Terug naar Bijbel index Terug naar Boek index

Genesis 41, Miketz (aan de grens, begin of einde?)

Targum

Parasha "Miketz " Gen.41:1–44:17
Parasha "Miketz " dtc Gen.41:1–41:37

1 Na verloop van twee volle jaren droomde Farao, dat hij aan de Nijl stond.

vay·Hi mik·Ketz she·na·Ta·yim ya·Mim u·far·'Oh cho·Lem ve·hin·Neh 'o·Med 'al-hay·'Or
Miketz 7093 betekent grens of rand. Het begin of het einde. Het gaat over de 'eindtijd'.
she·na·Ta·yim ya·Mim = 2 jaren van dagen.
Exodus 23:14-16 Aan het eind van het jaar, Yom Teruah (Rosh HaShanah

2 En zie, uit de Nijl kwamen zeven koeien op, mooi van uiterlijk en vet van vlees, en zij weidden in het oevergras.

Koeien, waren mogelijk nijlpaarden, een vrouwtje wordt koe genoemd.
Er was een egyptische nijlpaard god Taweret (Hera in het grieks)

3 Maar zie, zeven andere koeien kwamen na deze op uit de Nijl, lelijk van uiterlijk en mager van vlees, en zij gingen naast die koeien staan aan de oever van de Nijl.
4 En de koeien die lelijk van uiterlijk en mager van vlees waren, aten de zeven koeien op, die mooi van uiterlijk en vet waren. Toen ontwaakte Farao.
5 Daarna sliep hij weer in en droomde ten tweeden male, en zie, zeven dikke en mooie aren schoten op uit een halm.
6 Maar zie, zeven dunne en door de oostenwind verzengde aren ontsproten na deze.
7 En de dunne aren verslonden de zeven dikke en volle aren. Toen ontwaakte Farao, en het was een droom.

Van koeien (vlees) naar aren (brood), van overvloed naar hongersnood. Er zit een verval in

8 De volgende morgen was zijn geest onrustig en hij ontbood al de geleerden en al de wijzen van Egypte, en Farao vertelde hun zijn dromen, maar er was niemand, die ze Farao kon uitleggen.

Daniël 2:10 “Er is geen mens op de aardbodem die het door de koning gevraagde zal kunnen te kennen geven “
Daniël 5:8 “de wijzen des konings, die gekomen waren, niet in staat het schrift te lezen en de uitlegging daarvan de koning bekend te maken.”

9 Toen sprak de overste der schenkers tot Farao: Heden moet ik mijn zonden in herinnering brengen.

Het in herinnering brengen van zonden gebeurt ook in de tijd voor/op Rosh HaShanah voordat Yom Kippoer komt.
De overste der schenkers, de schenker van de wijn komt tot het inzicht dat hij moet terugkeren naar de Hebreeuwse jongeling. Dit gebeurt naar 2 jaren van dagen (2000 jaar). Komt de kerk tot inzicht dat ze terug moeten naar de Hebreeuwse wortels van het geloof?

10 Farao was toornig op zijn dienaren, en zette mij in hechtenis in het huis van de overste der lijfwacht, mij en de overste der bakkers.
11 In een zelfde nacht nu hadden wij een droom, ik en hij, ieder had een droom met een eigen betekenis.
12 Nu was daar bij ons een Hebreeuwse jongeman, een slaaf van de overste der lijfwacht, en wij vertelden hem onze dromen, en hij legde ze ons uit; aan ieder gaf hij uitleg naar zijn droom.

Hebreeuwse jongeman, zegt dat Jozef zijn identiteit had behouden, niet aan de wereld heeft meegedaan.

13 En zoals hij ons uitgelegd had, zo is het gebeurd; mij herstelde Farao weer in mijn ambt, hem liet hij ophangen.
14 Toen ontbood Farao Jozef, en zij haalden hem ijlings uit de kerker; men schoor hem en gaf hem andere klederen, en hij kwam bij Farao.

