Terug naar Bijbel index Terug naar Boek index

Exodus 12

Targum
Boek des Oprechten

PesachShavoeotSoekot
salvationsanctificationglorification
reddingheiligingverheerlijking
Parasha "Waiyomer" dtc Exodus 12

1 En de Here zeide tot Mozes en tot Aaron in het land Egypte:
2 Deze maand zal u het begin der maanden zijn; zij zal u de eerste der maanden van het jaar zijn.

Dat is de maand Aviv, in de lentezie Lev. 23, de oogst van de gerst

3 Spreekt tot de gehele vergadering van Israel als volgt: op de tiende van deze maand zal ieder voor zich een stuk kleinvee nemen, familiesgewijs, een stuk kleinvee per gezin.

Dit was het moment dat Jesjoea Jeruzalem binnenging en 4x ondervraagt werd. Matt 21

4 Maar indien een gezin te klein is voor een stuk kleinvee, dan zullen hij en de naaste buurman van zijn gezin er een nemen, naar het aantal personen; gij zult bij het stuk kleinvee rekenen met ieders behoefte.
5 Een gaaf, mannelijk, eenjarig stuk kleinvee moet gij nemen; gij kunt dit nemen van de schapen of van de geiten.
6 En gij zult het bewaren tot de veertiende dag van deze maand; dan zal de gehele vergadering der gemeente van Israel het slachten in de avondschemering.

14e dag is de dag voor de volle maan
'in de avondschemeringhebr. 'tussen de avonden' ⇒ namiddag
tussen de avonden is de tijd tussen het beginnen van het dalen van de zon tot hij ondergaat
Parasha "Mien HaAdam" dtc Exodus 12:7-28

7 Vervolgens zal men van het bloed nemen en dit strijken aan de beide deurposten en de bovendorpel, aan die huizen, waarin men het eet.

elk huis aparthet gaat om elk hart van ieder mens dat gekocht en beschermd wordt door het bloed

8 Het vlees zullen zij dezelfde nacht eten; zij zullen het eten op het vuur gebraden, met ongezuurde broden, benevens bittere kruiden.
9 Rauw of gaar gekookt in water zult gij het niet eten; slechts op het vuur gebraden met kop, schenkels en ingewanden.

Waarom op het vuur gebraden?
Niet gekookt
Bij het koken trekken we verschillende andere ingrediënten in het voorwerp dat we aan het koken zijn. Deze ingrediënten assimileren met het object, dat de toegevoegde componenten absorbeert en zich zelfs daaraan aanpast. Wanneer het de andere ingrediënten absorbeert, zet het ook uit, wordt het zacht en begint het uit elkaar te vallen.
Niet rauw
het offer gaat door het vuur reiniging, de geur stijgt op naar de hemel. Roosteren doet echter het omgekeerde: de belangrijkste functie is verdrijven. Het verwijdert niet alleen al het bloed, maar scheidt ook alle ingrediënten die niet essentieel zijn voor het vlees. Hierdoor krimpt het vlees en wordt het taai en ondoordringbaar.
pessah-to-roast-or-to-boil

10 Gij zult daarvan niets overlaten tot de morgen; wat ervan overblijft tot de morgen, dat zult gij met vuur verbranden.
11 En aldus zult gij het eten: uw lendenen omgord, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; overhaast zult gij het eten; het is een Pascha voor de Here.

De wapenrusting GodsEfeziërs 6:13-18

12 Want Ik zal in deze nacht het land Egypte doortrekken en alle eerstgeborenen, zowel van mens als dier, in het land Egypte slaan en aan alle goden van Egypte zal Ik gerichten oefenen, Ik, de Here.

Aan het hout heeft Hij alle machten openlijk tentoongesteld Col.2:15

13 En het bloed zal u dienen als een teken aan de huizen, waar gij zijt, en wanneer Ik het bloed zie, dan ga Ik u voorbij. Aldus zal er geen verdervende plaag onder u zijn, wanneer Ik het land Egypte sla.

