Terug naar Bijbel index Terug naar Boek index

Handelingen 19


1 En terwijl Apollos te Korinte was, geschiedde het, dat Paulus, na door de bovenlanden gereisd te zijn, te Efeze kwam, en daar enige discipelen vond.
2 En hij zeide tot hen: Hebt gij de Heilige Geest (Pneuma Hagion) ontvangen, toen gij tot het geloof kwaamt? Doch zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, dat er een Heilige Geest is.

ontvangen = https://biblehub.com/greek/2983.htm
onderandere:
accepteren, gegrepen (1), getrouwd (2), trouwen (2), verkregen (1 ), bezetten (1), ingehaald (1), 
geplukt (2), ontvangen (63), ontvangen (48), ontvangt (14), ontvangen (6), grijpt (1), 
genomen (24), genomen (7), genomen (3), genomen (9), genomen (50).

Het is een actieve handeling:
2983 lambánō (from the primitive root, lab-, meaning "actively lay hold of to take or receive," 
see NAS dictionary) – properly, to lay hold by aggressively (actively) accepting what is available (offered). 
2983 /lambánō ("accept with initiative") emphasizes the volition (assertiveness) of the receiver.

3 En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In de doop van Johannes.
4 Maar Paulus zeide: Johannes doopte een doop van bekering en zeide tot het volk, dat zij moesten geloven in Hem, die na hem kwam, dat is in Jezus.
5 En toen zij dit hoorden, lieten zij zich dopen in de naam van de Here Jezus.

naam = https://biblehub.com/greek/3686.htm
3686 ónoma – name; (figuratively) the manifestation or revelation of someone's character, 
i.e. as distinguishing them from all others. 
Thus "praying in the name of Christ" means to pray as directed (authorized) by Him, 
bringing revelation that flows out of being in His presence. 
"Praying in Jesus' name" therefore is not a "religious formula" just to end prayers (or get what we want)!

["According to Hebrew notions, a name is inseparable from the person to whom it belongs, 
i.e. it is something of his essence. Therefore, in the case of the God, it is specially sacred".]

6 En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.

kwam =  https://biblehub.com/greek/2064.htm
        arrival (1), arrived (1), brought (1), came (225), come (222), comes (64), coming (87), 
        entered (2), expected (3), fall (2), falls (1), give (1), go (1), going (2), grown (1), 
        lighting (1), next (1), turned (1), went (18).
        
tongen = https://biblehub.com/greek/1100.htm
         1100 glṓssa – tongue, used of flowing speech; (figuratively) speaking, inspired by God, 
         like the evidence of tongues-speaking supplied by the Lord in the book of Acts to demonstrate 
         the arrival of the new age of the covenant (i.e. NT times).

[The normative experience of the 120 believers received "tongues (1100 /glṓssa) as of fire" (Ac 2:3) 
and miraculously spoke in other actual languages, i.e. that they could not speak before (Ac 2:4f). 
This sign was repeated in Ac 10:46, 19:6 – furnishing ample proof (three attestations) 
that the Lord had incorporated all believers into Christ's (mystical) body (1 Cor 12:13).]

7 En het waren in het geheel ongeveer twaalf mannen.
8 En Paulus ging naar de synagoge en trad drie maanden lang vrijmoedig op, om hen door besprekingen te overtuigen aangaande het Koninkrijk Gods.

waar => de synagoge https://biblehub.com/greek/4864.htm
        a bringing together, by ext. an assembling, hence a synagogue
wat =>  het koninkrijk van God (basileias tou Theou)

overtuigen = https://biblehub.com/greek/3982.htm
             3982 peíthō(the root of 4102 /pístis, "faith") – to persuade; 
             (passive) be persuaded of what is trustworthy.
             
             The Lord persuades the yielded believer to be confident in His preferred-will 
             (Gal 5:10; 2 Tim 1:12). 
             3982 (peíthō) involves "obedience, but it is properly the result of (God's) persuasion".

