^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[numeri|Terug naar Boek index]] ^ ===== Numeri 25 ===== \\ [[numeri25-1 |1 ]] Terwijl Israel in Sittim verbleef, begon het volk ontucht te plegen met de dochters van **Moab**. \\ [[numeri25-2 |2 ]] Dezen nodigden het volk tot de slachtoffers van haar goden en het volk at daarvan en boog zich neer voor haar goden. \\ [[numeri25-3 |3 ]] Toen Israel zich aan Baal-peor gekoppeld had, ontbrandde de toorn des Heren tegen Israel \\ [[numeri25-4 |4 ]] En de Here zeide tot Mozes: Neem al de oversten van het volk en hang hen in het openbaar op voor de Here, opdat de brandende toorn des Heren zich van Israel afwende. \\ [[numeri25-5 |5 ]] Toen zeide Mozes tot de richters van Israel: Ieder dode diegenen onder zijn mannen, die zich aan Baal-peor gekoppeld hebben. \\ [[numeri25-6 |6 ]] En zie, een der Israelieten kwam een **Midjanitische** bij zijn broeders brengen ten aanschouwen van Mozes en van de gehele vergadering der Israelieten, terwijl dezen weenden aan de ingang van de tent der samenkomst. \\ [[numeri25-7 |7 ]] Toen Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aaron, dat zag, stond hij midden uit de vergadering op en nam een **speer** in zijn hand; ^[[zacharia12|Zacharia 12:10]] //Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind, ja, zij zullen over hem bitter leed dragen als het leed om een eerstgeborene.//^ ^[[johannes19|Johannes 19:34]] //maar een van de soldaten stak met een speer in zijn zijde en terstond kwam er bloed en water uit.//^ [[numeri25-8 |8 ]] Toen hij de Israelitische man tot in het vertrek achterhaald had, **doorstak** hij hen beiden, zowel de Israelitische man, als de vrouw, in het onderlijf. Toen hield de plaag over de Israelieten op. ^doorstak: [[https://biblehub.com/hebrew/1856.htm|H1856]] van de stam: daqar (steken)^ ^naar analogie, verhongeren^ ^figuurlijk, om te schelden - doorboren, slaan (doorstoten), wond.^ [[numeri25-9 |9 ]] Het getal van hen die aan de plaag gestorven waren, bedroeg vierentwintigduizend. Het waren Mo'av en Mid'jan die Bil'am vroegen om Yisrael te vervloeken. ^David noemt Pinehas [[psalmen106-30|Psalm 106:30]]^ ^Parasha [[ p_Pinchas |"Pinchas "]] Num.25:10–30:1(29:40)*^ [[numeri25-10 |10 ]] De Here nu zeide tot Mozes: \\ [[numeri25-11 |11 ]] Pinechas, de zoon van Eleazar, de zoon van de priester Aaron, heeft mijn toorn van de Israelieten afgewend, doordat hij met een **ijver** voor Mij in hun midden heeft geijverd, zodat Ik de Israelieten in mijn ijver niet heb verdelgd. ^Pinchas, de zoon van El'azar en een dochter van Putiel ([[exodus6|Exodus 6:24]]). Putiel is Jethro (Midianiet)^ ^Pinchas [[https://biblehub.com/hebrew/6372.htm|H6372]] kan worden uitgelegd als mond van brons/serpent. Peh- Nachas, [[https://biblehub.com/hebrew/6310.htm|H6310 = Peh]] , [[https://biblehub.com/hebrew/5175.htm|H5175 = Nachas]]). Mashiach en Nachas hebben dezelfde gematria(getalswaarde, [[numeri21|Numeri 21:4-9]] de slang in de woestijn^ ^Pinchas kan ook komen van het nubische (egypte) Panhsj dat 'de zwarte' betekend en dan vertaald wordt als 'donkere huid(skleur)'^ [[numeri25-12 |12 ]] Zeg daarom: Zie, Ik geef hem mijn verbond des vredes, Verbond des vredes is: B'riti Shalom, het woord shalom heeft een gebroken wav (de O) [[numeri25-13 |13 ]] Opdat het voor hem en zijn nakomelingen tot een verbond van een **altoosdurend priesterschap** zij, omdat hij voor zijn God geijverd en over de Israelieten [[https://biblehub.com/hebrew/3722.htm|(H3722 kippoer)]] **verzoening** gedaan heeft. ^altoosdurend priesterschap [[hebreeen7|Hebreeën 7:3]] naar de orde van MelchiZedek.^ [[numeri25-14 |14 ]] De Israeliet die tegelijk met de Midjanitische gedood werd, heette Zimri en was de zoon van Salu, een familievorst der Simeonieten, \\ [[numeri25-15 |15 ]] En de Midjanitische vrouw die gedood was, heette Kozbi en was de dochter van Sur; hij was een familiestamhoofd in Midjan. \\ [[numeri25-16 |16 ]] De Here nu sprak tot Mozes: \\ [[numeri25-17 |17 ]] Behandelt de Midjanieten als vijanden en doodt hen, \\ [[numeri25-18 |18 ]] Want zij hebben u vijandig behandeld met de listen die zij tegen u bedacht hebben ten aanzien van Peor en ten aanzien van Kozbi, de dochter van de Midjanitische vorst, hun zuster, die gedood is ten dage van de plaag ter oorzake van Peor. ^In de Hebreeuwse tekst staat achter Pe'or een wit ruimte, dit is ter overdenking.^ ^ [[numeri24| vorig hoofdstuk]] ^ [[numeri26|volgend hoofdstuk]] ^