^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[jesaja|Terug naar Boek index]] ^ ===== Jesaja 48 ===== \\ [[jesaja48-1 |1 ]] Hoort dit, gij huis van Jakob, die u noemt met de naam Israel en die uit de wateren van Juda voortgekomen zijt; die zweert bij de naam des Heren en die de God van Israel belijdt, maar niet in waarheid en niet in gerechtigheid; \\ [[jesaja48-2 |2 ]] Ja, zij noemen zich naar de heilige stad en steunen op de God van Israel; Here der heerscharen is zijn naam. \\ [[jesaja48-3 |3 ]] De vroegere dingen heb Ik vanouds verkondigd, zij zijn uit mijn mond uitgegaan en Ik heb ze doen horen; plotseling heb Ik ze volbracht en ze zijn gekomen. \\ [[jesaja48-4 |4 ]] Omdat Ik wist, dat gij hard zijt en uw nek een ijzeren stang is en uw voorhoofd van koper, \\ [[jesaja48-5 |5 ]] Daarom heb Ik het u vanouds verkondigd; voordat het kwam, deed Ik het u horen, opdat gij niet zoudt zeggen: Mijn afgod heeft het gedaan en mijn gesneden of gegoten beeld heeft het beschikt. \\ [[jesaja48-6 |6 ]] Gij hebt het gehoord; aanschouw het alles; zoudt gij het zelf dan niet erkennen? Van nu aan doe Ik u nieuwe dingen horen, verborgenheden, die gij niet wist. \\ [[jesaja48-7 |7 ]] Nu zijn zij geschapen en niet oudtijds, en tot op heden hebt gij er niet van gehoord, opdat gij niet zoudt zeggen: Zie, ik heb het geweten. \\ [[jesaja48-8 |8 ]] Gij hebt noch gehoord noch geweten noch heeft zich vanouds uw oor geopend, want Ik wist, dat gij zeer trouweloos zijt en een overtreder heet van de moederschoot aan. \\ [[jesaja48-9 |9 ]] Om mijns naams wil vertraag Ik mijn toorn, ter wille van mijn lof bedwing Ik Mij, u ten goede, om u niet uit te roeien. \\ [[jesaja48-10 |10 ]] Zie, Ik heb u gelouterd, doch niet als zilver; Ik heb u beproefd in de smeltoven der ellende. \\ [[jesaja48-11 |11 ]] Om Mijnentwil, om Mijnentwil doe Ik het, hoe groot ook de ontwijding is; mijn eer geef Ik aan geen ander. \\ [[jesaja48-12 |12 ]] Hoor naar Mij, Jakob, Israel, mijn geroepene. Ik ben dezelfde, Ik ben de eerste, ook ben Ik de laatste; \\ [[jesaja48-13 |13 ]] Ook heeft mijn hand de aarde gegrondvest en mijn rechterhand heeft de hemelen uitgebreid. Roep Ik hen, zij staan daar tezamen. \\ [[jesaja48-14 |14 ]] Vergadert u allen en hoort. Wie onder hen heeft dit verkondigd? Hij, dien de Here liefheeft, zal zijn welgevallen voltrekken aan Babel en zijn macht aan de Chaldeeen. \\ [[jesaja48-15 |15 ]] Ik, Ik heb gesproken, ja, Ik heb hem geroepen; Ik heb hem doen komen en hij zal voorspoed hebben op zijn weg. \\ [[jesaja48-16 |16 ]] Nadert tot Mij, hoort dit: Van de aanvang af heb Ik niet in het verborgene gesproken; ten tijde dat het geschiedt, ben Ik daar. En nu heeft de Here Here mij met zijn Geest gezonden: \\ [[jesaja48-17 |17 ]] Zo zegt de Here, uw Verlosser, de Heilige Israels: Ik ben de Here, uw God, die u leert, opdat het u welga; die u de weg doet betreden, die gij moet gaan. \\ [[jesaja48-18 |18 ]] Och, dat gij naar mijn geboden luisterdet; dan zou uw vrede zijn als een rivier en uw gerechtigheid als de golven der zee; \\ [[jesaja48-19 |19 ]] Dan zou uw nageslacht zijn als het zand en uw nakomelingschap als de korrels daarvan; hun naam zou niet uitgeroeid noch verdelgd worden voor mijn aangezicht. \\ [[jesaja48-20 |20 ]] Trekt uit Babel, ontvlucht de Chaldeeen. Verkondigt het met jubelgeklank, doet dit horen, verbreidt het tot aan het einde der aarde; zegt: De Here heeft zijn knecht Jakob verlost. \\ [[jesaja48-21 |21 ]] Zij leden geen dorst, toen Hij hen door de woestijnen leidde; Hij deed voor hen water uit de rots stromen; Hij toch spleet de rots, zodat het water vloeide. \\ [[jesaja48-22 |22 ]] De goddelozen, zegt de Here, hebben geen vrede. ^ [[jesaja47| vorig hoofdstuk]] ^ [[jesaja49|volgend hoofdstuk]] ^