^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 144 ===== \\ [[psalmen144-1 |1 ]] Van David. Geprezen zij de Here, mijn rots, die mijn handen oefent ten strijde, mijn vingers tot de krijg. \\ [[psalmen144-2 |2 ]] Mijn goedertierenheid en mijn vesting, mijn burcht en mijn bevrijder, mijn schild en bij wie ik schuil, die volken aan mij onderwerpt. \\ [[psalmen144-3 |3 ]] Here, wat is de mens, dat Gij op hem let, het mensenkind, dat Gij acht op hem slaat? \\ [[psalmen144-4 |4 ]] De mens is gelijk aan een ademtocht, zijn dagen zijn als een voorbijglijdende schaduw. \\ [[psalmen144-5 |5 ]] Here, neig uw hemel en daal neder, raak de bergen aan, dat zij roken; \\ [[psalmen144-6 |6 ]] Slinger uw bliksem en verstrooi hen, werp uw pijlen en breng hen in verwarring; \\ [[psalmen144-7 |7 ]] Strek uw hand uit den hoge uit, bevrijd mij en red mij uit grote wateren, uit de macht der vreemden, \\ [[psalmen144-8 |8 ]] Wier mond leugen spreekt, wier rechterhand een hand van bedrog is. \\ [[psalmen144-9 |9 ]] O God, een nieuw lied wil ik U zingen, met de tiensnarige harp wil ik U psalmzingen, \\ [[psalmen144-10 |10 ]] U, die de koningen de overwinning geeft, en David, uw knecht, bevrijdt van het boze zwaard. \\ [[psalmen144-11 |11 ]] Bevrijd en red mij uit de macht der vreemden, wier mond leugen spreekt, wier rechterhand een hand van bedrog is. \\ [[psalmen144-12 |12 ]] Dat onze zonen zijn als planten, hoog opgegroeid in haar jeugd, onze dochters als hoekzuilen, gebeeldhouwd als voor een paleis; \\ [[psalmen144-13 |13 ]] Dat onze voorraadschuren gevuld zijn, leverende allerlei waren, dat onze kudden bij duizenden, bij tienduizenden zich vermeerderen op onze weiden; \\ [[psalmen144-14 |14 ]] Dat onze runderen wel dragen; dat er geen bres zij en geen vlucht, en geen geschreeuw op onze pleinen. \\ [[psalmen144-15 |15 ]] Welzalig het volk, waarmee het zo gaat! welzalig het volk, welks God de Here is! ^ [[psalmen143| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen145|volgend hoofdstuk]] ^