^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 119 ===== {{:medeklinkers:01_alef.png?20|}} aleph, [[https://biblehub.com/hebrew/835.htm|H835]] 'ash·Rei => gezegend \\ [[psalmen119-1 |1 ]] __Welzalig__ zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. \\ [[psalmen119-2 |2 ]] Welzalig zij, die zijn getuigenissen bewaren, die Hem van ganser harte zoeken; \\ [[psalmen119-3 |3 ]] Die ook geen onrecht plegen, [maar] wandelen in zijn wegen. \\ [[psalmen119-4 |4 ]] Gij hebt uw bevelen geboden, opdat men die ijverig onderhoude. \\ [[psalmen119-5 |5 ]] Och, dat mijn wegen vast waren om uw inzettingen te onderhouden. \\ [[psalmen119-6 |6 ]] Dan zou ik niet beschaamd staan, als ik op al uw geboden zie. \\ [[psalmen119-7 |7 ]] Ik zal U loven in oprechtheid des harten, wanneer ik uw rechtvaardige verordeningen leer. \\ [[psalmen119-8 |8 ]] Uw inzettingen zal ik onderhouden; verlaat mij niet geheel en al. \\ {{:medeklinkers:02_beet.png?20|}} beet, [[https://biblehub.com/hebrew/4100.htm|H4100]] bam·Meh => Hoe \\ [[psalmen119-9 |9 ]] __Waarmede__ zal de jongeling zijn pad rein bewaren? Als hij dat houdt naar uw woord. \\ [[psalmen119-10 |10 ]] Ik zoek U met mijn ganse hart, laat mij niet van uw geboden afdwalen. \\ [[psalmen119-11 |11 ]] Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. \\ [[psalmen119-12 |12 ]] Geprezen zijt Gij, Here; leer mij uw inzettingen. \\ [[psalmen119-13 |13 ]] Met mijn lippen verkondig ik alle verordeningen van uw mond. \\ [[psalmen119-14 |14 ]] In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. \\ [[psalmen119-15 |15 ]] Uw bevelen zal ik overdenken en op uw paden zal ik letten. \\ [[psalmen119-16 |16 ]] In uw inzettingen zal ik mij verlustigen, uw woord zal ik niet vergeten. \\ {{:medeklinkers:03_gimel.png?15|}} gimmel, [[https://biblehub.com/hebrew/1580.htm|H1580]] ge·Mol => handel overvloedig \\ [[psalmen119-17 |17 ]] Doe wel aan uw knecht, dan zal ik leven en uw woord onderhouden. \\ [[psalmen119-18 |18 ]] Ontdek mijn ogen, opdat ik aanschouwe de wonderen uit uw wet. \\ [[psalmen119-19 |19 ]] Ik ben een vreemdeling op aarde, verberg uw geboden niet voor mij. \\ [[psalmen119-20 |20 ]] Mijn ziel wordt verteerd van verlangen naar uw verordeningen te allen tijde. \\ [[psalmen119-21 |21 ]] Gij bedreigt de vervloekte overmoedigen, die van uw geboden afdwalen. \\ [[psalmen119-22 |22 ]] Wentel smaad en verachting van mij af, want ik bewaar uw getuigenissen. \\ [[psalmen119-23 |23 ]] Al zetten vorsten zich neder, al beraadslagen zij tegen mij, uw knecht overdenkt uw inzettingen. \\ [[psalmen119-24 |24 ]] Ja, uw getuigenissen zijn mijn verlustiging, zij zijn mijn raadslieden. \\ {{:medeklinkers:04_dalet.png?20|}} dalet, [[https://biblehub.com/hebrew/1692.htm|H1692]] da·ve·Kah => kleef \\ [[psalmen119-25 |25 ]] Mijn ziel __kleeft__ aan het stof, maak mij levend naar uw woord. \\ [[psalmen119-26 |26 ]] Mijn wegen