Terug naar Bijbel index Terug naar Boek index

Psalmen 111


1 Halleluja. Ik zal de Here van ganser harte loven, in de kring der oprechten en in de vergadering.
2 Groot zijn de werken des Heren, na te speuren door allen die er behagen in hebben.
3 Majesteit en luister is zijn doen, en zijn gerechtigheid houdt eeuwig stand.
4 Hij heeft voor zijn wonderen een gedachtenis gesticht; genadig en barmhartig is de Here.
5 Hij gaf spijze aan wie Hem vrezen, en gedenkt voor eeuwig zijn verbond.
6 Hij deed zijn volk de kracht van zijn werken kennen door hun de erve der heidenen te geven.
7 De werken zijner handen zijn waarheid en recht, betrouwbaar zijn al zijn bevelen,
8 Vastgesteld voor immer en altoos, volbracht in waarheid en oprechtheid.
9 Hij heeft aan zijn volk verlossing gezonden, Hij heeft zijn verbond voor eeuwig verordend; heilig en geducht is zijn naam.
10 De vreze des Heren is het begin der wijsheid, een goed inzicht hebben allen die ze betrachten. Zijn lof houdt eeuwig stand.