Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


studies:stu_wedergeboren

Wedergeboorte, Zonde, zonden, zondeval

Genesis 4:6 En de Here zeide tot Kain: Waarom zijt gij toornig en waarom is uw gelaat betrokken?
Genesis 4:7 Moogt gij het niet opheffen, indien gij goed handelt? Doch indien gij niet goed handelt, ligt de zonde als een belager aan de deur, wiens begeerte naar u uitgaat, doch over wie gij moet heersen.

lap·Pe·tach  chat·Tat  ro·Vetz
aan de deur  zonde     op de loer liggen

H2403, een overtreding (soms zondige gewoonte) en de straf, gelegenheid, opoffering of boetedoening ervan; ook (concreet) een dader - straf (van zonde), louterend (reiniging van zonde), zonde (zondaar, offer).

21 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.

autos gar  sosei      ton laon autou apo ton amartion auton
Hij   want zal redden de  volk zijn  van de  zonde    van hen

G266, een zonde, schuld, mislukking, doel missen

Kan een wedergeboren mens nog zondigen?


1 Johannes 1:5 En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis.
1 Johannes 1:6 Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet;
1 Johannes 1:7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
1 Johannes 1:8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.
1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
1 Johannes 1:10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.

1 Johannes 5:16 Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, moet hij bidden en God zal hem het leven geven, hun namelijk, die zondigen niet tot de dood. Er bestaat zonde tot de dood: daarvoor zeg ik niet, dat hij moet vragen.

Romeinen 6:1 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme?
Romeinen 6:12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen,
Romeinen 6:15 Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!

Romeinen 8:10 Indien Christus in u is, dan is wel het lichaam dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid.

Ben je niet wedergeboren als je nog zondigt?


Moet je steeds vergeving blijven vragen?


Jakobus 5:16 Belijdt daarom elkander uw zonden en bidt voor elkander, opdat gij genezing ontvangt. Het gebed van een rechtvaardige vermag veel, doordat er kracht aan verleend wordt.

1 Johannes 1:7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Jezus, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.
1 Johannes 1:8 Indien wij zeggen, dat wij geen zonde hebben, misleiden wij onszelf en de waarheid is in ons niet.
1 Johannes 1:9 Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.
1 Johannes 1:10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, maken wij Hem tot een leugenaar en zijn woord is in ons niet.

Welke verzen hebben het over de zondige natuur (waarmee 1x afgerekend is) en welke verzen gaan over zondigen?

https://www.zoeklicht.nl/artikelen/gnostiek+en+de+moderne+esoterie_2640
https://stichting-promise.nl/bijbelstudie-geestelijke-kennis/gnostiek-en-1johannes1.htm

Handelingen 3:19
Romeinen 10:10
Jakobus 4:8
Romeinen 3:23-24
Romeinen 10:9
1 Timoteüs 6:12

Teksten uit de Tanakh:
Psalm 32:5 Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. [sela]
Spreuken 28:13 Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.
Leviticus 5:5 Wanneer hij nu aan een van deze dingen schuldig is, dan zal hij belijden, waarin hij gezondigd heeft,
Daniël 9:5 Wij hebben gezondigd en misdreven, wij hebben goddeloos gehandeld en zijn wederspannig geweest; wij zijn afgeweken van uw geboden en van uw verordeningen,

Is alles in één keer vergeven?


Er is 1x met de zondige natuur van de mens afgerekend.

Romeinen 6

Romeinen 6:1 Wat zullen wij dan zeggen? Mogen wij bij de zonde blijven, opdat de genade toeneme?
Romeinen 6:2 Volstrekt niet! Immers, hoe zullen wij, die der zonde gestorven zijn, daarin nog leven?
Romeinen 6:3 Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn?
Romeinen 6:4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen.
Romeinen 6:5 Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn [met] [hetgeen] [gelijk] [is] aan zijn opstanding;
Romeinen 6:6 Dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn;
Romeinen 6:7 Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde.

o  gar  apothanon  dedikaiotai apo tes amartias
de want gestorvene is bevrijd  van de  zonde