heb ik verhaald en Gij hebt mij geantwoord, leer mij uw inzettingen. \\ [[psalmen119-27 |27 ]] Doe mij de weg uwer bevelen verstaan, opdat ik uw wonderen overdenke. \\ [[psalmen119-28 |28 ]] Mijn ziel schreit van kommer, richt mij op naar uw woord. \\ [[psalmen119-29 |29 ]] Doe de weg der leugen van mij wijken en schenk mij genadig uw wet. \\ [[psalmen119-30 |30 ]] Ik verkies de weg der waarheid, Ik stel uw verordeningen voor mij. \\ [[psalmen119-31 |31 ]] Ik klem mij vast aan uw getuigenissen, o Here, maak mij niet beschaamd. \\ [[psalmen119-32 |32 ]] Ik zal de weg uwer geboden lopen, want Gij verruimt mij het hart. \\ {{:medeklinkers:05_hee.png?20|}} hee, [[https://biblehub.com/hebrew/3384.htm|H3384]] ho·Re·ni => leer \\ [[psalmen119-33 |33 ]] __Onderwijs__ mij, Here, de weg uwer inzettingen, dan zal ik die bewaren ten einde toe. \\ [[psalmen119-34 |34 ]] Geef mij verstand, dan zal ik uw wet bewaren, en haar van ganser harte onderhouden. \\ [[psalmen119-35 |35 ]] Doe mij het pad uwer geboden betreden, want daarin heb ik lust. \\ [[psalmen119-36 |36 ]] Neig mijn hart tot uw getuigenissen en niet tot winstbejag. \\ [[psalmen119-37 |37 ]] Wend mijn ogen af, zodat zij geen ijdele dingen zien, maak mij levend door uw wegen. \\ [[psalmen119-38 |38 ]] Bevestig uw belofte aan uw knecht, die uw vreze toegedaan is. \\ [[psalmen119-39 |39 ]] Wend mijn smaadheid af, die ik vrees, want uw verordeningen zijn goed. \\ [[psalmen119-40 |40 ]] Zie, naar uw bevelen verlang ik, maak mij levend door uw gerechtigheid. \\ {{:medeklinkers:06_wav.png?12|}} wav, [[https://biblehub.com/hebrew/935.htm|H935]] wi·vo·'U·ni => kom(e) \\ [[psalmen119-41 |41 ]] Dat uw goedertierenheid over mij __kome__, o Here, uw heil naar uw belofte; \\ [[psalmen119-42 |42 ]] Opdat ik mijn smader iets hebbe te antwoorden, want ik vertrouw op uw woord. \\ [[psalmen119-43 |43 ]] Neem het woord der waarheid niet geheel van mijn mond, want uw verordeningen verbeid ik, \\ [[psalmen119-44 |44 ]] Opdat ik uw wet bestendig onderhoude, voor altoos en immer. \\ [[psalmen119-45 |45 ]] Dan zal ik wandelen op ruime baan, want ik zoek uw bevelen. \\ [[psalmen119-46 |46 ]] Ook zal ik voor koningen over uw getuigenissen spreken zonder mij te schamen. \\ [[psalmen119-47 |47 ]] Ik toch verlustig mij in uw geboden, die ik liefheb; \\ [[psalmen119-48 |48 ]] Daarom hef ik mijn handen op naar uw geboden die ik liefheb, en overdenk ik uw inzettingen. \\ {{:medeklinkers:07_zayin.png?12|}} zayin, [[https://biblehub.com/hebrew/2142.htm|H2142]] ze·chor => gedenk, herinner \\ [[psalmen119-49 |49 ]] __Gedenk__ het woord tot uw knecht, omdat Gij mij hoop hebt gegeven; \\ [[psalmen119-50 |50 ]] Dit is mijn troost in mijn ellende, dat uw belofte mij levend maakt. \\ [[psalmen119-51 |51 ]] Hoezeer overmoedigen mij bespotten, van uw wet wijk ik niet. \\ [[psalmen119-52 |52 ]] Als ik denk aan uw verordeningen van ouds, o