IJlings, haastig, in een ondeelbaar ogenblik 1 Corinthe 15:51-52
Hereph Ayin dat is het stoppen met zien, lui worden, niet opletten
Lees ook Jesaja 56:1 Zo zegt de Here: Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want mijn heil staat gereed om te komen en mijn gerechtigheid om zich te openbaren.
Openbaring 3:11 Ik kom spoedig; houd vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme.
Maleachi 3:1 Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de Here der heerscharen.
Zacharia 3:4-5 “een reine tulband op zijn hoofd en trokken hem een staatsiegewaad aan”

15 Toen zeide Farao tot Jozef: Ik heb een droom gehad, en er is niemand, die hem kan uitleggen, maar ik heb van u horen zeggen: Gij behoeft een droom maar te horen om hem te kunnen uitleggen.
16 En Jozef antwoordde Farao: Geenszins; God zal Farao's welzijn verkondigen.

Jozef neemt geen enkele eer voor zichzelf op, God zal verkondingen.
Johannes 14:10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.

17 Toen sprak Farao tot Jozef: In mijn droom stond ik aan de oever van de Nijl.

'o·Med 'al- hay·'Or (over de Nijl) / 'o·Med 'al- se·Fat hay·'Or (oever van de Nijl)
Farao ziet dat hij niet alles in handen heeft, de tweede keer staat hij op een lager plan.

18 En zie, uit de Nijl kwamen zeven koeien op, vet van vlees en mooi van gedaante, en zij weidden in het oevergras.
19 Maar zie, zeven andere koeien kwamen na deze op, schraal, zeer lelijk van gedaante en mager van vlees; ik heb nooit zulke lelijke als deze gezien in het gehele land Egypte.
20 En de magere en lelijke koeien aten de zeven eerste, vette koeien op.
21 Toen deze in haar maag gekomen waren, was daarvan niets te merken; zij bleven er even lelijk uitzien als tevoren. Toen ontwaakte ik.
22 Verder zag ik in mijn droom, en zie, zeven aren schoten op uit een halm, vol en mooi.
23 Maar zie, zeven dorre, dunne en door de oostenwind verzengde aren ontsproten na deze.
24 En de dunne aren verslonden de zeven mooie aren. En ik heb dit de geleerden gezegd, maar er is niemand, die het mij kan verklaren.
25 Toen zeide Jozef tot Farao: Farao's dromen zijn een; God heeft Farao bekend gemaakt, wat Hij zal doen.

God heeft Farao gezegd wat Hij zal doen

26 De zeven mooie koeien, dat zijn zeven jaren, en de zeven mooie aren, dat zijn zeven jaren; de dromen zijn een.
27 En de zeven magere en lelijke koeien, die na deze opkwamen, dat zijn zeven jaren, en de zeven loze, door de oostenwind verzengde aren betekenen zeven jaren van hongersnood.

De oostenwind: heeft met vervolging en vijanden te maken.
Jeremia 18:17 Als een oostenwind zal Ik hen verstrooien voor de vijand; de nek zal Ik hun tonen, niet het aangezicht, ten dage van hun nood.
Openbaring 16:12 En de zesde goot zijn schaal uit op de grote rivier, de Eufraat, en zijn water droogde op, zodat de weg bereid werd voor de koningen, die van de opgang der zon komen.

28 Dit bedoelde ik, toen ik tot Farao sprak: God heeft Farao getoond, wat Hij zal doen.

God heeft Farao getoond wat Hij zal doen

29 Zie, er komen zeven jaren, waarin grote overvloed in het gehele land Egypte wezen zal.

7 jaren moet ons wat zeggen:
Daniel 7:25 Hij zal woorden spreken tegen de Allerhoogste, en de heiligen des Allerhoogsten te gronde richten; hij zal er op uit zijn tijden en wet te veranderen, en zij zullen in zijn macht gegeven worden voor een tijd en tijden en een halve tijd;
Daniel 12:11 En van de tijd af dat het dagelijks offer wordt gestaakt en een gruwel wordt opgericht, die verwoesting brengt, zijn het duizend tweehonderd en negentig dagen; 12 welzalig hij die blijft verwachten en duizend driehonderd vijfendertig dagen bereikt.


