnterpreteerd kunnen worden als alleen over het bedriegen van de partner, maar niet over pornografie. Toen Jezus verklaarde dat lust ook een overtreding van het gebod was, verduidelijkte hij de ware bedoeling van die wet, zodat hij, in rabbijns taalgebruik, ‘de wet vervulde’.

De uitdrukking ‘de wet vervullen’ is een (rabbijns) idioom is. Het wordt op verschillende andere plaatsen in het Nieuwe Testament en ook in Joodse uitspraken aangetroffen.

4137 pléroó

volbrengen, volbracht, ruimschoots voorzien, naderend, voltooid, verstreken, gevuld (3), gevuld, vervuld, volledig uitgevoerd, volledig gekomen, volledig gepredikt, toenemend (1), compleet gemaakt, vol gemaakt, maak…vol, maak…voltooid, geslaagd, voorraad

1. De vertaling van “vervullen” is lekayem in het Hebreeuws (le-KAI-yem), wat betekent: handhaven of vestigen, maar ook vervullen, voltooien of volbrengen. De uitdrukking ‘de Wet vervullen’ vaak wordt gebruikt als idioom om aan te geven dat de Thora op de juiste manier moet worden geïnterpreteerd, zodat mensen deze kunnen gehoorzamen zoals God het werkelijk bedoeld heeft.

2. De uitdrukking ‘de wet vervullen’ heeft nog betekenis, namelijk het uitvoeren van een wet, feitelijk doen wat er staat.

Deze twee betekenissen van ‘vervullen’ werpen licht op Jezus’ woorden in Matteüs 5:19:

…Iedereen die een van de kleinste van deze geboden overtreedt en anderen leert hetzelfde te doen, zal de kleinste worden genoemd in het koninkrijk der hemelen, maar wie deze geboden ook praktiseert en onderwijst, zal groot worden genoemd in het koninkrijk der hemelen.

Hier zijn de twee acties van ‘het doen’ en ‘anderen leren hetzelfde te doen’ een exacte parallel met de twee idiomatische betekenissen van ‘vervullen’. De woorden ‘afbreken’ en ‘anderen leren afbreken’ zijn daarentegen de idiomatische betekenissen van ‘afschaffen’.

Met dit in gedachten kun je zien dat Mattheüs 5:19 parallel loopt met, en een uitbreiding vormt, van Jezus’ woorden over het vervullen en afschaffen van de Torah in Mattheüs 5:17. Als we dit idioom begrijpen, zien we dat Jezus nadrukkelijk verklaarde dat het zijn bedoeling was om Gods Woord uit te leggen en het volmaakt na te leven, en niet om het te ondermijnen of te vernietigen.

Waarom benadrukte Jezus dit punt? Hoogstwaarschijnlijk omdat de joodse religieuze leiders hem ervan hadden beschuldigd de Thora in zijn prediking te ondermijnen. Jezus antwoordde dat hij Gods wet niet verkeerd interpreteerde, maar hoe deze het beste begrepen moest worden.

Bovendien, als zijn discipelen het kleinste gebod zouden verdraaien of verkeerd interpreteren, zouden zij in zijn koninkrijk als “minst” worden beschouwd. De hele bediening van Jezus als rabbijn was gewijd om de kern van Gods Thora te laten zien door wat hij zei en hoe hij er naar leefde.

Merk op dat Jezus bij minstens één gelegenheid dezelfde beschuldiging tegen de Farizeeën uitte. Hij beschuldigde hen ervan de wet om iemands moeder en vader te eren nietig te verklaren door te zeggen dat bezittingen die als corban (opgedragen aan God) waren verklaard, niet konden worden vrijgegeven om iemands bejaarde ouders te onderhouden (Marcus 7:11-12).

Jezus vervulde de wet door deze volmaakt te gehoorzamen. Maar als rabbijn ‘vervulde’ hij het ook door de betekenis ervan te verduidelijken en mensen te informeren over hoe God werkelijk wilde dat ze zouden leven.

Mattheus 5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden, maar om te vervullen. 18 Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied. 19 Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen. 20 Want Ik zeg u: Indien uw gerechtigheid niet overvloedig is, meer dan die der schriftgeleerden en Farizeeen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan.

Mattheus 23:23 Wee u, schriftgeleerden en Farizeeen, gij huichelaars, want gij geeft tienden van de munt, de dille en de komijn en gij hebt het gewichtigste van de wet verwaarloosd: het oordeel en de barmhartigheid en de trouw.

