johannes7
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
| johannes7 [2023/10/07 14:15] – pvi | johannes7 [2023/10/07 15:01] (huidige) – pvi | ||
|---|---|---|---|
| Regel 68: | Regel 68: | ||
| [[johannes7-17 |17 ]] Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek. | [[johannes7-17 |17 ]] Indien iemand diens wil doen wil, zal hij van deze leer weten, of zij van God komt, dan of Ik uit Mijzelf spreek. | ||
| - | \\ [[johannes7-18 |18 ]] Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar wie de eer zoekt van zijn zender, die is waar en er is geen onrecht in hem. | + | |
| - | \\ [[johannes7-19 |19 ]] Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Waartoe tracht gij Mij te doden? | + | Wie de wil van de Vader leeft weet dat Yeshua de waarheid spreekt |
| + | |||
| + | [[johannes7-18 |18 ]] Wie uit zichzelf spreekt, zoekt zijn eigen eer, maar wie de eer zoekt van zijn zender, die is waar en er is geen onrecht in hem. | ||
| + | |||
| + | zie Mij niet als een jonge wijze van buiten maar als de Profeet van de God van Israël. | ||
| + | Een profeet heeft geen scholing nodig, hij wordt door God onderwezen en spreekt Zijn woorden. | ||
| + | |||
| + | Uitspraak van Hillel: "Als ik niet voor mezelf ben, wie zal er dan voor mij zijn? | ||
| + | En als ik voor mezelf ben, wat ben ik dan? | ||
| + | En zo niet nu, wanneer?"; | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-19 |19 ]] Heeft Mozes u niet de wet gegeven? En niemand van u doet de wet. Waartoe tracht gij Mij te doden? | ||
| Dat is het verschil tussen de letter van de Torah en de Geest van de Torah. | Dat is het verschil tussen de letter van de Torah en de Geest van de Torah. | ||
| + | Uitspraak Hillel: "Dat wat jij haat, doe je medemens niet aan. Dat is de hele Thora; de rest is de uitleg; ga en leer." | ||
| + | | ||
| + | Mozes zei in Deut 18:15 Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; | ||
| + | naar hem zult gij luisteren. | ||
| [[johannes7-20 |20 ]] De schare antwoordde: Gij zijt bezeten; wie tracht U te doden? | [[johannes7-20 |20 ]] De schare antwoordde: Gij zijt bezeten; wie tracht U te doden? | ||
| Regel 80: | Regel 95: | ||
| \\ [[johannes7-22 |22 ]] Daarom: Mozes heeft u de besnijdenis gegeven (niet, dat zij van Mozes komt, maar van de vaderen) en gij besnijdt een mens op sabbat. | \\ [[johannes7-22 |22 ]] Daarom: Mozes heeft u de besnijdenis gegeven (niet, dat zij van Mozes komt, maar van de vaderen) en gij besnijdt een mens op sabbat. | ||
| \\ [[johannes7-23 |23 ]] Als een mens op sabbat de besnijdenis ontvangt, opdat de wet van Mozes niet verbroken worde, zijt gij dan op Mij vertoornd, omdat Ik op sabbat een gehele mens gezond gemaakt heb? | \\ [[johannes7-23 |23 ]] Als een mens op sabbat de besnijdenis ontvangt, opdat de wet van Mozes niet verbroken worde, zijt gij dan op Mij vertoornd, omdat Ik op sabbat een gehele mens gezond gemaakt heb? | ||
| - | \\ [[johannes7-24 |24 ]] Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig oordeel. | ||
| - | \\ [[johannes7-25 |25 ]] Sommigen dan uit de Jeruzalemmers zeiden: Is deze het niet, die zij trachten te doden? | ||
| - | \\ [[johannes7-26 |26 ]] En zie, Hij spreekt vrijuit en zij zeggen Hem niets. Zouden waarlijk onze oversten hebben ingezien, dat deze de Christus is? | ||
| - | \\ [[johannes7-27 |27 ]] Van deze echter weten wij, vanwaar Hij is, doch wanneer de Christus komt, weet niemand, vanwaar Hij is. | ||
| + | referentie naar Johannes 5:2-17 de genezing van zieke op een 'feest der joden' bij het bad van Bethesda. | ||
| + | Bethesda, waarschijnlijk een bad gewijd aan de afgod Asclepius, de griekse god van pharmacie en genezing | ||
| + | Yeshua geneest in de naam van de God van Israël | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-24 |24 ]] Oordeelt niet naar het aanzien, maar oordeelt met een rechtvaardig oordeel. | ||
| + | |||
| + | zie uitspraak Hillel: "Dat wat jij haat, doe je medemens niet aan. Dat is de hele Thora; de rest is de uitleg; ga en leer." | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-25 |25 ]] Sommigen dan uit de Jeruzalemmers zeiden: Is deze het niet, die zij trachten te doden? | ||
| + | |||
| + | Hier spreekt het volk, niet het systeem, de Iehoudai | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-26 |26 ]] En zie, Hij spreekt vrijuit en zij zeggen Hem niets. Zouden waarlijk onze oversten hebben ingezien, dat deze de Christus is? | ||