Here, dan ben ik getroost. \\ [[psalmen119-53 |53 ]] Verontwaardiging greep mij aan vanwege de goddelozen, die uw wet verlaten. \\ [[psalmen119-54 |54 ]] Uw inzettingen zijn mij tot snarenspel in het huis van mijn vreemdelingschap. \\ [[psalmen119-55 |55 ]] Des nachts gedenk ik uw naam, o Here, en onderhoud ik uw wet. \\ [[psalmen119-56 |56 ]] Dit is mij ten deel geworden, omdat ik uw bevelen bewaar. \\ {{:medeklinkers:08_cheet.png?20|}} cheet, [[https://biblehub.com/hebrew/2506.htm|H2506]] chel·Ki => mijn deel \\ [[psalmen119-57 |57 ]] De Here is __mijn deel__, ik heb beloofd uw woorden te onderhouden. \\ [[psalmen119-58 |58 ]] Van ganser harte zoek ik uw gunst, wees mij genadig naar uw belofte. \\ [[psalmen119-59 |59 ]] Ik overdenk mijn wegen, ik wend mijn voeten naar uw getuigenissen. \\ [[psalmen119-60 |60 ]] Ik haast mij en aarzel niet om uw geboden te onderhouden. \\ [[psalmen119-61 |61 ]] Hoewel strikken der goddelozen mij omgeven, ik vergeet uw wet niet. \\ [[psalmen119-62 |62 ]] Te middernacht sta ik op om U te loven wegens uw rechtvaardige verordeningen. \\ [[psalmen119-63 |63 ]] Ik ben een metgezel van allen die U vrezen, en van hen die uw bevelen onderhouden. \\ [[psalmen119-64 |64 ]] De aarde is vervuld van uw goedertierenheid, o Here, leer mij uw inzettingen. \\ {{:medeklinkers:09_teet.png?20|}} teet, [[https://biblehub.com/hebrew/2896.htm|H2896]] Tov => goed \\ [[psalmen119-65 |65 ]] Gij hebt __goed__gedaan aan uw knecht, o Here, naar uw woord. \\ [[psalmen119-66 |66 ]] Leer mij goed onderscheiden en kennen, want ik stel vertrouwen in uw geboden. \\ [[psalmen119-67 |67 ]] Eer ik verdrukt werd, dwaalde ik, maar nu onderhoud ik uw woord. \\ [[psalmen119-68 |68 ]] Gij zijt goed en goeddoende, leer mij uw inzettingen. \\ [[psalmen119-69 |69 ]] Overmoedigen wrijven mij leugens aan, ik houd uw bevelen van ganser harte. \\ [[psalmen119-70 |70 ]] Ongevoelig als vet is hun hart, maar ik verlustig mij in uw wet. \\ [[psalmen119-71 |71 ]] Het is mij goed, dat ik verdrukt ben geweest, opdat ik uw inzettingen zou leren. \\ [[psalmen119-72 |72 ]] De wet van uw mond is mij beter dan duizenden stukken goud en zilver. \\ {{:medeklinkers:10_yod.png?12|}} yod, [[https://biblehub.com/hebrew/3027.htm|H3027]] ya·Dei·cha => Uw handen \\ [[psalmen119-73 |73 ]] __Uw handen__ hebben mij gemaakt en toebereid, geef mij verstand, opdat ik uw geboden lere. \\ [[psalmen119-74 |74 ]] Zij, die U vrezen, zien mij en verheugen zich, want ik hoop op uw woord. \\ [[psalmen119-75 |75 ]] Ik weet, o Here, dat uw oordelen gerechtigheid zijn, en dat Gij in trouw mij hebt verdrukt. \\ [[psalmen119-76 |76 ]] Laat uw goedertierenheid mij tot vertroosting zijn naar uw belofte aan uw knecht. \\ [[psalmen119-77 |77 ]] Uw barmhartigheid kome over mij, opdat ik leve, want uw wet is mijn verlustiging. \\ [[psalmen119-78 |78 ]] Laten de overmoedigen beschaamd worden, omdat