^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[psalmen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Psalmen 11 ===== \\ [[psalmen11-1 |1 ]] Voor de koorleider. Van David. Bij de Here schuil ik. Hoe durft gij dan tot mij zeggen: Vliedt naar uw gebergte als vogels? \\ [[psalmen11-2 |2 ]] Want zie, de goddelozen spannen de boog, zij leggen hun pijl op de pees, om oprechten van hart in het duister te treffen. \\ [[psalmen11-3 |3 ]] Wanneer de grondslagen zijn vernield, wat kan dan de rechtvaardige doen? \\ [[psalmen11-4 |4 ]] De Here woont in zijn heilig paleis, de Here heeft in de hemel zijn troon; zijn ogen slaan gade, zijn blikken doorvorsen de mensenkinderen. \\ [[psalmen11-5 |5 ]] De Here toetst de rechtvaardige en de goddeloze; en wie geweld bemint, die haat Hij. \\ [[psalmen11-6 |6 ]] Hij regent op de goddelozen vurige kolen en zwavel, schroeiende wind is het deel van hun beker. \\ [[psalmen11-7 |7 ]] Want de Here is rechtvaardig en Hij heeft gerechtigheid lief; de oprechten zullen zijn aangezicht aanschouwen. ^ [[psalmen10| vorig hoofdstuk]] ^ [[psalmen12|volgend hoofdstuk]] ^