Het bloed is het teken van het (nieuwe) verbond, zoals Jesjoea sprak

14 En deze dag zal u een gedenkdag zijn, gij zult hem vieren als een feest voor de Here; in uw geslachten zult gij hem als een altoosdurende inzetting vieren.
15 Zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten; dadelijk op de eerste dag zult gij het zuurdeeg uit uw huizen verwijderen, want ieder die iets gezuurds eet, van de eerste tot de zevende dag, zo iemand zal uit Israel worden uitgeroeid.

Het zuurdesem is de zonde 1 Corinthe 5:6-8 en Galaten5:9

16 Zowel op de eerste als op de zevende dag zult gij een heilige samenkomst hebben; generlei arbeid zal daarop verricht worden; slechts wat door ieder gegeten wordt, alleen dat mag door u bereid worden.
17 Onderhoudt dan [het] [feest] [der] ongezuurde broden, want op deze zelfde dag leid Ik uw legerscharen uit het land Egypte. Daarom moet gij deze dag onderhouden in uw geslachten als een altoosdurende inzetting.
18 In de eerste [maand], op de veertiende dag der maand, des avonds, zult gij ongezuurde broden eten, tot aan de eenentwintigste dag der maand, des avonds.
19 Zeven dagen zal er geen zuurdeeg in uw huizen gevonden worden, want ieder, die iets gezuurds eet, zo iemand zal uit de vergadering van Israel worden uitgeroeid, hetzij hij een vreemdeling, hetzij hij in het land geboren is.

De straf op de zonde is de dood Romeinen 6:23, Genesis 2:17

20 Niets wat gezuurd is, zult gij eten; gij zult in al uw woonplaatsen ongezuurde broden eten.
21 Toen ontbood Mozes al de oudsten van Israel en zeide tot hen: Trekt heen, haalt kleinvee voor uw geslachten en slacht het Pascha.
22 Daarna zult gij een bundel hysop nemen en in het bloed in een schaal dopen, en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de beide deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot de morgen.

Hysopin Johannes 19:29 krijgt Jesjoea zure wijn aangereikt op een een hysopstengel G5301, hussópos
In Psalm 51:9 vraagt David aan God om het te 'ontzondigen' met 'hysop'

23 En de Here zal Egypte doortrekken om het te slaan; wanneer Hij dan het bloed aan de bovendorpel en aan de beide deurposten ziet, dan zal de Here die deur voorbijgaan en de verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.
24 Gij zult dit voorschrift houden als een altoosdurende inzetting voor u en uw zonen.
25 En wanneer gij komt in het land dat de Here u geven zal, gelijk Hij gezegd heeft, zult gij deze dienst onderhouden.
26 En wanneer uw zonen tot u zeggen: Wat betekent deze dienst van u,
27 Dan zult gij zeggen: Het is een Paasoffer voor de Here, die in Egypte aan de huizen der Israelieten voorbijging, toen Hij de Egyptenaren sloeg, maar onze huizen spaarde. Toen knielde het volk en boog zich neer.
28 En de Israelieten gingen heen en deden dit; zoals de Here Mozes en Aaron geboden had, zo deden zij.

Parasha "Halailah" dtc Exodus 12:29-13:22

29 En te middernacht sloeg de Here iedere eerstgeborene in het land Egypte, van de eerstgeborene van Farao, die op zijn troon zou zitten, tot de eerstgeborene van de gevangene, die in de kerker was, benevens alle eerstgeborenen van het vee.

In het diepste duisternis kwam de dood van de eerstgeborene. Johannes 3:16, Gods Eniggeboren Zoon.