G266, een zonde, schuld, mislukking, doel missen

Romeinen 6:8 Indien wij dan met Christus gestorven zijn, geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven,
Romeinen 6:9 Daar wij weten, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem.
Romeinen 6:10 Want wat zijn dood betreft, is Hij voor de zonde eens voor altijd gestorven; wat zijn leven betreft, leeft Hij voor God.
Romeinen 6:11 Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.
Romeinen 6:12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen,
Romeinen 6:13 En stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God.
Romeinen 6:14 Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
Romeinen 6:15 Wat dan? Zullen wij zondigen, omdat wij niet onder de wet, maar onder de genade zijn? Volstrekt niet!
Romeinen 6:16 Weet gij niet, dat gij hem, in wiens dienst gij u stelt als slaven ter gehoorzaamheid, ook moet gehoorzamen als slaven, hetzij dan van de zonde tot de dood, hetzij van de gehoorzaamheid tot gerechtigheid?
Romeinen 6:17 Maar Gode zij dank: gij waart slaven der zonde, doch gij zijt van harte gehoorzaam geworden aan die vorm van onderricht, die u overgeleverd is;
Romeinen 6:18 En, vrijgemaakt van de zonde, zijt gij in dienst gekomen van de gerechtigheid.
Romeinen 6:19 Ik zeg dit van menselijk standpunt om de zwakheid van uw vlees. Want gelijk gij uw leden gesteld hebt ten dienste van de onreinheid en van de wetteloosheid tot wetteloosheid, zo stelt nu uw leden ten dienste van de gerechtigheid tot heiliging.
Romeinen 6:20 Want toen gij slaven waart der zonde, waart gij vrij van de gerechtigheid.
Romeinen 6:21 Wat voor vrucht hadt gij toen? Dingen, waarover gij u nu schaamt; immers, het einde daarvan is de dood.
Romeinen 6:22 Maar thans, vrijgemaakt van de zonde en in de dienst van God gekomen, hebt gij tot vrucht uw heiliging en als einde het eeuwige leven.

nyni de    eleutherothentes apo tes amartias
nu   thans vrijgezet        

G1659, bevrijd, bevrijding uit slavernij; (figuurlijk) om de beperkingen van de zonde (duisternis) weg te nemen omdat ze door God in ware spirituele vrijheid zijn gebracht, om vrij te maken, fig. vrij te stellen (van aansprakelijkheid)

Vrijgemaakt van de **zondige natuur.

Romeinen 7:14 Wij weten immers, dat de wet geestelijk is; ik echter ben vlees, verkocht onder de zonde.
Romeinen 7:15 Want wat ik uitwerk, weet ik niet; want ik doe niet wat ik wens, maar waar ik een afkeer van heb, dat doe ik.
Romeinen 7:16 Indien ik nu wat ik niet wens, toch doe, stem ik toe, dat de wet goed is.
Romeinen 7:17 Doch dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
Romeinen 7:18 Want ik weet, dat in mij, dat wil zeggen in mijn vlees, geen goed woont. Immers, het wensen is wel bij mij aanwezig, maar het goede uitwerken, kan ik niet.
Romeinen 7:19 Want niet wat ik wens, het goede, doe ik, maar wat ik niet wens, het kwade, dat doe ik.
Romeinen 7:20 Indien ik nu datgene doe, wat ik niet wens, dan bewerk ik het niet meer, maar de zonde, die in mij woont.
Romeinen 7:21 Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig;
Romeinen 7:22 Want naar de inwendige mens (geest) verlustig ik mij in de wet Gods,
Romeinen 7:23 Maar in mijn leden (lichaam) zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand (ziel/geest) en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is.
Romeinen 7:24 Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods?
Romeinen 7:25 Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!

en hier stopt het niet

Romeinen 8:1 Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn.
Romeinen 8:2 Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods.
Romeinen 8:3 Want wat de wet niet vermocht, omdat zij zwak was door het vlees; God heeft, door zijn eigen Zoon te zenden in een vlees, aan dat der zonde gelijk, en wel om de zonde, de zonde veroordeeld in het vlees,
Romeinen 8:4 Opdat de eis der wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, doch naar de Geest (of geest).
Romeinen 8:5 Want zij, die naar het vlees zijn, hebben de gezindheid van het vlees, en zij, die naar de Geest zijn, hebben de gezindheid van de Geest.
Romeinen 8:6 Want de gezindheid van het vlees is de dood, maar de gezindheid van de Geest is leven en vrede.

