In het engels genaamd: Trinity.
Voor mij is het eerste en belangrijkste (fundamentele) punt in deze lering/stelling/dogma de pré-existentie van Yeshua.
Waarmee bedoeld wordt dat Yeshua al vóór de schepping bestond.
pre-existent bijv.naamw. Uitspraak: [preɛksis'tɛnt] als iets al bestond vóór iets anders
Waarom pre-existentie?
Toen Adam en Eva in zonde vielen viel de mensheid in een geestelijke dood, waarna een lichamelijke dood zou volgen. Letterlijk staat er in Genesis 2:17 “de dood sterven” of “stervende sterven”
Genesis 2:17 Maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven.
“Mot” en “ta·Mut” hebben beide dezelfde stam. H4191
mi·Men·nu Mot ta·Mut H4480 dood sterven
Romeinen 5:12 Daarom, gelijk door een mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben;
1Corinthe 15:45 Aldus staat er ook geschreven: de eerste mens, Adam, werd een levende ziel; de laatste Adam een levendmakende geest.
De val hield in dat de heerschappij die de mens over de aarde/schepping had in handen kwam van Gods vijand zoals uit onderstaande teksten blijkt. Ook de mens kwam onder de heerschappij van satan.
Mattheus 4:8 Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid,
Mattheus 4:9 En zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt.
Lucas 4:5 En hij voerde Hem op een hoogte en toonde Hem al de koninkrijken der wereld in een ogenblik tijds.
Lucas 4:6 En de duivel zeide tot Hem: U zal ik al deze macht geven en hun heerlijkheid, want zij is mij overgegeven, en ik geef haar wie ik wil.
Lucas 4:7 Indien Gij mij dan aanbidt, zal zij geheel van U zijn.
Lucas 4:8 En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Er staat geschreven: Gij zult de Here uw God, aanbidden en Hem alleen dienen.
Omdat God rechtvaardig is moest er een 'mens' komen om de gevallen staat van de mens te herstellen (tikun). Maar deze mens kon niet komen (geboren worden) uit de 'gevallen staat' van Adam en Eva en hun nakomeling. Hiervoor was een 'tweede' Adam nodig, die mens was, maar zonder zonde. Zie hier het wonder dat God deed, de Zoon werd mens, geboren uit een maagd maar door de Geest van God bevrucht.
Hebreeën10:5 Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid;
soma de katertiso moi
lichaam maar bereid mijzelf
katertiso is een samenvoeging van twee woorden:
katá = (een voorzetsel dat twee grammaticale gevallen regelt)
- "omlaag van, d.w.z. van een hoger naar een lager vlak, met speciale verwijzing naar het eindpunt (eindpunt)"
artizō = ('nu', gezien in termen van het heden, d.w.z. 'het hier-en-nu')
- goed, nu gereed, voorbereid om (efficiënt) te functioneren in het onmiddellijke heden.
kata intensiveert artios naar: precies "naar beneden" afgesteld om volledig te functioneren
Dit plan was er al voordat de wereld er was.
Openbaring 13:8 En allen, die op de aarde wonen, zullen het [beest] aanbidden, ieder, wiens naam niet geschreven is in het boek des levens van het Lam, dat geslacht is sedert de grondlegging der wereld.
Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Johannes 1:30 Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt een man, die voor mij geweest is, want Hij was eer dan ik.