zij mij onverdiend verdrukten; ik overdenk uw bevelen. \\ [[psalmen119-79 |79 ]] Laten zich tot mij wenden wie U vrezen, en wie uw getuigenissen kennen. \\ [[psalmen119-80 |80 ]] Mijn hart zij onverdeeld in uw inzettingen, opdat ik niet beschaamd worde. \\ {{:medeklinkers:11_kaf.png?20|}} kaf, [[https://biblehub.com/hebrew/3615.htm|H3615]] kal·Tah => smachten \\ [[psalmen119-81 |81 ]] Mijn ziel __smacht__ naar uw heil, op uw woord hoop ik; \\ [[psalmen119-82 |82 ]] Mijn ogen smachten naar uw belofte: wanneer zult Gij mij vertroosten? \\ [[psalmen119-83 |83 ]] Hoewel ik ben geworden als een lederen zak in de rook, heb ik uw inzettingen niet vergeten. \\ [[psalmen119-84 |84 ]] Hoevele zullen de dagen van uw knecht zijn? Wanneer zult Gij aan mijn vervolgers gericht oefenen? \\ [[psalmen119-85 |85 ]] Overmoedigen hebben mij kuilen gegraven, zij, die niet leven naar uw wet. \\ [[psalmen119-86 |86 ]] Al uw geboden zijn trouw; onverdiend vervolgen zij mij, kom mij ter hulpe! \\ [[psalmen119-87 |87 ]] Bijna hebben zij mij op aarde verdelgd, maar ik heb uw bevelen niet verlaten. \\ [[psalmen119-88 |88 ]] Maak mij levend naar uw goedertierenheid, opdat ik de getuigenis van uw mond onderhoude. \\ {{:medeklinkers:12_lamed.png?20|}} lamed, [[https://biblehub.com/hebrew/5769.htm|H5769]] le·'o·Lam => voor altijd, voor eeuwig \\ [[psalmen119-89 |89 ]] __Voor eeuwig__, o Here, houdt uw woord stand in de hemelen. \\ [[psalmen119-90 |90 ]] Van geslacht tot geslacht is uw trouw, Gij hebt de aarde gegrond, zodat zij staat; \\ [[psalmen119-91 |91 ]] Naar uw verordeningen staan zij heden ten dage, want zij alle zijn uw knechten. \\ [[psalmen119-92 |92 ]] Ware uw wet niet mijn verlustiging geweest, dan was ik vergaan in mijn ellende. \\ [[psalmen119-93 |93 ]] Nimmer zal ik uw bevelen vergeten, want door deze hebt Gij mij levend gemaakt. \\ [[psalmen119-94 |94 ]] Ik ben de uwe, verlos mij, want ik zoek uw bevelen. \\ [[psalmen119-95 |95 ]] Goddelozen loeren erop mij te verderven; ik geef acht op uw getuigenissen. \\ [[psalmen119-96 |96 ]] Aan alles, hoe volkomen ook, heb ik een einde gezien, maar uw gebod is onbegrensd. \\ {{:medeklinkers:13_meem.png?20|}} meem, [[https://biblehub.com/hebrew/4100.htm|H4100]] mah => Hoe \\ [[psalmen119-97 |97 ]] __Hoe__ lief heb ik uw wet! Zij is mijn overdenking de ganse dag. \\ [[psalmen119-98 |98 ]] Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden, want het is altoos bij mij. \\ [[psalmen119-99 |99 ]] Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters, want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking. \\ [[psalmen119-100 |100 ]] Ik heb meer inzicht dan de ouden, want ik bewaar uw bevelen. \\ [[psalmen119-101 |101 ]] Ik weerhoud mijn voeten van alle boze paden, opdat ik uw woord onderhoude. \\ [[psalmen119-102 |102 ]] Ik wijk niet af van uw verordeningen, want Gij onderwijst mij. \\ [[psalmen119-103 |103 ]] Hoe aangenaam zijn uw redenen voor mijn verhemelte, meer dan honig voor mijn mond. \\ [[psalmen119-104 |104 ]] Uit uw bevelen heb ik inzicht ontvangen; daarom haat ik elk leugenpad. \\ {{:medeklinkers:14_noen.png?12|}} noen, [[https://biblehub.com/hebrew/5216.htm|H5216]] ner => licht, lamp \\ [[psalmen119-105 |105 ]] Uw woord is een __lamp__ voor mijn voet en een licht op mijn pad. \\ [[psalmen119-106 |106 ]] Ik heb gezworen, en ik zal het gestand doen, dat ik uw rechtvaardige verordeningen zal onderhouden. \\ [[psalmen119-107 |107 ]] Ik ben al te zeer verdrukt, o Here, maak mij levend naar uw woord. \\ [[psalmen119-108 |108 ]] Heb welbehagen, Here, in de vrijwillige offers van mijn mond, en leer mij uw verordeningen. \\ [[psalmen119-109 |109 ]] Mijn leven is bestendig in gevaar, maar uw wet vergeet ik niet. \\ [[psalmen119-110 |110 ]] Goddelozen leggen mij een strik, maar van uw bevelen dwaal ik niet af. \\ [[psalmen119-111 |111 ]] Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten. \\ [[psalmen119-112 |112 ]] Ik neig mijn hart om uw inzettingen te doen, voor altoos, ten einde toe. \\ {{:medeklinkers:15_samekh.png?20|}} samekh, [[https://biblehub.com/hebrew/5588.htm|H5588]] se·'a·Fim => ijdel (gedachten), halfslachtig, verdeeld \\ [[psalmen119-113 |113 ]] Ik haat __weifelaars__, maar uw wet heb ik lief. \\ [[psalmen119-114 |114 ]] Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord. \\ [[psalmen119-115 |115 ]] Wijkt van mij, gij boosdoeners, opdat ik de geboden van mijn God beware. \\ [[psalmen119-116 |116 ]] Schraag mij naar uw belofte, opdat ik leve, laat mij met mijn hoop niet beschaamd uitkomen. \\ [[psalmen119-117 |117 ]] Ondersteun mij, opdat ik verlost worde, dan zal ik mij in uw inzettingen bestendig verlustigen. \\ [[psalmen119-118 |118 ]] Gij verwerpt allen die van uw inzettingen afdwalen, want hun bedrog is ijdel. \\ [[psalmen119-119 |119 ]] Alle goddelozen der aarde doet gij weg als schuim, daarom heb ik uw getuigenissen lief. \\ [[psalmen119-120 |120 ]] Mijn vlees beeft van schrik voor U, ik vrees voor uw oordelen. \\ {{:medeklinkers:16_ayin.png?20|}} ayin, [[https://biblehub.com/hebrew/6213.htm|H6213]] 'A·si·ti => gedaan, bereikt, bewerkt \\ [[psalmen119-121 |121 ]] Ik heb recht en gerechtigheid __gedaan__, geef mij niet over aan mijn verdrukkers. \\ [[psalmen119-122 |122 ]] Wees borg voor uw knecht ten goede, laten overmoedigen mij niet verdrukken. \\ [[psalmen119-123 |123 ]] Mijn ogen smachten naar uw heil, en naar het woord uwer gerechtigheid. \\ [[psalmen119-124 |124 ]] Doe met uw knecht naar uw goedertierenheid, en leer mij uw inzettingen. \\ [[psalmen119-125 |125 ]] Ik ben uw knecht, geef mij verstand, opdat ik uw getuigenissen kenne. \\ [[psalmen119-126 |126 ]] Het is tijd voor de Here om te handelen, zij hebben uw wet verbroken. \\ [[psalmen119-127 |127 ]] Daarom heb ik uw geboden lief, meer dan goud, ja