====="Sh'lach Lecha "===== Deze parasha gaat over "gezondenen" die met volmacht het land moesten onderzoeken. Het woord "shaliach", meervoud "Sh'lichiem" wordt in het het nieuwe testament voor apostelen gebruikt. Ondanks dat ze de wonderen van God gezien hadden vertrouwden ze niet op de overwinning en belofte zie ze gekregen hadden. Ook de gedachte dat ze 'strijd' zouden moeten leveren en hun 'relaxte' leventje onder Gods voorziening zouden moeten opgeven (lekker makkelijk) zou een reden kunnen zijn geweest. Van de 12 'gezondenen' waren er maar twee die op de belofte gingen staan: Kaleb en Hosea die van Moshe de naam Yehoshua kreeg. Een duidelijke verwijzing naar Yeshua. Deze geschiedenis is een fractal van de geschiedenis in Mattheus 10 waar Yeshua de 12 apostelen (sh'lichim) uitzendt het land in te gaan. Zij moesten de reuzen van ziekte en boze geesten verslaan. Yeshua zou met zijn verlossing het volk in het beloofde messiaanse rijk brengen maar in beide geschiedenissen was het volk niet bereidt genoeg, not the 'critical mass', om het te verwezelijken. In beide geschiedenissen liep het uit op een oordeel. De eerste groep moest 40 jaar de woestijn door en alles boven de 20 jaar stierf in de woestijn. De tweede groep moest 40 jaar na de opstanding en shavoeot zien dat de tempel in Jeruzalem vernietigd werd en het volk verstooit over de volken.