Mattheus 23:23:28 Zo ook gij, van buiten schijnt gij de mensen wel rechtvaardig, doch van binnen zijt gij vol huichelarij en wetsverachting.

Mattheus 24:12 En omdat de wetsverachting toeneemt, zal de liefde van de meesten verkillen.

Lucas 16:16 De wet en de profeten gaan tot Johannes; sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin. 17 Gemakkelijker zouden hemel en aarde vergaan, dan dat er van de wet een tittel zou vallen.

Lucas 24:44 Hij zeide tot hen: Dit zijn mijn woorden, die Ik tot u sprak, toen Ik nog bij u was, dat alles wat over Mij geschreven staat in de wet van Mozes en de profeten en de psalmen moet vervuld worden.

Romeinen 2: 2:12 Want allen, die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan; en allen, die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden; 2:13 Want niet de hoorders der wet zijn rechtvaardig bij God, maar de daders der wet zullen gerechtvaardigd worden. 2:14 Wanneer toch heidenen, die de wet niet hebben, van nature doen wat de wet gebiedt, dan zijn dezen, ofschoon zonder wet, zichzelf tot wet; 2:15 Immers, zij tonen, dat het werk der wet in hun harten geschreven is, terwijl hun geweten medegetuigt en hun gedachten elkander onderling aanklagen of ook verontschuldigen, 2:18 Zijn wil kent, weet te onderscheiden waarop het aankomt, daar gij onderricht in de wet geniet, 2:20 Een opvoeder van onverstandigen en een leermeester van onmondigen, daar gij in de wet de belichaming der kennis en der waarheid bezit, 2:23 Die u op de wet beroemt, onteert gij God door uw overtreden van de wet? 2:25 Want besneden te zijn heeft wel betekenis, indien gij de wet volbrengt, maar indien gij een overtreder van de wet zijt, is uw besnijdenis tot onbesnedenheid geworden. 2:26 Zal dan, indien de onbesnedene de eisen der wet in acht neemt, zijn onbesnedenheid niet voor besnijdenis gelden? 2:27 Dan zal de van nature onbesnedene, doordat hij de wet volbrengt, u oordelen die, hoewel in het bezit van letter en besnijdenis, een overtreder van de wet zijt.

3:19 Nu weten wij, dat de wet, bij al wat zij zegt, tot hen spreekt, die onder de wet zijn, opdat alle mond gestopt en de gehele wereld strafwaardig worde voor God, 3:20 Daarom, dat uit werken der wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd zal worden, want wet doet zonde kennen. 3:21 Thans is echter buiten de wet om gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, 3:27 Waar blijft het roemen dan? Het is uitgesloten. Door welke wet? Der werken? Neen, maar door de wet van geloof.

4:13 Want niet door de wet had Abraham of zijn nageslacht de belofte, dat hij een erfgenaam der wereld zou zijn, maar door gerechtigheid des geloofs. 4:14 Want indien zij, die het van de wet verwachten, erfgenamen zijn, dan is het geloof zonder inhoud en de belofte zonder gevolg. 4:15 De wet immers bewerkt toorn; waar echter geen wet is, is ook geen overtreding.

5:13 Want reeds voor de wet was er zonde in de wereld. Maar zonde wordt niet toegerekend, als er geen wet is. 5:20 Maar de wet is er bijgekomen, zodat de overtreding toenam; waar evenwel de zonde toenam, is de genade meer dan overvloedig geworden,

7:1 Of weet gij niet, broeders,, ik spreek immers tot wie de wet kennen) dat de wet heerschappij voert over de mens, zolang hij leeft? 7:2 Want de gehuwde vrouw is door de wet aan haar man gebonden, zolang deze leeft; wanneer echter de man sterft, is zij ontslagen van de wet, die haar aan die man bond. 7:4 Bijgevolg, mijn broeders, zijt ook gij dood voor de wet door het lichaam van Christus om het eigendom te worden van een ander, van Hem, die uit de doden opgewekt is, opdat wij Gode vrucht zouden dragen. 7:5 Want toen wij in het vlees waren, werkten de zondige hartstochten, die door de wet geprikkeld worden, in onze leden, om voor de dood vrucht te dragen; 7:6 Maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter. 7:7 Wat zullen wij dan zeggen? Is de wet zonde? Volstrekt niet! Ja, ik zou de zonde niet hebben leren kennen, tenzij door de wet; immers, ook van de begeerlijkheid zou ik niet geweten hebben, indien de wet niet zeide: gij zult niet begeren. 7:8 Maar uitgaande van het gebod, wekte de zonde in mij allerlei begeerlijkheid op; want zonder wet is de zonde dood. 7:12 Zo is dan de wet heilig, en ook het gebod is heilig en rechtvaardig en goed. 7:14 Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde. 7:16 Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is. 7:22 Want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, 7:23 Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is.

