^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[1kronieken|Terug naar Boek index]] ^ ===== 1kronieken 1 ===== \\ [[1kronieken1-1 |1 ]] Adam, Set, Enos, \\ [[1kronieken1-2 |2 ]] Kenan, Mahalalel, Jered, \\ [[1kronieken1-3 |3 ]] Henoch, Metuselach, Lamech, \\ [[1kronieken1-4 |4 ]] Noach, Sem, Cham en Jafet. \\ [[1kronieken1-5 |5 ]] De zonen van Jafet waren: Gomer, Magog, Madai, Jawan, Tubal, Mesek en Tiras. \\ [[1kronieken1-6 |6 ]] De zonen van Gomer: Askenaz, Difat en Togarma. \\ [[1kronieken1-7 |7 ]] De zonen van Jawan: Elisa en Tarsis, de Kittiers en de Rodanieten. \\ [[1kronieken1-8 |8 ]] De zonen van Cham waren: Kus en Misraim, Put en Kanaan. \\ [[1kronieken1-9 |9 ]] De zonen van Kus: Seba, Chawila, Sabta, Rama en Sabteka; de zonen van Rama: Seba en Dedan. \\ [[1kronieken1-10 |10 ]] Kus verwekte ook Nimrod; deze was de eerste, die machtig werd op aarde. \\ [[1kronieken1-11 |11 ]] Misraim verwekte de Ludieten, de Anamieten, de Lehabieten, de Naftuchieten, \\ [[1kronieken1-12 |12 ]] De Patrusieten, de Kasluchieten, uit wie de Filistijnen zijn voortgekomen, en de Kaftorieten. \\ [[1kronieken1-13 |13 ]] En Kanaan verwekte Sidon, zijn eerstgeborene, en Chet, \\ [[1kronieken1-14 |14 ]] Ook de Jebusiet, de Amoriet, de Girgasiet, \\ [[1kronieken1-15 |15 ]] De Chiwwiet, de Arkiet, de Siniet, \\ [[1kronieken1-16 |16 ]] De Arwadiet, de Semariet en de Hamatiet. \\ [[1kronieken1-17 |17 ]] De zonen van Sem waren: Elam, Assur, Arpaksad, Lud, Aram, Us, Chul, Geter en Mesek. \\ [[1kronieken1-18 |18 ]] Arpaksad verwekte Selach, en Selach verwekte Eber. \\ [[1kronieken1-19 |19 ]] Aan Eber werden twee zonen geboren: de naam van de een was Peleg, want in zijn dagen werd de aarde verdeeld; en de naam van zijn broeder was Joktan. \\ [[1kronieken1-20 |20 ]] En Joktan verwekte Almodad, Selef, Chasarmawet, Jerach, \\ [[1kronieken1-21 |21 ]] Hadoram, Uzal, Dikla, \\ [[1kronieken1-22 |22 ]] Ebal, Abimael, Seba, \\ [[1kronieken1-23 |23 ]] Ofir, Chawila, en Jobab; deze allen waren de zonen van Joktan. \\ [[1kronieken1-24 |24 ]] Sem, Arpaksad, Selach, \\ [[1kronieken1-25 |25 ]] Eber, Peleg, Reu, \\ [[1kronieken1-26 |26 ]] Serug, Nachor, Terach, \\ [[1kronieken1-27 |27 ]] Abram (dat is Abraham). \\ [[1kronieken1-28 |28 ]] De zonen van Abraham waren: Isaak en Ismael. \\ [[1kronieken1-29 |29 ]] Dit zijn hun nakomelingen: de eerstgeborene van Ismael was Nebajot; voorts Kedar, Adbeel, Mibsam, \\ [[1kronieken1-30 |30 ]] Misma en Duma, Massa, Chadad en Tema, \\ [[1kronieken1-31 |31 ]] Jetur, Nafis en Kedema; dit zijn de zonen van Ismael. \\ [[1kronieken1-32 |32 ]] En de zonen van Ketura, Abrahams bijvrouw: zij baarde Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. De zonen van Joksan nu waren Seba en Dedan; \\ [[1kronieken1-33 |33 ]] En de zonen van Midjan: Efa, Efer, Chanok, Abida en Eldaa. Deze allen waren de zonen van Ketura. \\ [[1kronieken1-34 |34 ]] En Abraham verwekte Isaak; de zonen van Isaak waren Esau en Israel. \\ [[1kronieken1-35 |35 ]] De zonen van Esau: Elifaz, Reuel, Jeus, Jalam en Korach; \\ [[1kronieken1-36 |36 ]] De zonen van Elifaz: Teman en Omar, Sefi en Gatam, Kenaz, Timna en Amalek; \\ [[1kronieken1-37 |37 ]] De zonen van Reuel: Nachat, Zerach, Samma en Mizza; \\ [[1kronieken1-38 |38 ]] En de zonen van Seir: Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Eser en Disan. \\ [[1kronieken1-39 |39 ]] De zonen van Lotan: Chori en Homam, en de zuster van Lotan was Timna; de zonen van Sobal: Aljan, Manachat, Ebal, Sefi en Onam; \\ [[1kronieken1-40 |40 ]] De zonen van Sibon: Ajja en Ana; \\ [[1kronieken1-41 |41 ]] De zonen van Ana: Dison, en de zonen van Dison: Chamran, Esban, Jitran en Keran; \\ [[1kronieken1-42 |42 ]] De zonen van Eser: Bilhan, Zaawan en Jaakan; de zonen van Disan: Us en Aran \\ [[1kronieken1-43 |43 ]] Dit zijn de koningen die over het land Edom regeerden, voordat er een koning over de Israelieten regeerde: Bela, de zoon van Beor; zijn stad heette Dinhaba. \\ [[1kronieken1-44 |44 ]] Toen Bela gestorven was, werd koning in zijn plaats Jobab, de zoon van Zerach, uit Bosra. \\ [[1kronieken1-45 |45 ]] Toen Jobab gestorven was, werd koning in zijn plaats Chusam, uit het land der Temanieten. \\ [[1kronieken1-46 |46 ]] Toen Chusam gestorven was, werd koning in zijn plaats Hadad, de zoon van Bedad, die Midjan versloeg in het veld van Moab; zijn stad heette Awit. \\ [[1kronieken1-47 |47 ]] Toen Hadad gestorven was, werd koning in zijn plaats Samla, uit Masreka. \\ [[1kronieken1-48 |48 ]] Toen Samla gestorven was, werd koning in zijn plaats Saul, uit Rechobot aan de rivier. \\ [[1kronieken1-49 |49 ]] Toen Saul gestorven was, werd koning in zijn plaats Baal-chanan, de zoon van Akbor. \\ [[1kronieken1-50 |50 ]] Toen Baal-chanan gestorven was, werd koning in zijn plaats Hadad; en zijn stad heette Pai. Zijn vrouw heette Mehetabel; zij was de dochter van Matred de dochter van Me-zahab. \\ [[1kronieken1-51 |51 ]] Toen Hadad gestorven was, werden stamhoofden van Edom: Timna, Alja, Jetet, \\ [[1kronieken1-52 |52 ]] Oholibama, Ela, Pinon, \\ [[1kronieken1-53 |53 ]] Kenaz, Teman, Mibsar, \\ [[1kronieken1-54 |54 ]] Magdiel en Iram. Dit zijn de stamhoofden van Edom. ^ [[1kronieken2|volgend hoofdstuk]] ^