jas_hoofdstuk_43
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| jas_hoofdstuk_43 [2022/12/18 16:19] – aangemaakt pvi | jas_hoofdstuk_43 [2022/12/18 17:28] (huidige) – pvi | ||
|---|---|---|---|
| Regel 5: | Regel 5: | ||
| \\ 2. Ruben keerde terug naar de put waarin Jozef was geworpen, om hem eruit te halen en hem aan | \\ 2. Ruben keerde terug naar de put waarin Jozef was geworpen, om hem eruit te halen en hem aan | ||
| zijn vader terug te geven, en Ruben stond bij de put, en hij hoorde geen woord, en hij riep: Jozef, | zijn vader terug te geven, en Ruben stond bij de put, en hij hoorde geen woord, en hij riep: Jozef, | ||
| - | Jozefl | + | Jozef, |
| \\ 3. Ruben zei: Jozef is gestorven van schrik of een slang veroorzaakte zijn dood; en Ruben daalde af | \\ 3. Ruben zei: Jozef is gestorven van schrik of een slang veroorzaakte zijn dood; en Ruben daalde af | ||
| in de put. Hij zocht Jozef maar kon hem daarin niet vinden en klom er weer uit. | in de put. Hij zocht Jozef maar kon hem daarin niet vinden en klom er weer uit. | ||
| Regel 12: | Regel 12: | ||
| vanwege Jozef, en bezig om zich met elkaar te beraden hoe zij hun vader over hem tevreden | vanwege Jozef, en bezig om zich met elkaar te beraden hoe zij hun vader over hem tevreden | ||
| zouden stellen, en Ruben zei tot zijn broers: Ik kwam bij de put, en zie, Jozef was er niet, wat | zouden stellen, en Ruben zei tot zijn broers: Ik kwam bij de put, en zie, Jozef was er niet, wat | ||
| - | zullen wij dan tot on7R vader zeggen want mijn vader zal de jongen slechts bij mij opvragen. | + | zullen wij dan tot onze vader zeggen want mijn vader zal de jongen slechts bij mij opvragen. |
| \\ 5. Zijn broers antwoordden hem zeggende: Aldus deden wij, en onze harten kwelden ons daarna | \\ 5. Zijn broers antwoordden hem zeggende: Aldus deden wij, en onze harten kwelden ons daarna | ||
| vanwege deze daad, en wij zijn nu hier om een voorwendsel te zoeken waarmee wij onze vader | vanwege deze daad, en wij zijn nu hier om een voorwendsel te zoeken waarmee wij onze vader | ||
| Regel 46: | Regel 46: | ||
| werd zo stil als een steen, en daarna stond hij op en schreeuwde het uit met een luide en wenende | werd zo stil als een steen, en daarna stond hij op en schreeuwde het uit met een luide en wenende | ||
| stem en hij zei: Het is de mantel van mijn zoon Jozef. | stem en hij zei: Het is de mantel van mijn zoon Jozef. | ||
| - | \\ 17. Jakob haastte | + | \\ 17. Jakob haastte |
| langs de weg zag aankomen met de kudde. | langs de weg zag aankomen met de kudde. | ||
| \\ 18. De zonen van Jakob kwamen bij hun vader aan in de avond, en zie hun klederen waren | \\ 18. De zonen van Jakob kwamen bij hun vader aan in de avond, en zie hun klederen waren | ||
| Regel 55: | Regel 55: | ||
| nadat wij de kudde hadden bijeengegaard, | nadat wij de kudde hadden bijeengegaard, | ||
| woestijn, en wij vonden deze mantel vol met bloed op de grond, en wij herkenden die en zonden | woestijn, en wij vonden deze mantel vol met bloed op de grond, en wij herkenden die en zonden | ||
| - | die naar u ofu die herkende. | + | die naar u of u die herkende. |
| \\ 20. Jakob hoorde de woorden van zijn zonen en hij riep uit met een luide stem: Het is de mantel | \\ 20. Jakob hoorde de woorden van zijn zonen en hij riep uit met een luide stem: Het is de mantel | ||
| van mijn zoon die door een boos dier is verscheurd en opgegeten; want ik stuurde hem vandaag | van mijn zoon die door een boos dier is verscheurd en opgegeten; want ik stuurde hem vandaag | ||
| Regel 74: | Regel 74: | ||
| van uw plaats, en kom en zie naar mijn smart voor u, oh mijn zoon Jozef. | van uw plaats, en kom en zie naar mijn smart voor u, oh mijn zoon Jozef. | ||
| \\ 26. Kom nu en tel de tranen uit mijn ogen langs mijn wangen, en breng ze voor de Heer, opdat | \\ 26. Kom nu en tel de tranen uit mijn ogen langs mijn wangen, en breng ze voor de Heer, opdat | ||
| - | Zijn toom van mij moge afkeren. | + | Zijn toorn van mij moge afkeren. |
| \\ 27. Oh Jozef mijn zoon, hoe zijt u gevallen, door de hand van één door wie niemand is gevallen | \\ 27. Oh Jozef mijn zoon, hoe zijt u gevallen, door de hand van één door wie niemand is gevallen | ||
| vanaf het begin der wereld tot op deze dag; want u zijt ter dood gebracht door de slag van een | vanaf het begin der wereld tot op deze dag; want u zijt ter dood gebracht door de slag van een | ||
| Regel 101: | Regel 101: | ||
| woonde, en nam zijn mannen met hem mee om zijn zoon Jakob te troosten, maar hij weigerde om | woonde, en nam zijn mannen met hem mee om zijn zoon Jakob te troosten, maar hij weigerde om | ||
| te worden getroost. | te worden getroost. | ||
| - | \\ 36. Hiema stond Jakob op van de grond, en zijn tranen liepen langs zijn wangen, en hij zei tot zijn | + | \\ 36. Hierna |
| zonen: Sta op en neem uw zwaard en uw boog, en ga uit in het veld, en kijk of u het lichaam van | zonen: Sta op en neem uw zwaard en uw boog, en ga uit in het veld, en kijk of u het lichaam van | ||
| mijn zoon kunt vinden, en breng het tot mij opdat ik het kan begraven. | mijn zoon kunt vinden, en breng het tot mij opdat ik het kan begraven. | ||
| Regel 108: | Regel 108: | ||
| voor u gereed houden wat mijn zoon verscheurde, | voor u gereed houden wat mijn zoon verscheurde, | ||
| zoon wreken. | zoon wreken. | ||
| - | \\ 38. Zijn zonen deden zoals hun vader hen gebood, en zij stonden | + | \\ 38. Zijn zonen deden zoals hun vader hen gebood, en zij stonden |
| zijn zwaard en zijn boog in zijn hand, en zij gingen uit in het veld om te jagen op de beesten. | zijn zwaard en zijn boog in zijn hand, en zij gingen uit in het veld om te jagen op de beesten. | ||
| \\ 39. Jakob schreeuwde en weende nog steeds en liep heen en weer in het huis, en hij sloeg zijn | \\ 39. Jakob schreeuwde en weende nog steeds en liep heen en weer in het huis, en hij sloeg zijn | ||
jas_hoofdstuk_43.1671376795.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2022/12/18 16:19 door pvi