Micha 5:2 En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israel en wiens oorsprong is van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
u·mo·tza·'o·Tav mik·Ke·dem mi·Mei o·Lam en zijn voortgaan oudheid dagen langdurend, oudheid, toekomst,
Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Johannes 1:30 Deze is het, van wie ik zeide: Na mij komt een man, die voor mij geweest is, want Hij was eer dan ik.
hos emprosthen mou gegonen hoti protos mou en die bestaan voor mij had omdat voor mij was (hij)
Johannes 8:58 Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Eer Abraham was, ben ik.
prin Abraam genesthai, ego eimi voor Abraham was ik ben
Johannes 17:5 En nu, verheerlijk Gij Mij, Vader, bij Uzelf met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was.
he eichon pro tou ton kosmon einai para soi die ik had voor de de wereld bestond naast U
Colossenzen 1:17 En Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;
Kai autos estin pro panton kai ta panta en auto synesteken en hij is voor alles en de alles in hem samen gebracht (plaats hebben, geëxposeerd, samengesteld, bewijs, samenhang)
Hebreeën 7:3 Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, zonder begin van dagen of einde des levens, en, aan de Zoon van God gelijkgesteld, blijft hij priester voor altoos.
apator ametor agenealogetos zonder vader zonder moeder zonder geslachtsregister mete archen hemeron mete zoes telos noch begin dagen noch leven einde echon aphomoiomenos de to Huio tou Theou bezittend gelijkgemaakt en de Zoon van God menei hiereur eis to dienekes blijvend priester tot de voortdurend (continue, ononderbroken)
Dit is een aanhaling van, verwijzing naar:
Psalm 110:4 De Here heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Melchisedek.
| l'olam | H5769 | oudheid, toekomst, langdurend |
|---|
Openbaring 1:4 Johannes aan de zeven Gemeenten, die in Azië zijn: genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en Die komen zal; en van de zeven geesten, die voor Zijn troon zijn;
Openbaring 1:8 Ik ben de alfa en de omega, zegt de Here God, die is en die was en die komt, de Almachtige.
Openbaring 21:5 En Hij, die op de troon gezeten is, zeide: Zie, Ik maak alle dingen nieuw. En Hij zeide: Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.
Openbaring 21:6 En Hij sprak tot mij: Zij zijn geschied. Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Ik zal de dorstige geven uit de bron van het water des levens, om niet.
Openbaring 22:12 Zie, Ik kom spoedig en mijn loon is bij Mij om een ieder te vergelden, naardat zijn werk is.
Openbaring 22:13 Ik ben de alfa en de omega, de eerste en de laatste, het begin en het einde.
Openbaring 22:14 Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad.
Openbaring 22:15 Buiten zijn de honden en de tovenaars, de hoereerders, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder, die de leugen liefheeft en doet.
Openbaring 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.
Johannes 10:33 De Joden antwoordden Hem: Niet om een goed werk willen wij U stenigen, maar om godslastering en omdat Gij, een mens, Uzelf God maakt.
alla peri blasphemias kai oti sy anthroupos on poieis seauton Theon maar om godslastering en omdat jij een man zijn maakt jezelf God
Filippenzen 2:5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Christus Jezus was,
Filippenzen 2:6 Die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht,
Hos en morphe Theou hypaarchon ouch harpagmon hegesato to einai isa Theo Die in vorm van God bestaat niet vurig verlangen overwoog de te zijn gelijk God (met/als)
Filippenzen 2:7 Maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
alla heauton ekonosen maar zichzelf leeg, zonder inhoud, onwerkelijk (gemaakt heeft)
Colossenzen 1:15 Hij is het beeld van de onzichtbare God, de eerstgeborene der ganse schepping,
Hos estin eikon tou Theou tou aoratou prototkos pases ktiseos Die is beeld van de God van de ongeziene eerstgeborene alles schepping
Colossenzen 1:16 Want in Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, de zichtbare en de onzichtbare, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen;
Colossenzen 1:17 En Hij is voor alles en alle dingen hebben hun bestaan in Hem;
Kai autos estin pro panton kai ta panta en auto synesteken en hij is voor alles en de alles in hem samen gebracht (plaats hebben, geëxposeerd, samengesteld, bewijs, samenhang)
Colossenzen 1:18 En Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente. Hij is het begin, de eerstgeborene uit de doden, zodat Hij onder alles de eerste geworden is.
