Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

--- handelingen8-39 [2024/01/27 18:03] – aangemaakt pvi
+++ handelingen8-39 [2024/01/27 18:07] (huidige) – pvi
@@ Regel 2: / Regel 2: @@
 |En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap.|
-De rijksambtenaar uit Ethiopië, de kamerling van Morenland genoemd omdat hij **geen eigen naam** heeft. In het Hebreeuws staat er **eunuch, castraat**. Dit verhaal gaat over een, om wille van de godsdienst, om wille van de politiek, onvruchtbaar gemaakte man. Opdat hij de koningin niet zou lastig vallen, en zo al zijn energie zou gebruiken voor zijn taken aan het hof. Een **ont-mande**.
+De rijksambtenaar uit Ethiopië, de kamerling van Morenland genoemd, hij heeft **geen eigen naam** in Handelingen. In het Hebreeuws staat er **eunuch, castraat**. Dit verhaal gaat over een, om wille van de godsdienst, om wille van de politiek, onvruchtbaar gemaakte man. Een **ont-mande**.
-[[jesaja56|Jesaja 56:]]3 Laat dan de vreemdeling die zich bij de Here aansloot, niet zeggen: De Here zal mij zeker afzonderen van zijn volk; en laat de ontmande niet zeggen: Zie, ik ben een dorre boom. 4 Want zo zegt de Here van de ontmanden, die mijn sabbatten onderhouden en verkiezen wat Mij behaagt en vasthouden aan mijn verbond: 5 Ik geef hun in mijn huis en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam, beter dan zonen en dochters; **Ik geef hun een eeuwige naam**, die niet uitgeroeid zal worden.
+Zijn blijdschap zal groot geweest zijn toen hij de rol van Jesaja verder las:
+[[jesaja56|Jesaja 56:]]3 Laat dan de vreemdeling die zich bij de Here aansloot, niet zeggen: De Here zal mij zeker afzonderen van zijn volk; en laat de **ontmande** niet zeggen: Zie, ik ben een dorre boom. 4 Want zo zegt de Here van de ontmanden, die mijn sabbatten onderhouden en verkiezen wat Mij behaagt en vasthouden aan mijn verbond: 5 Ik geef hun in mijn huis en binnen mijn muren een gedenkteken en een naam, beter dan zonen en dochters; **Ik geef hun een eeuwige naam**, die niet uitgeroeid zal worden.