9 Maar toen sommigen verhard en ongehoorzaam bleven en ten aanhoren van de menigte kwaad bleven spreken van de weg, maakte hij zich van hen los en zonderde zijn discipelen af, terwijl hij dagelijks besprekingen hield in de gehoorzaal van Tyrannus.

discipelen = https://biblehub.com/greek/3101.htm
             3101 mathētḗs (from math-, the "mental effort needed to think something through") 
             – properly, a learner; a disciple, a follower of Christ who learns the doctrines 
             of Scripture and the lifestyle they require; 
             someone catechized with proper instruction from the Bible with its necessary 
             follow-through (life-applications). 
             See also 3100 /mathēteúō ("to disciple" Latin)

10 En dit ging twee jaar lang zo voort, zodat allen, die in Asia woonden, het woord des Heren hoorden, Joden zowel als Grieken.
11 En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus,
12 Zodat ook zweetdoeken of gordeldoeken van zijn lichaam aan de zieken gebracht werden en hun kwalen van hen weken en de boze geesten uitvoeren.

boze geesten = pneumata ta ponēra (https://biblehub.com/greek/4190.htm)
               4190 ponērós (an adjective which is also used substantively, 
               derived from 4192 /pónos, "pain, laborious trouble") – properly, pain-ridden, 
               emphasizing the inevitable agonies (misery) that always go with evil.

13 En ook enige van de rondreizende Joodse geestenbezweerders waagden het over hen, die zulke boze geesten hadden, de naam van de Here Jezus te noemen met de woorden: Ik bezweer u bij de Jezus, die Paulus predikt.

geestenbezweerders = https://biblehub.com/greek/1845.htm
                     Cognate: 1845 eksorkistḗs – an exorcist; a person expelling demons, 
                     adjuring (binding) them by using oaths ("God-formulas," religious incantations). 
                     See 1844 (eksorkizō).

14 Het waren nu zeven zonen van een zekere Skevas, een Joodse overpriester, die dit deden.
15 Maar de boze geest antwoordde en zeide tot hen: Jezus ken ik en van Paulus weet ik maar wie zijt gij?
16 En de mens, in wie de boze geest was, sprong op hen af, overweldigde hen tezamen en bleek zoveel sterker dan zij, dat zij zonder kleren en gewond uit dat huis moesten vluchten.
17 En dit werd bekend aan allen, Joden en Grieken, die te Efeze woonden, en vrees overviel hen allen, en de naam van de Here Jezus werd grootgemaakt;

Here = https://biblehub.com/greek/2962.htm
       2962 kýrios – properly, a person exercising absolute ownership rights; lord (Lord).
       [In the papyri, 2962 (kýrios) likewise denotes an owner (master) exercising full rights.]
       
In de LXX wordt YHWH vertaald met Kyrios, 
Genesis 15:2 adonai YHWH, in de LXX despota kyrie 

18 En velen van hen, die gelovig geworden waren, kwamen hun schuld belijden en uitspreken wat zij bedreven hadden.
19 En enigen van degenen, die toverkunsten hadden uitgeoefend, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze ten aanschouwen van allen. En men berekende de waarde ervan en stelde die vast op vijftigduizend zilverstukken.

toverkunsten = https://biblehub.com/greek/4021.htm
               Cognate: 4021 períergos (an adjective, derived from 4012 /perí, "all around" and 2041 /érgon, "work") 
               – properly, worked all-around, which describes "over-doing" 
               – i.e. spending excessive time (effort) where it doesn't belong (or should not happen). 

20 Zo wies het woord des Heren krachtig en het werd sterker.
21 En toen dit alles voorbij was, nam Paulus zich voor door Macedonie en en Achaje naar Jeruzalem te reizen, en hij zeide: Als ik daar geweest ben, moet ik ook Rome zien.
22 En hij zond twee van zijn helpers, Timoteus en Erastus, naar Macedonie, maar hij bleef zelf nog een tijd lang in Asia.

helpers = https://biblehub.com/greek/1247.htm
          Cognate: 1247 diakonéō (from 1249 /diákonos) 
          – actively serve 
          – literally, "kicking up dust" because "on the move." See 1249 (diakonos).
          
          1247 /diakonéō ("to serve") means caring for the needs of others as the Lord guides in an active, 
          practical way.
          
          [See the close connection of faith (4102 /pístis) and 1247 (diakonéō) in: Ac 6:2-7; 1 Tim 3:9,10; Heb 6:10-12.]