Colossenzen 1:19 Want het heeft de ganse volheid behaagd in Hem woning te maken,
hoti en auto eudokesen pan to pleroma katoikesai omdat in hem goedvond alles de volheid permanent te vestigen (bewonen)
Titus 2:13 Verwachtende de zalige hoop en de verschijning der heerlijkheid van onze grote God en Heiland, Christus Jezus,
kai epiphaneian tes doxes tou megalou Theou kai Soteros hemon Christou Iesou en verschijning van de glorie van de grote God en Redder van ons Christus Jezus
Hebreeën 1:8 Maar van de Zoon: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid en de scepter der rechtmatigheid is de scepter van zijn koningschap.
pros de ton Huion ho thronos sou ho Theos eis ton aiona tou aionos tot maar de Zoon de troon van jou de God is de tijden der tijden
Yeshua kwam in het 'vlees', een mens zoals wij:
Genesis 3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.
Mattheus 1:1 Geslachtsregister van Jezus Christus, de zoon van David, de zoon van Abraham.
Lucas 3:23 En Hij, Jezus, was, toen Hij optrad, ongeveer dertig jaar, een zoon, naar men meende, van Jozef, de zoon van Eli,
Lucas 3:38 De zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God.
| Jezus | Ἰησοῦ | יְהוֺשֻׁעַ/יֵשׁוּעַ | H3091 | Ye(ho)shua = YHWH is redding |
|---|
Jesaja 60:16 …, en gij zult weten, dat Ik, de Here, uw Redder ben en uw Verlosser, de Machtige Jakobs.
Mattheus 1:18 De geboorte van Jezus Christus geschiedde aldus. Terwijl zijn moeder Maria ondertrouwd was met Jozef, bleek zij, voordat zij gingen samenwonen, zwanger te zijn uit de heilige Geest. Genesis 1:2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren.
| zweefde | מְרַחֶ֖פֶת | m'rachephet | H7363 | broeden, fladderen, (zacht) bewegen, koesteren, schudden, bevruchten |
|---|
Mattheus 1:19 Daar nu Jozef, haar man, rechtschapen was en haar niet in opspraak wilde brengen, was hij van zins in stilte van haar te scheiden.
Mattheus 1:20 Toen die overweging bij hem opkwam, zie, een engel des Heren verscheen hem in de droom en zeide: Jozef, zoon van David, schroom niet Maria, uw vrouw, tot u te nemen, want wat in haar verwekt is, is uit de heilige Geest.
Mattheus 1:21 Zij zal een zoon baren en gij zult Hem de naam Jezus geven. Want Hij is het die zijn volk zal redden van hun zonden.
Mattheus 1:22 Dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden hetgeen de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zeide:
Mattheus 1:23 Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven, hetgeen betekent: God met ons.
Jesaja 9:5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst.
| Kind | יֶ֣לֶד | yeled | H3206 |
|---|---|---|---|
| Zoon | בֵּ֚ן | ben | H1121 |
| Wonderbare | פֶּ֠לֶא | pele | H6382 |
| Raadsman | יוֹעֵץ֙ | yo'etz | H3289 |
| God | אֵ֣ל | el | H410 |
| Sterke | גִּבּ֔וֹר | gibbor | H1368 |
| Sterke God | אֵ֣ל גִּבּ֔וֹר | el gibbor | |
| Eeuwige Vader | אֲבִיעַ֖ד | aviyad | H5703 |
| Vorst | שַׂר־ | sar | H8269 |
| Vrede | שָׁלֽוֹם | shalom | H7965 |
| Vredevorst | שַׂר־שָׁלֽוֹם | sar shalom |
Jesaja 9:6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here der heerscharen zal dit doen.
Openbaring 22:16 Ik, Jezus, heb mijn engel gezonden, om ulieden dit te betuigen voor de gemeenten. Ik ben de wortel en het geslacht van David, de blinkende morgenster.
