Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

--- leviticus11 [2023/04/15 13:14] – pvi
+++ leviticus11 [2023/04/15 13:29] (huidige) – pvi
@@ Regel 25: / Regel 25: @@
 ==het gevleugelde==
-[[leviticus11-13 |13 ]] Deze zult gij verafschuwen onder de vogels, (zij mogen niet gegeten worden, een gruwel zijn zij): de arend, de lammergier en de zeearend,
+[[leviticus11-13 |13 ]] **Deze zult gij verafschuwen** onder de vogels, (zij mogen niet gegeten worden, een gruwel zijn zij): de arend, de lammergier en de zeearend,
 \\ [[leviticus11-14 |14 ]] De wouw en alle soorten gieren,
 \\ [[leviticus11-15 |15 ]] Alle soorten raven,
@@ Regel 33: / Regel 33: @@
 \\ [[leviticus11-19 |19 ]] En de ooievaar, alle soorten reigers, de hop en de vleermuis.
 \\ [[leviticus11-20 |20 ]] Alle wemelend gedierte met vleugels, dat op vier poten gaat, dat zal u een gruwel zijn.
-\\ [[leviticus11-21 |21 ]] Deze echter moogt gij eten van al het wemelend gedierte met vleugels, dat op vier poten gaat: die boven zijn voeten dijen heeft om daarmee over de grond te springen.
+\\ [[leviticus11-21 |21 ]] **Deze echter moogt gij eten** van al het wemelend gedierte met vleugels, dat op vier poten gaat: die boven zijn voeten dijen heeft om daarmee over de grond te springen.
 \\ [[leviticus11-22 |22 ]] Deze moogt gij daarvan eten: alle soorten sprinkhanen, alle soorten treksprinkhanen, alle soorten veldsprinkhanen en alle soorten kleine treksprinkhanen.
-\\ [[leviticus11-23 |23 ]] Maar alle wemelend gedierte met vleugels, dat vier poten heeft, dat zal u een gruwel zijn.
-\\ [[leviticus11-24 |24 ]] Aan deze verontreinigt gij u; ieder die hun aas aanraakt, zal onrein zijn tot de avond,
+==vierpotig gevleugelde==
+\\ [[leviticus11-23 |23 ]] Maar alle wemelend gedierte met vleugels, dat vier poten heeft, d**at zal u een gruwel zijn.**
+==wat verontreinigt==
+[[leviticus11-24 |24 ]] Aan deze verontreinigt gij u; ieder die hun aas aanraakt, zal onrein zijn tot de avond,
 \\ [[leviticus11-25 |25 ]] En ieder die van hun aas opneemt, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond.
-\\ [[leviticus11-26 |26 ]] Alle dieren die gespleten hoeven hebben, maar niet geheel doorkloofde hoeven, en die niet herkauwen, zullen u onrein zijn; ieder die ze aanraakt, zal onrein zijn.
+\\ [[leviticus11-26 |26 ]] Alle dieren die
+  gespleten hoeven hebben,
+  maar niet geheel doorkloofde hoeven,
+  en die niet herkauwen,
+zullen u onrein zijn; ieder die ze aanraakt, zal onrein zijn.
 \\ [[leviticus11-27 |27 ]] Ook alle zoolgangers onder al de viervoetige dieren zullen u onrein zijn: ieder die hun aas aanraakt, zal onrein zijn tot de avond.
 \\ [[leviticus11-28 |28 ]] En hij die hun aas opneemt, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond; onrein zullen zij u zijn.
-\\ [[leviticus11-29 |29 ]] Dit zal u het onreine zijn onder het wemelend gedierte dat op de grond wemelt: de mol, de muis en alle soorten padden;
+\\ [[leviticus11-29 |29 ]] Dit zal u het onreine zijn onder het wemelend gedierte dat op de grond wemelt:
-\\ [[leviticus11-30 |30 ]] En de egel, de waraan en de hagedis, de slak en het kameleon.
+  de mol,
-\\ [[leviticus11-31 |31 ]] Deze zullen u onrein zijn onder al het wemelend gedierte. Ieder die ze aanraakt, als zij dood zijn, zal onrein zijn tot de avond.
