Terug naar Bijbel index Terug naar Boek index

Numeri 27


1 En de dochters van Selofchad, de zoon van Chefer, de zoon van Gilead, de zoon van Makir, de zoon van Manasse, van de geslachten van Manasse, de zoon van Jozef (en dit zijn de namen van zijn dochters: Machla, Noa, Chogla, Milka en Tirsa) naderden,
2 En stelden zich voor Mozes en de priester Eleazar en de vorsten en de gehele vergadering aan de ingang van de tent der samenkomst en zeiden:
3 Onze vader is in de woestijn gestorven, hoewel hij niet behoorde tot de bende, die tegen de Here samenspande, tot de bende van Korach, maar om zijn eigen zonde is hij gestorven, en hij had geen zonen.
4 Waarom zal de naam van onze vader uit het midden der geslachten verdwijnen, daar hij geen zoon heeft? Geef ons bezit onder de broeders van onze vader.
5 Toen bracht Mozes haar rechtsvraag voor het aangezicht des Heren.

rechtsvraag is : H4941 MiSh'PaTaN
Deze vergrote noen sofit is een heel speciaal geval. Het verschijnt aan het einde van het woord משפטן (mishpatan), wat het woord משפט (mishpat) is. Normaal gesproken wordt dit woord gespeld zonder een noen sofit, en het is alleen op deze plaats waar deze spelling voorkomt, met extra aandacht voor dit vergrote karakter. De symbolische betekenissen van de noen omvatten uithoudingsvermogen, trouw, constantheid, en ziel. Door een noen sofit toe te voegen aan het einde van dit specifieke woord, dat op alle andere plaatsen in de Tanakh geen noen sofit heeft, leidt YHWH ons naar de volgende passages:

Lukas 21:19 door uw volharding zult gij uw leven verkrijgen.

Lukas 18:1-8 De gelijkenis van de onrechtvaardige rechter

1 Thessalonicenzen 5:17-18 bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u.

De dochters van Tze·la·fe·Chad (hier zit het woord ECHAD in) kwamen naar Moshe omdat ze de erfenis van hun vader zouden verliezen omdat hij geen zonen had. Ze vonden dat ze dan het land van hun vader moesten erven om het in de familie te houden. Moshe bracht hun zaak (mishpatan) voor YHWH voor een uitspraak en YHWH stemde ermee in dat ze het recht hadden om het land van hun vader te erven, zolang ze binnen hun eigen stam trouwden. Door hun geduldige uithoudingsvermogen behielden ze hun ziel en werden ze ervoor beloond. Evenzo, als de volgelingen van Mashiach Yeshua het eeuwige leven willen beërven, moeten ze hetzelfde type geduldig uithoudingsvermogen hebben om hun ziel voor eeuwig te winnen.

6 En de Here zeide tot Mozes:
7 De dochters van Selofchad hebben gelijk; gij zult haar voorzeker erfelijk bezit onder de broeders van haar vader geven, en gij zult het erfdeel van haar vader op haar doen overgaan.
8 En tot de Israelieten zult gij aldus spreken: Wanneer iemand sterft zonder een zoon te hebben, dan zult gij zijn erfdeel op zijn dochter doen overgaan.
9 Heeft hij geen dochter, dan zult gij zijn erfdeel aan zijn broeders geven.
10 Heeft hij geen broeders, dan zult gij zijn erfdeel aan de broeders van zijn vader geven.
11 En heeft zijn vader geen broeders, dan zult gij zijn erfdeel geven aan de naaste bloedverwant uit zijn geslacht, opdat die het bezitte. En dit zal voor de Israelieten tot een rechtsinzetting zijn, zoals de Here aan Mozes geboden heeft.
12 En de Here zeide tot Mozes: Beklim dit gebergte Abarim, en aanschouw het land, dat Ik de Israelieten gegeven heb.
13 Als gij het aanschouwd hebt, dan zult ook gij tot uw voorgeslacht vergaderd worden, zoals uw broeder Aaron;
14 Omdat gij in de woestijn Sin, toen de vergadering opstandig was, mijn bevel om Mij voor hun ogen bij het water te heiligen, weerstreefd hebt. Dat is het water van Meribat-kades in de woestijn Sin.
15 Toen sprak Mozes tot de Here:
16 De Here, de God der geesten van alle levende schepselen, stelle over de vergadering een man,
17 Die voor hun aangezicht uitgaat en die voor hun aangezicht ingaat, en die hen doet uittrekken en hen weer terugbrengt, opdat de vergadering des Heren niet zij als schapen die geen herder hebben.

Johannes 10:11 Ik (Jesjoea)ben de Goede Herder.

18 Toen zeide de Here tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon van Nun, een man, van geest vervuld, en leg hem uw hand op,

Mattheus 3:13-17 Johannes de Doper doopt Jesjoea.

19 En stel hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering, en geef hem in hun tegenwoordigheid uw bevelen
20 En leg op hem van uw heerlijkheid, opdat de gehele vergadering der Israelieten het hore.
21 Hij zal voor de priester Eleazar staan, opdat deze voor het aangezicht des Heren de beslissing van de Urim voor hem vrage; op zijn bevel zullen zij uitrukken en op zijn bevel zullen zij inrukken, hij en alle Israelieten met hem, en de gehele vergadering.

Mattheus 3:17 De Vader getuigt van Zijn Zoon.

22 En Mozes deed, zoals de Here hem geboden had, en hij nam Jozua en stelde hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering;
23 Hij legde hem zijn handen op en gaf hem zijn bevelen, zoals de Here door de dienst van Mozes gesproken had.