Genesis 1:1 In den beginne schiep God de hemel en de aarde.
| b'reshit | bara | elohim | et | hashamayim | w'et | ha'eretz |
|---|---|---|---|---|---|---|
| בְּרֵאשִׁ֖ית | בָּרָ֣א | אֱלֹהִ֑ים | אֵ֥ת | הַשָּׁמַ֖יִם | וְאֵ֥ת | הָאָֽרֶץ |
| H7225 | H1254 | H430 | H853 | H8064 | H853 | H776 |
| aleph tav | wav aleph tav |
Aleph tot Tav is het hele hebreeuwse alephbet.
Johannes 1:1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God.
Johannes 1:2 Dit was in den beginne bij God.
Johannes 1:3 Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is.
Johannes 1:14 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond (ge-tabernakeld) en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
Filippenzen 2:6 Die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht,
Filippenzen 2:7 Maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is.
Filippenzen 2:8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises.
kai schemati heuretheis hos anthropos en in voorkomen bewezen als mens(elijk)
Romeinen 5:15 Maar het is met de genadegave niet zo als met de overtreding; want, indien door de overtreding van die ene zeer velen gestorven zijn, veel meer is de genade Gods en de gave, bestaande in de genade van de ene mens, Jezus Christus, voor zeer velen overvloedig geworden.
tou henos anthropou de één mens
Handelingen 7:56 En hij zeide: Zie, ik zie de hemelen geopend en de Zoon des mensen, staande ter rechterhand Gods.
1 Timotheus 2:5 Want er is een God en ook een middelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,
1Johannes 4:1 Geliefden, vertrouwt niet iedere geest, maar beproeft de geesten, of zij uit God zijn; want vele valse profeten zijn in de wereld uitgegaan.
1Johannes 4:2 Hieraan onderkent gij de Geest Gods: iedere geest, die belijdt, dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God;
1Johannes 4:3 En iedere geest, die Jezus niet belijdt, is niet uit God. En dit is de geest van de antichrist, waarvan gij gehoord hebt, dat hij komen zal, en hij is nu reeds in de wereld.
2Johannes 1:7 Want er zijn vele misleiders uitgegaan in de wereld, die de komst van Jezus Christus in het vlees niet belijden. Dit is de misleider en de antichrist.
Hebreeën 2:14 Daar nu de kinderen aan bloed en vlees deel hebben, heeft ook Hij op gelijke wijze daaraan deel gekregen, opdat Hij door zijn dood hem, die de macht over de dood had, de duivel, zou onttronen,
Hebreeën 2:15 en allen zou bevrijden, die gedurende hun ganse leven door angst voor de dood tot slavernij gedoemd waren.
Hebreeën 7:26 Immers, zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven;
Hebreeën10:5 Daarom zegt Hij bij zijn komst in de wereld: Slachtoffer en offergave hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij een lichaam bereid;
Johannes 1:29 De volgende dag zag hij Jezus tot zich komen en zeide: Zie, het lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt.
Lucas 5:20 En hun geloof ziende, zeide Hij: Mens, uw zonden zijn u vergeven.
apheontai soi hai hamartiai sou zijn vergeven jouw de zonden van jou
Lucas 5:21 En de schriftgeleerden en de Farizeeen begonnen te overleggen en zeiden: Wie is deze, die [zulke] godslasterlijke dingen zegt? Wie kan zonden vergeven dan God alleen?
Lucas 5:22 Doch Jezus doorzag hun overleggingen en antwoordde en zeide tot hen: Wat overlegt gij in uw harten?
Lucas 5:23 Wat is gemakkelijker, te zeggen: Uw zonden zijn u vergeven, of te zeggen: Sta op en wandel?
Lucas 5:24 Maar, opdat gij moogt weten, dat de Zoon des mensen macht heeft op aarde zonden te vergeven, zeide Hij tot de verlamde: Tot u zeg Ik, sta op, neem uw bed op en ga naar uw huis.