23 En omstreeks dat tijdstip ontstond er geen geringe opschudding inzake de weg.

de weg, in hebreeuws HaDerekh => https://biblehub.com/greek/3598.htm
                                 highway, journey, path, road, street, way.

24 Want iemand, genaamd Demetrius, een zilversmid, die zilveren Artemistempels vervaardigde, verschafte aan de mannen van het vak niet weinig inkomsten.

Artemis = is de godin van de jacht, de wildernis, wilde dieren, de natuur, de vegetatie, de bevalling, 
          de zorg voor kinderen en kuisheid. 
          Andere namen: Selene, de personificatie van de maan. De godin Diana is haar Romeinse equivalent.

25 Hij riep dezen bijeen, met de werklieden in dit vak, en zeide: Mannen, gij weet, dat wij aan dit werk onze welvaart danken,
26 En gij ziet en hoort, dat deze Paulus een talrijke schare, niet alleen van Efeze, maar ook van bijna geheel Asia, overgehaald en afkerig gemaakt heeft door te zeggen, dat goden, die met handen worden gemaakt, geen goden zijn;
27 En wij lopen niet alleen gevaar, dat deze tak van arbeid niet meer in tel zal zijn, maar ook, dat het heiligdom van de grote godin Artemis van geen betekenis meer geacht zal worden, en dat zij ook van haar luister beroofd zal worden, zij, die door geheel Asia en de ganse wereld als godin wordt vereerd.
28 Toen zij nu dit hoorden, riepen zij in heftige opwinding: Groot is de Artemis der Efeziers!
29 En de stad werd een en al verwarring en zij stormden als een man naar het theater en sleurden Gajus en Aristarchus, Macedonische reisgenoten van Paulus, mede.

theater = https://biblehub.com/greek/2302.htm
          Cognate: 2302 théatron (the root of the English term, "theatre") 
          – a theatre; a place for public exhibition; (figuratively) the public display of putting 
          someone "on exhibit" to be mocked at as a spectacle (cf. 1 Cor 4:9). See 2300 (theáomai).

30 En toen Paulus zich onder het volk wilde begeven, lieten de discipelen hem dit niet toe;
31 Zelfs zonden enige van de oversten van Asia, die hem welgezind waren, hem de waarschuwing, zich niet in het theater te wagen.
32 Nu riep de een dit, de ander dat, want de volksvergadering was verward en de meesten wisten niet eens, waartoe zij samengekomen waren.
33 En uit de schare gaf men inlichtingen aan Alexander, die de Joden naar voren geschoven hadden, en Alexander wenkte met de hand en wilde een verdedigingsrede houden voor het volk.

verdedigingsrede = https://biblehub.com/greek/626.htm
                   Cognate: 626 apologéomai – properly, to reason from solid proof (sound logic); 
                   to make a compelling defense with sound logic (argumentation). See 627 (apologia).

34 Maar toen zij bemerkten, dat hij een Jood was, ging er een geroep van allen op, wel twee uren lang: Groot is de Artemis der Efeziers!
35 Maar de secretaris der stad bracht de schare tot kalmte, doordat hij zeide: Mannen van Efeze! Wie ter wereld weet niet, dat de stad der Efeziers de tempelbewaarster is van de grote Artemis en van het beeld, dat uit de hemel is gevallen?

beeld = ? staat er niet
        
uit de hemel gevallen = tou diopetous => uit de lucht gevallen

36 Daar dit nu buiten kijf is, hebt gij u kalm te houden en niets overijlds te doen.
37 Want gij hebt deze mannen opgebracht, zonder dat zij tempelrovers zijn, of onze godin lasteren.
38 Indien derhalve Demetrius en zijn vakgenoten iets tegen iemand hebben in te brengen, er worden rechtszittingen gehouden en er zijn landvoogden; laten zij een aanklacht tegen elkander indienen.
39 En indien gij nog iets meer te verlangen hebt, zal dit in de wettige volksvergadering worden beslist.
40 Want wij lopen gevaar van oproer te worden aangeklaagd om de dag van heden, daar er geen enkele reden is aan te voeren, waarover wij verantwoording zullen kunnen afleggen, terzake van deze samenscholing. En met deze woorden ontbond hij de volksvergadering.