dan fijn goud; \\ [[psalmen119-128 |128 ]] Daarom houd ik al uw bevelen in alles voor recht, ik haat elk leugenpad. \\ {{:medeklinkers:17_pee.png?20|}} pee, [[https://biblehub.com/hebrew/6382.htm|H6382]] pe·la·'ot => wonderlijk, wonderbaar \\ [[psalmen119-129 |129 ]] __Wonderbaar__ zijn uw getuigenissen, daarom bewaart ze mijn ziel. \\ [[psalmen119-130 |130 ]] Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. \\ [[psalmen119-131 |131 ]] Ik doe mijn mond wijd open en hijg, want ik verlang naar uw geboden. \\ [[psalmen119-132 |132 ]] Wend U tot mij en wees mij genadig, zoals recht is voor wie uw naam liefhebben. \\ [[psalmen119-133 |133 ]] Bevestig mijn schreden naar uw toezegging, laat generlei onrecht over mij heersen. \\ [[psalmen119-134 |134 ]] Verlos mij van de verdrukking der mensen, dan zal ik uw bevelen onderhouden. \\ [[psalmen119-135 |135 ]] Doe uw aanschijn lichten over uw knecht, en leer mij uw inzettingen. \\ [[psalmen119-136 |136 ]] Mijn ogen vloeien als waterbeken, omdat men uw wet niet onderhoudt. \\ {{:medeklinkers:18_tsadee.png?20|}} tzadee, [[https://biblehub.com/hebrew/6662.htm|H6662]] tzad·Dik => rechtvaardig(e) \\ [[psalmen119-137 |137 ]] Gij zijt __rechtvaardig__, Here; uw verordeningen zijn waarachtig. \\ [[psalmen119-138 |138 ]] In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen geboden en in grote trouw. \\ [[psalmen119-139 |139 ]] Mijn ijver verteert mij, omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten. \\ [[psalmen119-140 |140 ]] Uw woord is geheel gelouterd, uw knecht heeft het lief. \\ [[psalmen119-141 |141 ]] Ik ben klein en veracht, uw bevelen vergeet ik niet. \\ [[psalmen119-142 |142 ]] Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig, en uw wet is waarheid. \\ [[psalmen119-143 |143 ]] Treffen mij nood en verdrukking, dan zijn uw geboden mijn verlustiging. \\ [[psalmen119-144 |144 ]] Uw getuigenissen zijn gerechtigheid voor eeuwig; geef mij verstand, opdat ik leve. \\ {{:medeklinkers:19_qoef.png?20|}} qoef, [[https://biblehub.com/hebrew/7121.htm|H7121]] ka·Ra·ti => proclameren, roepen \\ [[psalmen119-145 |145 ]] Ik __roep__ van ganser harte; antwoord mij, Here; uw inzettingen zal ik bewaren. \\ [[psalmen119-146 |146 ]] Ik roep U aan; verlos mij, dan zal ik uw getuigenissen onderhouden. \\ [[psalmen119-147 |147 ]] Voor de morgenschemering roep ik om hulp, op uw woord hoop ik. \\ [[psalmen119-148 |148 ]] Voor de nachtwaken beginnen, keren mijn ogen zich naar uw toezegging. \\ [[psalmen119-149 |149 ]] Hoor mijn stem, naar uw goedertierenheid; Here, maak mij levend naar uw recht. \\ [[psalmen119-150 |150 ]] Wie schanddaden najagen, zijn nabij, verre houden zij zich van uw wet; \\ [[psalmen119-151 |151 ]] Nabij zijt Gij, o Here, en al uw geboden zijn waarheid. \\ [[psalmen119-152 |152 ]] Van oudsher weet ik uit uw getuigenissen, dat Gij ze voor eeuwig hebt vastgesteld. \\ {{:medeklinkers:20_reesh.png?20|}} reesh, [[https://biblehub.com/hebrew/7200.htm|H7200]] re·'eh => zie, kijk, inspecteer, waarnemen, overwegen \\ [[psalmen119-153 |153 ]] __Zie__ mijn ellende en red mij, want uw wet vergeet ik niet. \\ [[psalmen119-154 |154 ]] Voer mijn rechtsgeding en verlos mij, maak mij levend naar uw belofte. \\ [[psalmen119-155 |155 ]] Het heil is verre van de goddelozen, want zij zoeken uw inzettingen niet. \\ [[psalmen119-156 |156 ]] Uw barmhartigheid is groot, o Here, maak mij levend naar uw verordeningen. \\ [[psalmen119-157 |157 ]] Talrijk zijn mijn vervolgers en mijn tegenstanders, doch van uw getuigenissen wijk ik niet af. \\ [[psalmen119-158 |158 ]] Zie ik afvalligen, dan voel ik afschuw, daar zij uw woord niet onderhouden. \\ [[psalmen119-159 |159 ]] Zie, hoe ik uw bevelen liefheb; Here, maak mij levend naar uw goedertierenheid. \\ [[psalmen119-160 |160 ]] Heel uw woord is de waarheid, al uw rechtvaardige verordeningen zijn voor eeuwig. \\ {{:medeklinkers:21_sien.png?20|}} sien, [[https://biblehub.com/hebrew/8269.htm|H8269]] sa·Rim => prins, hoofd, leider, kapitein, generaal \\ [[psalmen119-161 |161 ]] __Vorsten__ vervolgen mij zonder oorzaak, maar mijn hart vreest voor uw woorden. \\ [[psalmen119-162 |162 ]] Ik verblijd mij over uw woord als iemand die rijke buit vindt. \\ [[psalmen119-163 |163 ]] Ik haat en verafschuw leugen, maar uw wet heb ik lief. \\ [[psalmen119-164 |164 ]] Zevenmaal daags loof ik U om uw rechtvaardige verordeningen. \\ [[psalmen119-165 |165 ]] Zij, die uw wet liefhebben, hebben grote vrede, er is voor hen geen struikelblok. \\ [[psalmen119-166 |166 ]] Op uw heil hoop ik, o Here, en uw geboden doe ik. \\ [[psalmen119-167 |167 ]] Mijn ziel onderhoudt uw getuigenissen, ik heb ze hartelijk lief. \\ [[psalmen119-168 |168 ]] Uw bevelen en uw getuigenissen onderhoud ik, want al mijn wegen zijn voor U. \\ {{:medeklinkers:22_tav.png?20|}} tav, [[https://biblehub.com/hebrew/7126.htm|H7126]] tik·Rav => naderen, dichterbij komen, ingaan \\ [[psalmen119-169 |169 ]] Mijn geroep __nadere__ voor uw aanschijn, o Here; geef mij verstand naar uw woord. \\ [[psalmen119-170 |170 ]] Mijn smeking kome voor uw aanschijn, red mij naar uw belofte. \\ [[psalmen119-171 |171 ]] Mijn lippen zullen overvloeien van lof, want Gij zult mij uw inzettingen leren. \\ [[psalmen119-172 |172 ]] Mijn tong zal uw woord bezingen, want al uw geboden zijn gerechtigheid. \\ [[psalmen119-173 |173 ]] Uw hand zij mij ter hulpe, want uw bevelen heb ik verkozen. \\ [[psalmen119-174 |174 ]] Naar uw heil verlang ik, o Here, uw wet is mijn verlustiging. \\ [[psalmen119-175 |175 ]] Mijn ziel leve, en love U, mogen uw verordeningen mij helpen. \\ [[psalmen119-176 |176 ]] Ik heb gedwaald als een verloren schaap, zoek uw knecht, want uw geboden vergeet ik niet. ^ [[psalmen118| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen120|volgend hoofdstuk]] ^