30 Daarna zullen zeven jaren van hongersnood aanbreken; dan zal al de overvloed in het land Egypte vergeten zijn en de honger het land verteren.
31 Van de overvloed zal men daarna in het land niets meer merken vanwege die hongersnood, want die zal zeer zwaar zijn.
32 Dat de droom tot tweemaal toe aan Farao herhaald is, wil zeggen, dat de zaak bij God vaststaat, en dat God die haastig zal volbrengen.
33 Nu dan, Farao zie om naar een verstandig en wijs man, en hij stelle hem aan over het land Egypte.
34 Farao doe ook dit: hij stelle opzichters over het land aan, en heffe van het land Egypte een vijfde, in de zeven jaren van de overvloed.
35 Zij moeten al het voedsel van deze goede jaren die komen zullen, verzamelen en koren opslaan ter beschikking van Farao, als voedsel in de steden, en dit bewaren.
36 Zo zal dat voedsel het land tot voorraad dienen voor de zeven jaren van hongersnood, die in het land Egypte zullen zijn, opdat het land door de honger niet te gronde worde gericht.
37 Dit voorstel nu was goed in de ogen van Farao en in de ogen van al zijn dienaren.

Parasha "Haniemtza " Gen.41:38–42:17

38 En Farao zeide tot zijn dienaren: Zouden wij iemand kunnen vinden als deze, een man, in wie de Geest Gods is?

Haniemtza, kunnen wij vinden? Johannes 1:35-52 Wij hebben gevonden, de Mashiach!
Mattheus 3:16 “en hij zag de Geest Gods nederdalen als een duif en op Hem komen.”

39 En Farao zeide tot Jozef: Aangezien God u dit alles bekend gemaakt heeft, is er niemand zo verstandig en wijs als gij.
40 Gij zult over mijn huis zijn, en op uw bevel zal mijn gehele volk zich voeden; alleen door de troon zal ik boven u staan.
41 Voorts zeide Farao tot Jozef: Zie, ik stel u aan over het gehele land Egypte.

De kroning van de koning gebeurt ook op Yom Teroeah/Rosh HaShanah


42 Daarop trok Farao zijn zegelring van zijn hand en deed hem aan Jozefs hand; hij bekleedde hem met linnen klederen, en hing een gouden keten om zijn hals.

4 Het heilige linnen onderkleed zal hij aantrekken en een linnen broek zal over zijn vlees zijn en met een linnen gordel zal hij zich omgorden en een linnen tulband zal hij zich ombinden; dit zijn heilige klederen, die hij zal aantrekken, nadat hij zijn lichaam in water gebaad heeft.^ 43 En hij liet hem rijden op de tweede wagen die hij had, en men riep voor hem uit: Eerbied! Aldus stelde hij hem aan over het gehele land Egypte.

zie intocht in Jeruzalem (palmzondag)
Eerbied! ⇒ av'Rech = knielen, av=vader rech(a)=koning in het aramees,
Filippenzen 2:9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, 10 opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen, die in de hemel en die op de aarde en die onder de aarde zijn, 11en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader!

44 Ook zeide Farao tot Jozef: Ik ben Farao, maar zonder u zal niemand in het gehele land Egypte zijn hand of zijn voet opheffen.
45 En Farao noemde Jozef: Safenat-paneach, en hij gaf hem Asnat, de dochter van Potifera, de priester van On, tot vrouw. En Jozef ging uit, [als] [heer] over het land Egypte.

Een nieuwe naam/identiteit, opnieuw geboren
“Safenat-paneach” ⇒ egyptisch: “de schepper en onderhouder van het leven”, hebreeuws: “onthuller van verborgen dingen”
Tzadie : Tzofee ziener
Phee : Phodeeh verlosser
Noen : Navi profeet
Tav : Tomekh onderhouder
Pee : Poter tolk, vertaler
Ayin : Arom bekwaam
Noen : Navon begrip, verstand
Cheet : Chozeeh ziener, dromenuitlegger, mystic
TzaPhaN is verbergen, schat bewaren
De verborgen matza tijdens Pesach heet TzaPhoeN
Potiphar is the shortened form of “Potiphera” from Late Egyptian “he whom Ra has given”.