Lucas 5:25 En onmiddellijk stond hij voor hun ogen op, nam hetgeen, waar hij op gelegen had, mede en ging naar zijn huis, God verheerlijkende.
Lucas 5:26 En ontzetting beving allen en zij verheerlijkten God, en werden met vrees vervuld, zeggende: Wij hebben heden ongelooflijke dingen gezien.
Genesis 1:1 In den beginne schiep Elohim de hemel en de aarde.
| Er wordt algemeen aangenomen dat Elohim een meervoudig zelfstandig naamwoord is met het mannelijke meervoud dat eindigt op “im”. |
|---|
| Wanneer “Elohim” wordt gebruikt voor de ware God, wordt het gevolgd door een enkelvoudig werkwoord; wanneer het wordt gebruikt van valse goden, wordt het gevolgd door het meervoudswerkwoord. |
| Als de meervoudsvorm Elohim de enige vorm zou zijn voor een verwijzing naar God, maar het enkelvoud voor Elohim (Eloah) bestaat en wordt gebruikt in meerdere tekstgedeelten |
Elohim (mv mannelijk) = God(en) = Geest, niet zichtbaar noch tastbaar Deut 6:4 Echad = één Elohah (ev vrouwelijk) (YeHoWaH) El = God, de mannelijke attributen, de motor, oordeel en rechtvaardigheid in zijn puurste vorm (vader, de wet)
Genesis 1:2 De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Ruach van Elohim zweefde over de wateren.
de Geest van God, Ruach (geest, wind) HaQodesh De wind zelf is niet te zien, alleen aan de werken Om deze omschrijvingen kunnen we God geen 'persoon' noemen. zweven is rachaph, een relaxt wachten op een uitvoering die komt in vers 3
Genesis 1:3 En God zeide: Er zij licht; en er was licht.
En Elohim sprak er zij Licht, niet het licht van zon, maan en sterren. Elohim wilde dit Licht. Hij sprak het en deed het. Zoals Yeshua zegt in:
Johannes 14:10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.
Johannes 14:11 Gelooft Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is: of anders, gelooft om de werken zelf.
Het woord wordt niet gesproken als de Vader het niet wil. vai·Yo·mer En Hij sprak E·lo·Him God ye·Hi Laat er/het/hij zijn or Licht.
4 En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis.
vai·Yar En Hij zag E·lo·Him God 'et- (אֶת־) ha·'Or het Licht ki- Tov als goed 'et- maakt van ha·'Or het onderwerp i.p.v. E·lo·Him Rabijnen zeggen dat dit licht het licht van de Messias is (Ik ben het Licht der wereld)
Openbaring 22:13 Ik ben de alfa (alefph) en de omega (tav), de eerste en de laatste, het begin en het einde.
Yeshua is de focus van het hele universum
et, alef (1) tav (400) = 401
ha-or hee (5) alef (1) wav (6) resh 200 = 212 +
613 (geboden in de Torah, het Woord van God)
Johannes 1:14 Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders, vol van genade en waarheid.
Heel Genesis 1 gebruikt Elohim, YHWH wordt pas in Genesis 2:4 gebruikt. Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zij geschapen werden. Ten tijde, dat YHWH Elohim aarde en hemel maakte, YHWH was er dus bij en maakte zelf(s)
Vanaf Genesis 2 is het YHWH Elohim die spreekt door de hele Tanakh, behalve in Genesis 6:13 tegen Noach als Elohim een oordeel uitspreekt over de aarde. De Hee aan het einde van YHWH, de aH van Elohah, het vrouwelijke deel, het genade deel. Dan spreekt Elohim en niet YHWH Elohim. De rabbijnen zeggen als de wereld door alleen El (pure rechtvaardigheid) geschapen was, de wereld opgehouden was te bestaan na de zondeval. Als de wereld alleen door YHWH (pure genade) was geschapen, dan had zonde de wereld overspoeld. Daarom is de wereld door beiden geschapen: Elohim!