+  de muis
+  en alle soorten padden;
+[[leviticus11-30 |30 ]] En
+  de egel, (fret, spitsmuis, gecko)
+  de waraan (klein reptiel)
+  en de hagedis, (zand reptiel)
+  de slak (zand hagedis)
+  en het kameleon, (witte uil)
+[[leviticus11-31 |31 ]] Deze zullen u onrein zijn onder al het wemelend gedierte. Ieder die ze aanraakt, als zij dood zijn, zal onrein zijn tot de avond.
+==gebruiksvoorwerpen==
 \\ [[leviticus11-32 |32 ]] En alles waarop zulk een dier valt, als het dood is, zal onrein zijn; elk houten vat of kledingstuk of vel of zak, elk gebruiksvoorwerp, zal in het water gelegd worden en onrein zijn tot de avond; dan zal het rein zijn.
 \\ [[leviticus11-33 |33 ]] En elk aarden vat, waarin zulk een dier valt; alles wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult het stuk breken.
@@ Regel 49: / Regel 69: @@
 \\ [[leviticus11-35 |35 ]] En alles waarop zulk aas valt, zal onrein zijn: de oven en de bakpan zullen gebroken worden, onrein zijn zij en onrein zullen zij u zijn;
 \\ [[leviticus11-36 |36 ]] Een bron echter of een put, een vergaarbak van water, zal rein zijn; maar die zulk aas aanraakt, zal onrein zijn.
-\\ [[leviticus11-37 |37 ]] En wanneer zulk aas valt op enig zaaizaad dat uitgezaaid zal worden, dan zal dit rein blijven.
+==zaaizaad==
+[[leviticus11-37 |37 ]] En wanneer zulk aas valt op enig zaaizaad dat uitgezaaid zal worden, dan zal dit rein blijven.
 \\ [[leviticus11-38 |38 ]] Maar wanneer water op dat zaad gedaan is en er valt zulk aas op, dan zal het u onrein zijn.
 \\ [[leviticus11-39 |39 ]] Wanneer een van de dieren die u tot spijze zijn, sterft, dan zal hij die zijn aas aanraakt, onrein zijn tot de avond.
 \\ [[leviticus11-40 |40 ]] En hij die van zijn aas eet, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond; ook hij die zijn aas opneemt, zal zijn klederen wassen en onrein zijn tot de avond.
-\\ [[leviticus11-41 |41 ]] En al het wemelend gedierte dat op de grond wemelt, is een gruwel, het zal niet gegeten worden.
+==wemelend gedierte==
+[[leviticus11-41 |41 ]] En al het wemelend gedierte dat op de grond wemelt, is een gruwel, het zal niet gegeten worden.
 \\ [[leviticus11-42 |42 ]] Alles wat op de buik gaat en alles wat op vier voeten gaat, ook alle veelvoetigen van allerlei wemelend gedierte dat op de grond wemelt, dat zult gij niet eten, want die zijn een gruwel.
 \\ [[leviticus11-43 |43 ]] Maakt uzelf niet verfoeilijk door enig wemelend gedierte en verontreinigt u daardoor niet, zodat gij daardoor onrein wordt.
-\\ [[leviticus11-44 |44 ]] Want Ik ben de Here, uw God; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig; verontreinigt uzelf niet door allerlei wemelend gedierte dat op de grond krioelt.
+\\ [[leviticus11-44 |44 ]] **Want Ik ben de Here, uw God; heiligt u en weest heilig, want Ik ben heilig;** verontreinigt uzelf niet door allerlei wemelend gedierte dat op de grond krioelt.
 \\ [[leviticus11-45 |45 ]] Want Ik ben de Here, die u uit het land Egypte heb doen trekken, om u tot een God te zijn; weest heilig, want Ik ben heilig.
-\\ [[leviticus11-46 |46 ]] Dit is de wet aangaande het vee, het gevogelte en elk levend wezen dat krioelt in het water, en elk wezen dat op de grond wemelt,
+\\ [[leviticus11-46 |46 ]] **Dit is de wet** aangaande het vee, het gevogelte en elk levend wezen dat krioelt in het water, en elk wezen dat op de grond wemelt,
 \\ [[leviticus11-47 |47 ]] Om scheiding te maken tussen het onreine en het reine, tussen de dieren die gegeten mogen worden, en de dieren die niet gegeten mogen worden.
 ^ [[leviticus10| vorig hoofdstuk]] ^ [[leviticus12|volgend hoofdstuk]] ^