^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[ezechiel|Terug naar Boek index]] ^ ===== Ezechiel 2 ===== \\ [[ezechiel2-1 |1 ]] Hij zeide tot mij: Mensenkind, sta op uw voeten, opdat Ik met u spreke. \\ [[ezechiel2-2 |2 ]] Zodra Hij tot mij sprak, kwam de geest in mij en deed mij op mijn voeten staan en ik hoorde Hem, die tot mij sprak. \\ [[ezechiel2-3 |3 ]] Hij zeide tot mij: Mensenkind, Ik zend u tot de Israelieten, de opstandige volken die tegen Mij in opstand gekomen zijn; zij en hun vaderen zijn van Mij afgevallen tot op deze eigen dag; \\ [[ezechiel2-4 |4 ]] Zelfs de kinderen zijn stug van aangezicht en verstokt van hart. Ik zend u tot hen, en gij zult tot hen zeggen: Zo zegt de Here Here. \\ [[ezechiel2-5 |5 ]] En zij, of zij horen dan wel het nalaten (want zij zijn een weerspannig geslacht) zullen weten, dat er in hun midden een profeet is geweest. \\ [[ezechiel2-6 |6 ]] En gij, mensenkind, wees niet bevreesd voor hen noch voor hun woorden, al groeien er netels en doornen bij u en al woont gij bij schorpioenen; wees niet bevreesd voor hun woorden noch beangst voor hun blik, want zij zijn een weerspannig geslacht. \\ [[ezechiel2-7 |7 ]] Maar gij, spreek mijn woorden tot hen, of zij horen dan wel het nalaten, want zij zijn weerspannig. \\ [[ezechiel2-8 |8 ]] En gij, mensenkind, hoor wat Ik tot u zeg; wees niet weerspannig gelijk het weerspannige geslacht; doe uw mond open en eet wat ik u geef. \\ [[ezechiel2-9 |9 ]] Toen zag ik en zie, een hand was naar mij uitgestrekt; en zie, daarin was een boekrol. \\ [[ezechiel2-10 |10 ]] En Hij rolde ze voor mij open; zij was beschreven aan de voorzijde en aan de achterzijde: daarop waren klaagliederen geschreven, gezucht en gejammer. ^ [[ezechiel1| vorig hoofdstuk]] ^ [[ezechiel3|volgend hoofdstuk]] ^