Nooit zal de genade van God spreken zonder pure rechtvaardigheid spreken en handelen. Maar zoals b.v. in het boek Jona, torent Gods genade altijd boven zijn oordeel uit, totdat er geen bekering is. Wanneer YHWH Elohim spreekt zien we de genade kant van God.
In Exodus 34:6-7 krijgt Moshé de 'achterkant' van YHWH te zien krijgt. Niet de pure rechtvaardigheid en zelfs niet de pure genade.
Exodus 34:5 En YHWH daalde neder in een wolk, stelde Zich daar bij hem en riep de naam (van) YHWH uit.
Exodus 34:6 YHWH ging aan hem voorbij en riep: YHWH, YHWH, El, barmhartig (ra·Chum) en genadig (ve·chan·Nun), lankmoedig ('E·rech 'ap·Pa·yim slow to anger), groot van goedertierenheid (ve·rav- Che·sed abundant in goodness) en trouw (ve·'e·Met waarheid, geloof),
Exodus 34:7 Die goedertierenheid (che·sed) bestendigt aan duizenden, die ongerechtigheid ('a·Von), overtreding (va·Fe·sha')en zonde (ve·chat·ta·'Ah) vergeeft; maar [de] [schuldige] houdt Hij zeker niet onschuldig, de ongerechtigheid der vaderen bezoekende aan kinderen en kindskinderen, aan het derde en vierde geslacht.
YHWH, YHWH, El, eerst zien we heel veel genade, compassie en verlossing van YHWH. Maar we zien ook de rechtvaardigheid van El. Elohim is een woord dat alle attributen van God omvat en om die reden mannelijk meervoud is. Mannelijk omdat het de perfecte combinatie van mannelijke (vaderlijke) en vrouwelijke (YHWH) attributen zijn vanwaar Hij de wil uitspreekt en uitvoert. In het frans vind je hetzelfde een heterogene groep (mannen en vrouwen) wordt met een mannelijke vervoeging aangesproken.
Genesis 1:26 En Elohim zeide: Laat Ons mensen maken naar ons beeld (bə·ṣal·mê·nū H6754), als onze gelijkenis (kiḏ·mū·ṯê·nū H1823), opdat zij heersen over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over het vee en over de gehele aarde en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. Ons i.c.m. de vervoeging nu (noe) wat ons of onze betekend^
Genesis 3:22 En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer een door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.
Genesis 11:6 En de Yahweh zeide: Zie, het is een volk en zij allen hebben een taal. Dit is het begin van hun streven; nu zal niets van wat zij denken te doen voor hen onuitvoerbaar zijn.
Genesis 11:7 Welaan, laat Ons nederdalen en daar hun taal verwarren, zodat zij elkanders taal niet verstaan.
Jesaja 6:8 Daarop hoorde ik de stem des Heren, die zeide: Wie zal Ik zenden en wie zal voor Ons gaan? En ik zeide: Hier ben ik, zend mij.
trinity-oneness-unity-yachid-vs-echad
Genesis 1:3 En Elohim zeide: Er zij Licht; en er was Licht.
Genesis 1:4 En Elohim zag, dat het Licht goed was (ki tov), en Elohim maakte scheiding tussen het Licht en de Duisternis.
Genesis 1:5 En God noemde het Licht dag, en de Duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de eerste dag.
| Yom Echad | avond en morgen maken de de dag “echad”, één | samengestelde éénheid |
|---|
Genesis 2:7 Toen formeerde de Here God de mens van stof uit de aardbodem en blies de levensadem in zijn neus; alzo werd de mens tot een levend wezen.
| Stof | aphar H6083 | het lichaam |
|---|---|---|
| Levensadem | nismat H5397 chayiem H2416 | (levens)geest |
| Wezen | lenephesh H5315 chayah H2416 | (levende) ziel |
| samengestelde éénheid |
1 Thessalonicenzen 5:23 En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Jezus Christus blijken in allen dele onberispelijk bewaard te blijven. (NT)
Genesis 2:22 En de Here God bouwde de rib, die Hij uit de mens genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot de mens.
