Hoofdstuk 46


1. In die dagen zat Jozef nog gevangen in het gevangenhuis in het land Egypte.
2. In die tijd stonden twee hovelingen van farao voor hem, de overste der schenkers en de overste der bakkers van de koning van Egypte.
3. De schenker schonk wijn en zette dit voor de koning om te drinken. De bakker zette brood voor de koning om te eten, en de koning dronk van de wijn en at van het brood. Ook zijn dienaren en ministers aten aan des konings tafel.
4. Als zij zaten te eten en te drinken dan waren de schenker en de bakker erbij, en farao's ministers vonden vliegen in de wijn die de schenker had gebracht, en stenen met salpeter werden gevonden in het brood van de bakker.
5. De hoofdopzichter stelde Jozef aan als bediende van Farao's hovelingen, en farao's hovelingen waren daar een jaar in bewaring.
6. Aan het einde van het jaar hadden zij beiden in dezelfde nacht een droom, in bedienen zoals gewoonlijk, en hij zag hen aan, en zie, hun gelaatsuitdrukkingen waren ontmoedigd en droevig.
7. Jozef vroeg hen: Waarom zijn uw aangezichten vandaag droevig en ontmoedigd? Toen zeiden zij tot hem: Wij droomden een droom, en er is niemand om hem uit te leggen. Jozef zei tot hen: Vertel uw droom aan mij, en God zal u een antwoord geven dat u bevredigt.
8. De schenker vertelde Jozef zijn droom, en hij zei: In mijn droom zag ik een grote wijnstok voor mij, en aan die wijnstok zag ik drie ranken, en de wijnstok botte snel en bereikte een grote hoogte, en zijn trossen waren gerijpt en werden druiven.
9. Ik nam de druiven en drukte ze uit in een beker, en ik gaf die in faraols hand en hij dronk En Jozef zei tot hem: De drie ranken op de wijnstok zijn drie dagen.
10. Binnen drie dagen zal de koning bevelen dat u wordt ontslagen uit deze gevangenis en hij zal u in uw staat herstellen, en u zult de koning wijn te drinken geven zo als vroeger toen u zijn schenker waart; maar wees zo vriendelijk om mijner te gedenken bij farao wanneer het u wel zal gaan, en doe toch weldadigheid aan mij, en maak dat ik uit dit huis kome, want ik was ontstolen uit het land Kanaân en werd hier als slaaf verkocht.
11. Ook datgene dat u was verteld over mijn meester's huisvrouw is onjuist, want zij plaatsten mij in deze kerker voor niets. De schenker antwoordde Jozef zeggende: Indien de koning goed met mij handelt zoals eerst, zoals u mij hebt uitgelegd, dan zal ik alles doen wat u verlangt, en maken dat u uit deze kerker komt.
12. De bakker, die zag dat Jozef de droom van de schenker nauwkeurig had uitgelegd, die naderde ook en vertelde Jozef zijn gehele droom.
13. Hij zei tot hem: In mijn droom zag ik drie witte korven op mijn hoofd, en ik zag in de bovenste korf allerlei soorten bakwerk voor farao, en zie het gevogelte at het uit de korf boven mijn hoofd.
14. Jozef zei tot hem: De drie korven die u heeft gezien zijn drie dagen; binnen drie dagen zal farao u (laten) onthoofden, en u aan een hout hangen, en de vogels zullen uw vlees van u eten, zoals u in uw droom hebt gezien.
15. In die dagen zou de koningin baren, en op die dag baarde zij de koning van Egypte een zoon, en er werd bekendgemaakt dat de koning zijn eerstgeboren zoon had verkregen en al de mensen van Egypte tezamen met de hovelingen en dienaren van farao verheugden zich grotelijks.
16. Op de derde dag na zijn geboorte gaf farao een feest voor zijn hovelingen en dienaren, voor de menigte van het land Zoar en van het land Egypte.
17. AI de mensen van Egypte en de dienaren van farao kwamen om met de koning te eten en te drinken op het feest van zijn zoon, en om zich te verheugen met de vreugde des konings.
18. Alle hovelingen van de koning en zijn dienaren feestten toen acht dagen lang op het feest, en zij maakten pret met allerlei soorten muziekinstrumenten, met tamboerijnen en met dansen in 's konings huis gedurende acht dagen.
19. De schenker, aan wie Jozef zijn droom had uitgelegd, vergat Jozef, en hij maakte geen melding van hem bij de koning zoals hij had beloofd, want dit was vanwege de Heer om Jozef te straffen omdat hij op mensen had gebouwd.
20. Jozef bleef hierna nog twee jaren in het gevangenhuis, tot er twaalf jaren om waren.