| + | |||
| + | ze zagen aanwijzing dat Yeshua de Gezalfde is | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-27 |27 ]] Van deze echter weten wij, vanwaar Hij is, doch wanneer de Christus komt, weet niemand, vanwaar Hij is. | ||
| + | |||
| + | Wellicht zeiden ze dit omdat Yeshua uit Natzaret kwam, dachten ze | ||
| + | | ||
| Micha 5:2 En gij, Beit-lechem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, | Micha 5:2 En gij, Beit-lechem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Juda, | ||
| uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, | uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds, | ||
| van de dagen der eeuwigheid. | van de dagen der eeuwigheid. | ||
| + | | ||
| + | Bij zijn (weder)komst zal Hij uit de hemel neerdalen | ||
| [[johannes7-28 |28 ]] Jezus dan riep, terwijl Hij in de tempel leerde, en sprak: Mij kent gij en gij weet, vanwaar Ik ben; en Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar er is een Waarachtige, | [[johannes7-28 |28 ]] Jezus dan riep, terwijl Hij in de tempel leerde, en sprak: Mij kent gij en gij weet, vanwaar Ik ben; en Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar er is een Waarachtige, | ||
| Regel 99: | Regel 132: | ||
| [[johannes7-31 |31 ]] En uit de schare kwamen velen tot geloof in Hem en zij zeiden: Zal de Christus, wanneer Hij komt, soms meer tekenen doen dan deze gedaan heeft? | [[johannes7-31 |31 ]] En uit de schare kwamen velen tot geloof in Hem en zij zeiden: Zal de Christus, wanneer Hij komt, soms meer tekenen doen dan deze gedaan heeft? | ||
| - | \\ [[johannes7-32 |32 ]] De Farizeeën hoorden de schare dit over Hem mompelen en de overpriesters en de Farizeeën zonden dienaars om Hem te grijpen. | + | |
| - | \\ [[johannes7-33 |33 ]] Jezus dan zeide: Nog korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft. | + | Johannes 14:12 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, |
| + | en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader; | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-32 |32 ]] De Farizeeën hoorden de schare dit over Hem mompelen en de overpriesters en de Farizeeën zonden dienaars om Hem te grijpen. | ||
| + | |||
| + | Zij zagen hun invloed en macht afnemen, nu het volk openlijker over Yeshua gingen praten | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-33 |33 ]] Jezus dan zeide: Nog korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft. | ||
| \\ [[johannes7-34 |34 ]] Gij zult Mij zoeken en niet vinden en waar Ik ben, kunt gij niet komen. | \\ [[johannes7-34 |34 ]] Gij zult Mij zoeken en niet vinden en waar Ik ben, kunt gij niet komen. | ||
| \\ [[johannes7-35 |35 ]] De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal deze heengaan, dat wij Hem niet zullen kunnen vinden? Hij is toch niet van plan naar de Griekse verstrooiing te gaan en de Grieken te leren? | \\ [[johannes7-35 |35 ]] De Joden dan zeiden tot elkander: Waar zal deze heengaan, dat wij Hem niet zullen kunnen vinden? Hij is toch niet van plan naar de Griekse verstrooiing te gaan en de Grieken te leren? | ||
| Regel 116: | Regel 156: | ||
| Hooglied 4:15 Fontein der hoven, bron van levend water, beken van de Libanon! | Hooglied 4:15 Fontein der hoven, bron van levend water, beken van de Libanon! | ||
| Jesaja 12:3 Dan zult gij met vreugde water scheppen uit de bronnen des heils. | Jesaja 12:3 Dan zult gij met vreugde water scheppen uit de bronnen des heils. | ||
| + | | ||
| + | Ezechiel 47:1 Toen bracht hij mij terug naar de ingang van het huis; zie, er stroomde water onder de drempel van het huis uit, oostwaarts, | ||
| + | want de voorzijde van het huis was op het oosten; het water vloeide onder de rechter zijkant van het huis vandaan, ten zuiden van het altaar. | ||
| + | | ||
| + | tijdens het loofhutten was het de gewoonte van de Farizeeën om een water offer te brengen. Kruiken met water uit de poel van Siloam | ||
| + | werden naar boven, het tempelplein, | ||
| + | | ||
| + | Zacharia 14:16 Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken | ||
| + | om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, | ||
| + | niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de Here der heerscharen, | ||
| + | 18 En indien het geslacht der Egyptenaren niet zal heentrekken en komen, op wie geen [regen] valt, dan zal toch komen de plaag waarmee | ||