Nu is door het geloof in (van) Yeshua onze geest levend geworden. Hierdoor is het mogelijk (noodzakelijk) om naar de geest te leven. En wij hebben een Helper gekregen om ons hierbij te leiden.

1 Johannes 2:12 Ik schrijf u, kinderkens, want de zonden zijn u vergeven om zijns naams wil.

Zonde (niet) tot de dood


1 Johannes 5:16 Als iemand zijn broeder ziet zondigen, een zonde niet tot de dood, moet hij bidden en God zal hem het leven geven, hun namelijk, die zondigen niet tot de dood. Er bestaat zonde tot de dood: daarvoor zeg ik niet, dat hij moet vragen.
1 Johannes 5:17 Alle ongerechtigheid is zonde, en er bestaat zonde niet tot de dood.

zonde-tot-de-dood-en-zonde-niet-tot-de-dood-1
zonde-tot-de-dood-en-zonde-niet-tot-de-dood-2
wij-kunnen-niet-zondigen

Aanbidding, Eer aan Yeshua


Voetbank voor mijn voeten

1Kronieken.txt:28:2 Toen stond koning David op en zeide: Hoort mij aan, mijn broeders en mijn volk. Ik zelf had het voornemen, een huis der rust te bouwen voor de ark van het verbond des Heren en voor de voetbank van onze God; ik heb de bouw dan ook voorbereid.
2Kronieken.txt:9:18 De troon had zes treden, een gouden voetbank, die aan de troon bevestigd was, en aan weerszijden van de zitplaats leuningen; twee leeuwen stonden naast de leuningen
Psalmen.txt:99:5 Verhoogt de Here, onze God, buigt u neder voor de voetbank zijner voeten; Heilig is Hij.
Psalmen.txt:110:1 Van David. Een psalm. Aldus luidt het woord des Heren tot mijn Here: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten.
Psalmen.txt:132:7 Laten wij zijn woning binnengaan, laten wij ons nederbuigen voor zijn voetbank.
jesaja.txt:66:1 Zo zegt de Here: De hemel is mijn troon en de aarde de voetbank mijner voeten, waar zou dan het huis zijn, dat gij Mij zoudt bouwen, en waar de plaats mijner rust?
klaagliederen.txt:2:1 Hoe hult de Here in zijn toorn de dochter Sions in wolkefloers! Van de hemel heeft Hij ter aarde geworpen de luister van Israel, Hij is niet gedachtig geweest aan zijn voetbank ten dage van zijn toorn.
mattheus.txt:5:35 Bij de aarde niet, omdat zij de voetbank zijner voeten is; bij Jeruzalem niet, omdat het de stad van de grote Koning is;
lucas.txt:20:43 Totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten.
handelingen.txt:2:35 Totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten.
handelingen.txt:7:49 De hemel is Mij ten troon, en de aarde een voetbank mijner voeten. Wat voor huis zult gij Mij bouwen, zegt de Here, of wat is de plaats mijner rust?
hebreeën.txt:1:13 En tot wie der engelen heeft Hij ooit gezegd: Zet U aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten?
hebreeën.txt:10:13 Voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten.
jakobus.txt:2:3 En gij zoudt opzien tegen de man met de prachtige kleding en zeggen: neem gij hier deze goede plaats, maar tot de arme zoudt gij zeggen: ga gij daar staan, of ga beneden bij mijn voetbank zitten,

Linkjes

studies/stu_wedergeboren.txt · Laatst gewijzigd: 2024/03/16 21:25 door 127.0.0.1