46 Jozef was dertig jaar oud, toen hij voor Farao, de koning van Egypte, stond. En Jozef ging van Farao heen en trok door het gehele land Egypte.

30 jaar, Jesjoea startte zijn bediening.

47 Het land nu gaf zijn opbrengst in de zeven jaren van overvloed bij handen vol,

Johannes 10:10 De dief komt niet dan om te stelen en te slachten en te verdelgen; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed.

48 En hij verzamelde al het voedsel der zeven jaren, dat in het land Egypte was, en hij sloeg het voedsel in steden op; de opbrengst van de velden die om elke stad gelegen waren, sloeg hij daarin op.
49 En Jozef hoopte koren op als zand der zee, geweldig veel, zodat men ophield te tellen, want er was geen tellen aan.

Genesis 22:17 “zal Ik u rijkelijk zegenen, en uw nageslacht zeer talrijk maken, als de sterren des hemels en als het zand aan de oever der zee, “
Openbaring 7:9 “een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle volk en stammen en natiën en talen”

50 En voordat er een jaar van hongersnood kwam, werden Jozef twee zonen geboren, die Asnat, de dochter van Potifera, de priester van On, hem baarde

Asnat, een hebreeuwse verlosser die een heidense vrouw huwt

51 Jozef gaf aan de eerstgeborene de naam Manasse, want [zeide] [hij]: God heeft mij al mijn moeite doen vergeten, en ook het gehele huis mijns vaders.

H4519 me·nash·Sheh; Manasseh = maakt dat ik vergeet
H5382 nash·Sha·ni = heeft doen vergeten/verwijderd
Joseef is hier niet zijn broers vergeten, maar heeft hen zonde aan hem vergeven zoals God vergeeft, zover het oosten is van het westen

52 En aan de tweede gaf hij de naam Efraim, want [zeide] [hij]: God heeft mij vruchtbaar gemaakt in het land mijner ellende.

H669 'ef·Ra·yim; Ephraim = een bedekking, verband
H6509 hif·Ra·ni; om vrucht te dragen, wees vruchtbaar

53 Toen de zeven jaren van overvloed, die er in het land Egypte geweest was, verstreken waren,
54 Begonnen de zeven jaren van de hongersnood te komen, zoals Jozef gezegd had; in alle landen was hongersnood, maar in het gehele land Egypte was brood.
55 Toen het gehele land Egypte honger leed, en het volk tot Farao om brood riep, zeide Farao tot alle Egyptenaren: Gaat tot Jozef; doet wat hij u zegt.

Mattheus 17:Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!
Maria, bruiloft te Kana
Brood is hier manna, geestelijk voedsel
Farao werd als god gezien, zegt ga naar Jozef. Met andere woorden Yoseef/Yeshua is de belichaming van God, niet Farao
doe wat hij zegt: laChem ta'aSoe is in gematria gelijk aan besnijdt u:
honger(snood) is schaamte, schaamte heeft met de voorhuid te maken, besnijdenis neemt de schaamte weg.
Dat Egypte zich moest besnijden, is voor het lichaam van Christus de besnijdenis van het hart Romeinen 2:29 , Colossenzen 2:11-12
Dit om de weg te bereiden dat de twee 'stallen' 1 worden, Jood en heiden, zoals de broers weer 1 moesten worden met Joseef
Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn. Ook die moet ik weiden, en het zal worden 1 kudde, 1 Herder
Wij moeten ook zoeken naar de 'verloren schapen' van Israël Mattheus 15:24
https://judaism.stackexchange.com/questions/57816/why-does-yosef-command-the-egyptians-to-circumcise

56 Toen de hongersnood nu over de gehele aarde heerste, opende Jozef alle schuren en verkocht koren aan de Egyptenaren; want de honger was sterk in het land Egypte.
57 En de gehele wereld kwam naar Egypte om bij Jozef koren te kopen, want de honger was sterk op de gehele aarde.

Geestelijke honger naar het Evangelie, de goede boodschap