^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[klaagliederen|Terug naar Boek index]] ^ ===== Klaagliederen 5 ===== \\ [[klaagliederen5-1 |1 ]] Gedenk, Here, wat ons is overkomen; zie toch; aanschouw onze smaad. \\ [[klaagliederen5-2 |2 ]] Ons erfdeel is vervallen aan vreemden, onze huizen aan vreemdelingen. \\ [[klaagliederen5-3 |3 ]] Wezen zijn wij geworden, vaderloos, onze moeders werden als weduwen. \\ [[klaagliederen5-4 |4 ]] Ons water moeten wij drinken voor geld, ons hout gewordt ons tegen betaling. \\ [[klaagliederen5-5 |5 ]] Wij worden op de nek gezeten door onze vervolgers, wij zwoegen, maar rust gunt men ons niet. \\ [[klaagliederen5-6 |6 ]] Naar Egypte strekken wij de hand uit, naar Assur, om verzadiging met brood. \\ [[klaagliederen5-7 |7 ]] Onze vaders hebben gezondigd, zij zijn niet meer, wij dragen hun ongerechtigheden. \\ [[klaagliederen5-8 |8 ]] Knechten heersen over ons, niemand rukt ons uit hun hand. \\ [[klaagliederen5-9 |9 ]] Met levensgevaar moeten wij ons brood halen vanwege het zwaard der woestijn. \\ [[klaagliederen5-10 |10 ]] Onze huid gloeit als een oven door de brand van de honger. \\ [[klaagliederen5-11 |11 ]] Vrouwen verkrachten zij in Sion, meisjes in de steden van Juda. \\ [[klaagliederen5-12 |12 ]] Vorsten zijn door hun hand opgehangen, het aangezicht van ouden wordt niet geeerd. \\ [[klaagliederen5-13 |13 ]] Jongelingen moeten de molensteen dragen en knapen struikelen onder de houtlast. \\ [[klaagliederen5-14 |14 ]] De ouden zijn weg uit de poort, de jongelingen staken hun snarenspel. \\ [[klaagliederen5-15 |15 ]] Verdwenen is de blijdschap van ons hart, veranderd in rouw onze reidans. \\ [[klaagliederen5-16 |16 ]] De kroon van ons hoofd is gevallen, wee ons, dat wij gezondigd hebben! \\ [[klaagliederen5-17 |17 ]] Hierom is ons hart ziek, hierom zijn onze ogen verduisterd: \\ [[klaagliederen5-18 |18 ]] Om de berg Sion, die woest ligt, waarop de vossen ronddolen. \\ [[klaagliederen5-19 |19 ]] Gij, Here, zetelt tot in eeuwigheid, uw troon staat van geslacht tot geslacht. \\ [[klaagliederen5-20 |20 ]] Waarom zoudt Gij ons voor altoos vergeten, ons verlaten tot in lengte van dagen? \\ [[klaagliederen5-21 |21 ]] Breng ons, Here, tot U weder, dan zullen wij wederkeren. Vernieuw onze dagen gelijk van ouds! \\ [[klaagliederen5-22 |22 ]] Of zoudt Gij ons geheel en al verwerpen? Zoudt Gij al te zwaar tegen ons toornen? ^ [[klaagliederen4|vorig hoofdstuk]] ^