^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 9 ===== \\ [[psalmen9-1 |1 ]] Voor de koorleider. Op de wijze van: De dood van de zoon. Een psalm van David. \\ [[psalmen9-2 |2 ]] Ik zal U loven, Here, met mijn ganse hart, ik wil al uw wonderen verhalen; \\ [[psalmen9-3 |3 ]] In U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste, \\ [[psalmen9-4 |4 ]] Nu mijn vijanden terugdeinzen, struikelen en vergaan voor uw aangezicht. \\ [[psalmen9-5 |5 ]] Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen. \\ [[psalmen9-6 |6 ]] Gij hebt de volken gedreigd, de goddelozen te gronde gericht, hun naam hebt Gij uitgewist voor altoos en immer; \\ [[psalmen9-7 |7 ]] De vijanden zijn weg (eeuwige puinhopen), want steden hebt Gij verwoest, zelfs hun gedachtenis is vergaan. \\ [[psalmen9-8 |8 ]] Maar de Here zetelt voor eeuwig, zijn rechterstoel heeft Hij ten gerichte gezet; \\ [[psalmen9-9 |9 ]] Ja, Hij oordeelt de wereld in gerechtigheid, Hij richt de natien in rechtmatigheid. \\ [[psalmen9-10 |10 ]] Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. \\ [[psalmen9-11 |11 ]] Daarom vertrouwen op U wie uw naam kennen, want Gij hebt nooit verlaten wie U zoeken, o Here. \\ [[psalmen9-12 |12 ]] Psalmzingt de Here, die op Sion woont, verkondigt onder de volken zijn daden. \\ [[psalmen9-13 |13 ]] Want Hij, die de bloedschuld wreekt, gedenkt hunner, het geroep der ellendigen vergeet Hij niet. \\ [[psalmen9-14 |14 ]] Wees mij genadig, Here; zie mijn ellende, door mijn haters mij berokkend, Gij die mij opheft uit de poorten des doods, \\ [[psalmen9-15 |15 ]] Opdat ik verhale al uw roemrijke daden, in de poorten der dochter van Sion juiche over uw heil. \\ [[psalmen9-16 |16 ]] De volken zijn verzonken in de kuil die zij dolven; in het net dat zij verborgen, raakte hun voet verward. \\ [[psalmen9-17 |17 ]] De Here deed Zich kennen, Hij handhaafde het recht; in het werk van zijn handen is de goddeloze verstrikt. higgajon, [sela] \\ [[psalmen9-18 |18 ]] De goddelozen keren om naar het dodenrijk, al de volken die God vergeten. \\ [[psalmen9-19 |19 ]] Want niet voorgoed blijft de arme vergeten, niet voor immer gaat de hoop der ootmoedigen teloor. \\ [[psalmen9-20 |20 ]] Sta op, Here, laat de sterveling niet zegepralen, laat de volken voor uw aanschijn gericht worden. \\ [[psalmen9-21 |21 ]] Jaag hun schrik aan, Here, zodat de volken erkennen, dat zij stervelingen zijn. [sela] ^ [[psalmen8| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen10|volgend hoofdstuk]] ^