Inhoud

Zelfstandig Naamwoord

Een hebreeuws zelfstandig naamwoord heeft twee eigenschappen

1. geslacht
2. aantal (enkelvoud/meervoud)

Geslacht

Geslacht is mannelijk (aangeduid met een ) of vrouwelijk (aangeduid met een )

in 99% van de gevallen wanneer een woord eindigt op een is het vrouwelijk.

Enkelvoud/Meervoud

Aantal is enkelvoudig of meervoudig, in het nederlands is het 1 boek, 2 boeken.
Het hebreeuws maakt onderscheidt tussen mannelijk en vrouwelijk meervoud.

Mannelijk eindigt op iem →
Het woord ach → broer → wordt in het meervoud achiem →

Vrouwelijk eindigt op oot → of
Het woord eem → moeder → wordt in het meevoud imoot →
De meervoudsvorm krijgt in dit geval ook een wijziging in de eerste klinker van ee naar i.

Het woord shabbat → wordt in het meervoud shabbatoot →

Afwijkingen

Er zijn mannelijke woorden die eindigen met een
Het woord moreh → leraar → wordt in het meervoud moriem →
Het woord av → vader → wordt in het meervoud avoot →
Het vrouwelijke woord milah → woord → wordt in het meervoud miloot →
Het woord woord berakhah → zegen → wordt in het meevoud berakhoot →

Woorden die eindigen op iem of oot die geen meervoud zijn:
Het woord Elohiem → God, god, goden →
Hier hangt het af van het werkwoord dat er achter staat, is dit enkelvoud dan is het God/god anders goden
Het zelfde geldt voor paniem → gezicht, en ook mayiem → water

Het woord achoot → zuster → wordt in het meervoud achootoot →

Soms verdwijnen of verschijnen er letters:
Het woord bat → dochter → wordt in het meervoud banoot →
Het woord torah → onderwijzing → wordt in het meervoud toroot →
Het woord sepher → boek → wordt in het meervoud s'phariem →

Het woord na'ar → jeugd (m) → wordt in het meervoud na'ariem →
Het woord na'arah → jonge vrouw → wordt in het meervoud na'aroot →

Algemene regels