Genesis 2:23 Toen zeide de mens: Dit is nu eindelijk been van mijn gebeente en vlees van mijn vlees; deze zal` mannin` heten, omdat zij uit de man genomen is.
Genesis 2:24 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en zij zullen tot één vlees zijn.
| LeBasar Echad | één vlees | samengestelde éénheid |
|---|
Genesis 3:22 En de Here God zeide: Zie, de mens is geworden als Onzer één (k'echad) door de kennis van goed en kwaad; nu dan, laat hij zijn hand niet uitstrekken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij in eeuwigheid zou leven.
Deuteronomium 6:4 Hoor, Israel: de Here is onze God; de Here is een!
Deuteronomium 6:5 Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht.
shema yisrael YHWH elohenu YHWH echad Hoor Israël YHWH onze God YHWH Eén
Voor de betekenis van Echad verwijs ik naar https://biblehub.com/hebrew/259.htm
Strong's Exhaustive Concordance a, alike, alone, altogether, and, anything, apiece, a certain A numeral from 'achad; properly, united, i.e. One; or (as an ordinal) first -- a, alike, alone, altogether, and, any(-thing), apiece, a certain, (dai-)ly, each (one), + eleven, every, few, first, + highway, a man, once, one, only, other, some, together,
1 Johannes 5:20 Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven.
Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij.
Johannes 14:7 Indien gij Mij kendet, zoudt gij ook mijn Vader gekend hebben. Van nu aan kent gij Hem en hebt gij Hem gezien.
Johannes 14:8 Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg.
Johannes 14:9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader?
Johannes 14:10 Gelooft gij niet, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden, die Ik tot u spreek, zeg Ik uit Mijzelf niet; maar de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.
Johannes 14:16 En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn,
Johannes 14:17 De Geest der waarheid, die de wereld niet kan ontvangen, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet; maar gij kent Hem, want Hij blijft bij u en zal in u zijn.
Johannes 14:18 Ik zal u niet als wezen achterlaten. Ik kom tot u.
Johannes 15:26 Wanneer de Trooster komt, die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest der Waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen;
Johannes 17 Hogepriesterlijk gebed.
Mattheus 28:19 [Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.]
2 Corinthe 1:21 Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God,
2 Corinthe 1:22 Die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft.
2 Corinthe 13:13 De genade des Heren Jezus Christus, en de liefde Gods, en de gemeenschap des Heiligen Geestes zij met u allen.
Titus 3:4 Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland [en] God verscheen,
Titus 3:5 Heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de Heilige Geest,
1 Petrus 1:2 De uitverkorenen naar de voorkennis van God, de Vader, in heiliging door de Geest, tot gehoorzaamheid en besprenging met het bloed van Jezus Christus: genade en vrede worde u vermenigvuldigd.
3e eeuw AD allerlei ideeën omtrent de persoon van Yeshua en zijn wezen 4e eeuw arius : Yeshua was van God uitgegaan en daarom lager dan God, Hij leerde dat er een hiërarchie in Gods wezen was. Een aantal bischoppen uit het midden-oosten volgden hem. De bischop van Alexandrië was het er niet mee eens, en trok aan de bel bij Constantijn de Grote (keizer) en de eerste paus? Constantijn riep het eerste concilie bijeen in Nicea, deze duurde 2 maanden Hier kwam een geloofsbelijdenis uit voort die onderscheid maakte tussen God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest Dit zorgde voor meer verwarring. In 381 werd dit aangenomen als de officiële geloofsbelijdenis van de Katholieke kerk tijdens het concilie van Constantinopel. Dit bracht een nog grotere verwijdering tussen het christendom en jodendom.
Tertulian (3e eeuw)