Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


stu_echad

Echad, Yachid

Eén of 1?

Echad

De eerste keer dat Echad in de Torah voorkomt is in Genesis 1:5 SV En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag. H3117 Yom H259 'e·Chad

Genesis 1:9 NBG En God zeide: Dat de wateren onder de hemel op één (echad) plaats samenvloeien en het droge te voorschijn kome; en het was alzo.
KJV And God said, Let the waters under the heaven be gathered together unto one (echad) place, and let the dry [land] appear: and it was so.

GenesisGenesis 2:24 SV Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven (H1692 ve·da·Vak); en zij zullen tot één vlees zijn.

4347 proskolláō (van 4314 / prós, “naar” en 2853 / kolláō, “om te lijmen”) - correct, “om in te lijmen” (van uit te breiden naar), dwz om iemand in een persoonlijke (“interfacing” ) relatie.
4347 / proskolláō (letterlijk: 'lijm aan een ander') suggereert 'een meer permanente vereniging, gericht op wederzijdse relaties'

Definitie: vastplakken, vastkleven
Gebruik: (lett: ik lijm het ene aan het andere), ik sluit me aan (ver-één-ig) nauw, klief (aan), volg als een aanhanger.

Genesis 3:22 SV Toen zeide de YHWH God: Ziet, de mens is geworden als Onzer één, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid.

Genesis 11:6 NBG En de Here zeide: Zie, het is één (echad) volk en zij allen hebben één (achad) taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.

Genesis 32:8 NBG Want hij dacht: Indien Esau op de éne (ha'achad) groep afkomt en die verslaat, dan kan de groep die overblijft, ontkomen.

Genesis 32:22 NBG Toen stond hij in die nacht op, nam zijn beide vrouwen, zijn beide slavinnen en zijn elf (achad) zonen, en trok de doorwaadbare plaats van de Jabbok over;

Deuteronomium 6:4 NBG Hoor, Israel: de Here is onze God; de Here is één!

Shema Yisrael, YHWH Elohim, YHWH EchaD

Yachid

H3173 Yachid

Genesis 22:2 SV En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige (ye·chi·de·Cha), dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op één (achad) van de bergen, dien Ik u zeggen zal.

Richteren 11:34 Toen nu Jeftha te Mizpa bij zijn huis kwam, ziet, zo ging zijn dochter uit hem tegemoet, met trommelen en met reien. Zij nu was [zij] enige (ye·chi·Dah), [een enig kind]; hij had uit zich [anders geen] zoon nog dochter.

Psalm 68:6(7) God, Die de eenzamen (ye·chi·Dim) zet in een huisgezin, die de in boeien gevangenen uitleidt; alleen ('ach) de afvalligen wonen in het dorre.

Zacharia 12:9-10 Leidse Te dien dage zal ik alle natien die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken trachten te verdelgen, en over het huis van David en Jeruzalems inwoners een geest van gewilligheid en smeking uitstorten; zodat zij zien naar hem dien zij doorboord hebben, over hem rouw bedrijven, als over een enigen (hai·ya·Chid) [zoon], en bitter om hem schreien als om een eerstgeborene.

Jeremia 6:26 SV O dochter Mijns volks! gord een zak aan, en wentel u in de as, maak u rouw eens enigen [zoons], een zeer bitter misbaar; want de verstoorder zal ons snellijk overkomen.

Amos 8:10 SV En Ik zal uw feesten in rouw, en al uw liederen in weeklage veranderen, en op alle lenden een zak, en op alle hoofd kaalheid brengen; en Ik zal het [land] stellen in rouw, als er is over een enigen [zoon], en deszelfs einde als een bitteren dag.

stu_echad.txt · Laatst gewijzigd: 2022/05/06 21:59 door 127.0.0.1