8:2 Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. 8:3 Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees; God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees, 8:4 Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest. 8:7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet:

9:31 Doch Israel, hoewel het een wet ter gerechtigheid najaagde, is aan de wet niet toegekomen.

10:5 Want Mozes schrijft: De mens, die de gerechtigheid naar de wet doet, zal daardoor leven.

13:8 Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld.

1 Korinthiërs 9:8 Spreek ik hier soms van menselijk standpunt, of spreekt ook de wet niet van deze dingen? 9:9 Want in de wet van Mozes staat geschreven: Gij zult een dorsende os niet muilbanden. Bemoeit God Zich soms met de ossen? 9:20 En ik ben voor de Joden geworden als een Jood, om Joden te winnen; hun, die onder de wet staan, als onder de wet (hoewel persoonlijk niet onder de wet) om hen, die onder de wet staan, te winnen; 9:21 Hun, die zonder wet zijn, ben ik geworden als zonder wet (hoewel niet zonder de wet van God, want ik sta onder de wet van Christus) om hen, die zonder wet zijn, te winnen.

14:21 In de wet staat geschreven: Door lieden van een andere taal en door lippen van vreemden zal Ik tot dit volk spreken, en toch zullen zij naar Mij niet luisteren, zegt de Here. 14:34 Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt.

Galaten 2:16 Wetende, dat de mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken der wet, maar door het geloof in Christus Jezus, zijn ook zelf tot het geloof in Christus Jezus gekomen, om gerechtvaardigd te worden uit het geloof in Christus en niet uit werken der wet. Want uit werken der wet zal geen vlees gerechtvaardigd worden. 2:19 Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. 2:21 Ik ontneem aan de genade Gods haar kracht niet; want indien er gerechtigheid door de wet is, dan is Christus tevergeefs gestorven.

3:10 Want allen, die het van werken der wet verwachten, liggen onder de vloek; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die zich niet houdt aan alles, wat geschreven is in het boek der wet, om dat te doen. 3:11 En dat door de wet niemand voor God gerechtvaardigd wordt, is duidelijk; immers, de rechtvaardige zal uit geloof leven. 3:12 Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven. 3:13 Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden; want er staat geschreven: Vervloekt is een ieder, die aan het hout hangt. 3:18 Immers, als de erfenis van de wet afhangt, dan niet van de belofte; en juist door een belofte heeft God aan Abraham zijn gunst bewezen. 3:21 Is de wet dan in strijd met de beloften Gods? Volstrekt niet! Want indien er een wet gegeven was, die levend kon maken, dan zou inderdaad uit een wet de gerechtigheid voortgekomen zijn. 3:23 Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. 3:24 De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden.

4:5 Om hen, die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij het recht van zonen zouden verkrijgen. 4:21 Zegt mij, gij, die onder de wet wilt staan, luistert gij niet naar de wet?

5:3 Nogmaals betuig ik aan ieder, die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de gehele wet na te komen. 5:4 Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij. 5:14 Want de gehele wet is in een woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 5:23 Tegen zodanige mensen is de wet niet.

6:2 Verdraagt elkanders moeilijkheden; zo zult gij de wet van Christus vervullen.

Efeze 2:15 Doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot een nieuwe mens te scheppen,

Filippenzen 3:6 Een Hebreeer uit de Hebreeen, naar de wet een Farizeeer, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente, naar de gerechtigheid der wet onberispelijk.

1 Timotheüs 1:7 Zij willen leraars der wet zijn, zonder ook maar te beseffen wat zij zeggen of waarover zij zo stellig spreken. 1:8 Wij weten, dat de wet goed is, indien iemand haar wettig toepast, 1:9 Wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers,

Titus 3:9 Maar dwaze vragen, geslachtsregisters, twist, en strijd over de wet moet gij ontwijken, want dat is nutteloos en doelloos.