30 En Farao stond des nachts op, hij en al zijn dienaren en alle Egyptenaren; en er was een luid gejammer in Egypte; want er was geen huis, waarin geen dode was.
31 Toen ontbood hij des nachts Mozes en Aaron en zeide: Maakt u gereed, gaat weg uit het midden van mijn volk, zowel gij als de Israelieten; gaat, dient de Here, zoals gij gezegd hebt.
32 Neemt ook uw kleinvee en uw runderen mee, zoals gij gezegd hebt; maar gaat! En wilt ook mij zegenen.
33 De Egyptenaren drongen eveneens sterk bij het volk aan, om het snel uit het land te laten gaan, want, zeiden zij, wij sterven allen.

Joh. 18:14 Het is nuttig, dat één mens sterft ten behoeve van het volk.

34 Toen nam het volk zijn deeg op, voordat het gezuurd was, met hun baktroggen in hun klederen gebonden op hun schouders.
35 Voorts deden de Israelieten naar het woord van Mozes en vroegen van de Egyptenaren zilveren en gouden voorwerpen en klederen.
36 En de Here bewerkte, dat de Egyptenaren het volk gunstig gezind waren, zodat zij hun verzoek inwilligden. Zo beroofden zij de Egyptenaren.

Zij namen de rijkdom van Egypte mee
Goud en zilver heb ik niet maar wat ik heb geef ik u (Petrus Hand.3:1-11)

37 Daarna trokken de Israelieten op van Raamses naar Sukkot, ongeveer zeshonderdduizend man te voet, ongerekend de kinderen.

Sukkot = loofhutten

38 Ook trok een menigte van allerlei slag met hen mee; en kleinvee en runderen een zeer talrijke veestapel.

Menigte van allerlei slag, er gingen ook niet Israelieten mee. Ik moet denken aan de graven die opengingen Mattheus 27:51-53 en Efeze 4:8 en voerde Hij krijgsgevangenen mede

39 En zij bakten van het deeg dat zij uit Egypte hadden meegenomen, ongezuurde koeken, want het was niet gezuurd, omdat zij uit Egypte waren verdreven en niet hadden kunnen wachten en ook geen teerkost voor zich hadden bereid.
40 De tijd, dat de Israelieten in Egypte gewoond hadden, was vierhonderd en dertig jaar.
41 En na vierhonderd en dertig jaar, juist op de dag af, gingen al de legerscharen des Heren uit het land Egypte.

hier moet nog een uitleg over de jaren komen

42 Een nacht van waken was dit voor de Here, om hen uit het land Egypte te leiden. Dit is de nacht van waken ter ere van de Here voor alle Israelieten in hun geslachten.
43 De Here zeide tot Mozes en Aaron: Dit is de inzetting van het Pascha: geen enkele vreemdeling mag ervan eten.
44 Iedere slaaf, die door iemand voor geld is gekocht, mag er eerst van eten, wanneer gij hem besneden hebt.
45 Een bijwoner en een dagloner mogen er niet van eten.

Geen onbesnedene mag ervan eten
Wij hebben onze besnijdenis in Jesjoea en wij zijn gekocht en betaald met Zijn kostbare bloed

46 In een huis zal het gegeten worden; gij zult van het vlees niets uit het huis naar buiten brengen; geen been zult gij ervan breken.

Geen been zal gebroken worden Johannes 19:33, Psalm 34:21

47 De gehele vergadering van Israel zal dit vieren.
48 Maar wanneer een vreemdeling bij u vertoeft en de Here het Pascha wil vieren, dan zal ieder van het mannelijk geslacht, die bij hem behoort, besneden worden; eerst dan mag hij naderen om het te vieren; hij zal gelden als in het land geboren. Maar geen enkele onbesnedene mag ervan eten.
49 Eenzelfde wet zal gelden voor de geboren Israeliet en voor de vreemdeling, die in uw midden vertoeft.
50 Alle Israelieten deden aldus; zoals de Here Mozes en Aaron geboden had, zo deden zij.
51 En op deze zelfde dag leidde de Here de Israelieten uit het land Egypte, volgens hun legerscharen.