=====Bechukotai===== [[leviticus26| Leviticus 26:3-27:34]]\\ Shavoeot is de 50e dag na Pesach, 7x een shabbatsjaar eindigt in het 50e jaar is een jubeljaar, een jaar van teruggave van eigendommen en vrijlating van dienstknechten/slaven. 7x een shabbatsdag eindigt in een 50e dag een jubeldag, Shavoeot. Dat is een mini sabbatsjaar, de knechten worden vrijgelaten door het geven van de Torah. Een laatste handeling in de verlossing uit Egypte. er staan 49 vloeken in deze parasha. Deze parasha wordt gelezen in de week voor Shavoeot Pesach is onze rechtvaardiging Shavoeot is onze heiliging Soekot is onze verheerlijking de tijd tussen Pesach en Shavoeot is een tijd van heiliging Na je bevrijding, hoe leef je dan als een kind van God? 40 dagen, tijd van beproeving | Hemelvaart | 10 dagen van (ver)wachten | Shavoeot 26:3 verwijst naar Shavoeot, Indien gij in mijn inzettingen wandelt en mijn geboden nauwgezet in acht neemt, ze liepen 49 dagen van Egypte naar de Sinaï, en moesten zich reinigen van 49 nivo's van onreinheid van Egypte Ze waren wel uit Egypte maar Egypte moest nog uit het volk. Daarom werd ook de lange weg gelopen en niet de kortere, snellere weg langs de kust. De 49 dagen waren dagen van geestelijke reiniging, iedere dag was een specifiek tikun, herstel en correctie van een deel van hun ziel dat vervuild was door het leven in Egypte. Zodat na 49 dagen hun ziel klaar was om de de grote openbaring van God te ontvangen. Dat gebeurt als het goed is ook wanneer we de omer-lezing volgen, beginnend bij [[psalmen119|Psalm 119:1]] Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet des Heren gaan. Hoe vinden we Yeshua in deze parasha? De link tussen Shavoeot en het jubeljaar lezen we in Lukas 4:18-19 waar Yeshua het aangename jaar van YHWH aankondigt. Hij linkt het jubeljaar aan de het messiaanse rijk. Hemel en aarde raken elkaar op Shavoeot, het Koninkrijk in ons, door de Heilige Geest. [[leviticus26|Leviticus 26:11-12]] En Ik zal mijn tabernakel in uw midden zetten, en Ik zal geen afkeer van u hebben, 12 Maar Ik zal in uw midden wandelen en u tot een God zijn en gij zult Mij tot een volk zijn.