Hebreeën 7:5 Nu hebben zij, die uit de zonen van Levi het priesterambt verkrijgen, volgens de wet wel de opdracht tienden te heffen van het volk, dat is, van hun broeders, hoewel dezen uit de lendenen van Abraham zijn voortgekomen; 7:11 Indien nu het Levitische priesterschap het volmaakte gebracht had (immers, daaronder heeft het volk de wet ontvangen), waarom was het dan nog nodig, dat een andere priester naar de ordening van Melchisedek opstond, van wie niet gezegd werd, dat hij naar de ordening van Aaron is? 7:16 Die dit niet geworden is krachtens een wet met een voorschrift betreffende vleselijke [afkomst], maar krachtens een onvernietigbaar leven. 7:19 (Immers de wet heeft in geen enkel opzicht het volmaakte gebracht) maar thans wordt een betere hoop gewekt, waardoor wij nader tot God komen. 7:28 Want de wet stelt als hogepriester mensen, die met zwakheid behept zijn, maar het plechtige woord van de eed, die na de wet kwam, stelt de Zoon, die in eeuwigheid volmaakt is.

8:4 Indien Hij nu op aarde was, dan zou Hij niet eens priester wezen, daar er [hier] [reeds] zijn om volgens de wet de gaven te offeren.

9:19 Want nadat door Mozes elk gebod volgens de wet aan al het volk was medegedeeld, nam hij het bloed der kalveren en der bokken met water, scharlaken wol en hysop en besprengde het boek zelf en al het volk, 9:22 En nagenoeg alles wordt volgens de wet met bloed gereinigd, en zonder bloedstorting geschiedt er geen vergeving.

10:1 Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken. 10:8 In de aanhef zegt Hij: Slachtoffers en offergaven, brandoffers en zondoffers, hebt Gij niet gewild, noch daarin een welbehagen gehad, hoewel zij naar de wet gebracht worden. 10:28 Indien iemand de wet van Mozes terzijde heeft gesteld, wordt hij zonder mededogen gedood op het getuigenis van twee of drie personen.

Jakobus 2:8 Indien gij echter de koninklijke wet vervult naar het schriftwoord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, dan doet gij wel. 2:9 Doch indien gij met aanzien des persoons handelt, doet gij zonde en wordt gij door de wet overtuigd van overtreding. 2:10 Want wie de gehele wet houdt, maar op een punt struikelt, is schuldig geworden aan alle [geboden]. 2:11 Want Hij, die gezegd heeft: Gij zult niet echtbreken, heeft ook gezegd: Gij zult niet doodslaan. Indien gij nu geen echtbreuk pleegt, maar wel doodslag, zijt gij toch een overtreder van de wet geworden. 2:12 Spreekt zo en handelt zo als [mensen] [past], die door de wet der vrijheid zullen geoordeeld worden.

4:11 Spreekt geen kwaad van elkander, broeders. Wie van zijn broeder kwaad spreekt of hem oordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt haar; en indien gij de wet oordeelt, zijt gij geen dader, doch een rechter der wet.

2 Petrus 2:8 (Want deze rechtvaardige heeft, onder hen wonende, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gekweld door het zien en horen van hun tegen alle wet ingaande werken)