| + | de Here de volken zal treffen, die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. 19 Dit zal de straf zijn van de Egyptenaren | ||
| + | en van alle volken die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. 20 Te dien dage zal op de bellen van de paarden staan: | ||
| + | Den Here heilig; en de potten in het huis des Heren zullen zijn als de sprengbekkens voor het altaar; 21 Ja, alle potten in Jeruzalem | ||
| + | en in Juda zullen de Here der heerscharen heilig zijn, zodat alle offeraars kunnen komen en die gebruiken om daarin te koken. | ||
| + | En er zal te dien dage geen Kanaaniet meer zijn in het huis van de Here der heerscharen. | ||
| [[johannes7-39 |39 ]] Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. | [[johannes7-39 |39 ]] Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. | ||
| Regel 122: | Regel 178: | ||
| De Profeet: | De Profeet: | ||
| Deuteronomium 18:15 Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; | Deuteronomium 18:15 Een profeet uit uw midden, uit uw broederen, zoals ik ben, zal de Here, uw God, u verwekken; | ||
| - | naar hem zult gij luisteren. | + | naar hem zult gij luisteren. 16 Juist zoals gij van de Here, uw God, gevraagd hebt op Horeb, op de dag der samenkomst, toen gij zeidet: |
| - | | + | |
| Ik wil niet langer de stem van de Here, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve. | Ik wil niet langer de stem van de Here, mijn God, horen en dit grote vuur niet langer zien, opdat ik niet sterve. | ||
| - | 17 Toen zeide de Here tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben; | + | 17 Toen zeide de Here tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben; |
| - | | + | |
| - | | + | |
| 19 De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen. | 19 De man, die niet luistert naar de woorden welke hij in mijn naam spreken zal, van die zal Ik rekenschap vragen. | ||
| [[johannes7-41 |41 ]] Anderen zeiden: Deze is de Christus; weer anderen zeiden: De Christus komt toch niet uit Galilea? | [[johannes7-41 |41 ]] Anderen zeiden: Deze is de Christus; weer anderen zeiden: De Christus komt toch niet uit Galilea? | ||
| \\ [[johannes7-42 |42 ]] Zegt de Schrift niet, dat de Christus komt uit het geslacht van David en van het dorp Betlehem, waar David was? | \\ [[johannes7-42 |42 ]] Zegt de Schrift niet, dat de Christus komt uit het geslacht van David en van het dorp Betlehem, waar David was? | ||
| - | \\ [[johannes7-43 |43 ]] Er ontstond dan verdeeldheid bij de schare om Hem; | + | |
| + | nu weten ze wel waar de Gezalfde vandaan komt! | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-43 |43 ]] Er ontstond dan verdeeldheid bij de schare om Hem; | ||
| \\ [[johannes7-44 |44 ]] En sommigen van hen wilden Hem grijpen, maar niemand sloeg de handen aan Hem. | \\ [[johannes7-44 |44 ]] En sommigen van hen wilden Hem grijpen, maar niemand sloeg de handen aan Hem. | ||
| \\ [[johannes7-45 |45 ]] De dienaars dan gingen naar de overpriesters en Farizeeën en die zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet medegebracht? | \\ [[johannes7-45 |45 ]] De dienaars dan gingen naar de overpriesters en Farizeeën en die zeiden tot hen: Waarom hebt gij Hem niet medegebracht? | ||
| Regel 148: | Regel 205: | ||
| [[johannes7-50 |50 ]] Nikodemus, die vroeger tot Hem was gekomen, een van hen, zeide tot hen: | [[johannes7-50 |50 ]] Nikodemus, die vroeger tot Hem was gekomen, een van hen, zeide tot hen: | ||
| \\ [[johannes7-51 |51 ]] Veroordeelt onze wet dan een mens, tenzij men zich eerst van hem op de hoogte gesteld heeft en kennis genomen van wat hij doet? | \\ [[johannes7-51 |51 ]] Veroordeelt onze wet dan een mens, tenzij men zich eerst van hem op de hoogte gesteld heeft en kennis genomen van wat hij doet? | ||
| - | \\ [[johannes7-52 |52 ]] Zij antwoordden en zeiden tot hem: Zijt gij soms ook uit Galilea? Ga maar na en zie, dat uit Galilea geen profeet opstaat. | + | |
| + | Nakdimon was dus niet bang zoals gesuggereerd wordt n.a.v. Johannes 3, in het donker (nieuwe maan) | ||
| + | |||
| + | [[johannes7-52 |52 ]] Zij antwoordden en zeiden tot hem: Zijt gij soms ook uit Galilea? Ga maar na en zie, dat uit Galilea geen profeet opstaat. | ||
| Jesjoea geboren Beit-Lechem, | Jesjoea geboren Beit-Lechem, | ||
johannes7.1696680929.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2023/10/07 14:15 door pvi