01_genesis.txt:26:5 Omdat Abraham naar Mij geluisterd en mijn dienst in acht genomen heeft: mijn geboden, mijn inzettingen en mijn wetten.
02_exodus.txt:16:28 Daarom zeide de Here tot Mozes: Hoelang weigert gij mijn geboden en wetten te onderhouden?
02_exodus.txt:18:16 Wanneer zij een zaak hebben, komt deze tot mij en spreek ik recht tussen de een en de ander; bovendien maak ik de inzettingen en wetten Gods bekend.
02_exodus.txt:18:20 Voorts moet gij hun de inzettingen en de wetten Gods inscherpen, en hun de weg bekend maken, die zij te gaan, en het werk dat zij te volbrengen hebben.
03_leviticus.txt:26:46 Dit zijn de inzettingen en verordeningen en wetten, die de Here gegeven heeft tussen Zich en de Israelieten op de berg Sinai, door de dienst van Mozes.
15_ezra.txt:7:25 Gij nu, Ezra, stel naar de wijsheid van uw God, die gij bezit, regeerders en rechters aan, opdat zij rechtspreken over het gehele volk dat in het gebied over de Rivier woont, over allen die de wetten van uw God kennen; en hem die ze niet kent, zult gij ze bekendmaken.
16_nehemia.txt:9:13 Op de berg Sinai zijt Gij nedergedaald en hebt met hen gesproken uit de hemel, en hun rechtvaardige verordeningen, betrouwbare wetten, goede inzettingen en geboden gegeven.
17_esther.txt:1:19 Indien het de koning goeddunkt, moge er een koninklijk besluit van hem uitgaan, en het worde geschreven in de wetten van Perzie en Medie, zodat het niet herroepen kan worden, dat Wasti niet meer voor het aangezicht van koning Ahasveros verschijnen mag en dat de koning haar waardigheid als koningin zal schenken aan een andere, beter dan zij.
17_esther.txt:3:8 Toen zeide Haman tot koning Ahasveros: Er is een volk, dat verstrooid en afgezonderd leeft onder de volken in al de gewesten van uw koninkrijk, en zijn wetten verschillen van die van alle volken, maar de wetten van de koning volbrengt het niet, zodat het de koning niet betaamt het met rust te laten.
19_Psalmen.txt:64:4 Die hun tong wetten als een zwaard, die hun pijl aanleggen (een bitter woord)
19_Psalmen.txt:105:45 Opdat zij zijn inzettingen zouden onderhouden, en zijn wetten bewaren. Halleluja.
23_jesaja.txt:24:5 Want de aarde is ontwijd door haar bewoners, omdat zij de wetten hebben overtreden, de inzetting ontdoken, het eeuwig verbond verbroken.
26_ezechiel.txt:21:11 Ja, men liet het wetten, om het ter hand te nemen; het is gescherpt en gewet, het zwaard, om in moordenaarshand te worden gegeven.
26_ezechiel.txt:43:11 En als zij zich schamen over alles wat zij bedreven hebben, maak hun dan bekend de vorm van de tempel en zijn inrichting, zijn uitgangen en zijn ingangen, al zijn vormen, al zijn voorschriften, al zijn vormen en al zijn wetten, en schrijf die op voor hun ogen, opdat zij al de vormen en voorschriften ervan nauwgezet ten uitvoer brengen.
26_ezechiel.txt:44:5 Toen zeide de Here tot mij: Mensenkind, let aandachtig op, zie met uw ogen en hoor met uw oren alles wat Ik tot u spreek aangaande al de inzettingen en wetten van het huis des Heren; let aandachtig op het betreden van het huis door al de toegangen van het heiligdom,
27_daniel.txt:9:10 Niet geluisterd hebben naar de stem van de Here, onze God, en niet gewandeld hebben naar de wetten die Hij ons gegeven heeft door de dienst van zijn knechten, de profeten.
28_hosea.txt:8:12 Al schrijf Ik hun tienduizendvoudig mijn wetten voor, toch worden deze geacht als die van een vreemde.
58_hebreeën.txt:8:10 Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.
58_hebreeën.txt:10:16 Want nadat Hij gezegd had: Dit is het verbond, waarmede Ik Mij aan hen verbinden zal na die dagen, zegt de Here: Ik zal mijn wetten in hun harten leggen, en die ook in hun verstand schrijven,

40_mattheus.txt:7:23 En dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij werkers der wetteloosheid.
44_handelingen.txt:2:23 Deze, naar de bepaalde raad en voorkennis van God uitgeleverd, hebt gij door de handen van wetteloze mensen aan het kruis genageld en gedood.
45_romeinen.txt:6:19 Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging.
47_2Korintiërs.txt:6:14 Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis?
53_2thessalonicenzen.txt:2:3 Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs,
53_2thessalonicenzen.txt:2:7 Want het geheimenis der wetteloosheid is reeds in werking; [wacht] slechts totdat hij, die op het ogenblik nog weerhoudt, verwijderd is.
53_2thessalonicenzen.txt:2:8 Dan zal de wetteloze zich openbaren; hem zal de Here Jezus doden door de adem zijns monds en machteloos maken door zijn verschijning, als Hij komt.
54_1timoteüs.txt:1:9 Wel wetend, dat de wet niet gesteld is voor de rechtvaardige, maar voor wettelozen en tuchtelozen, voor goddelozen en zondaars, voor onverlaten en onheiligen, voor vadermoorders en moedermoorders en doodslagers,
62_1johannes.txt:3:4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid.