genesis8
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie | ||
| genesis8 [2023/01/08 18:50] – pvi | genesis8 [2024/01/22 20:33] (huidige) – pvi | ||
|---|---|---|---|
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| ^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[genesis|Terug naar Boek index]] ^ | ^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[genesis|Terug naar Boek index]] ^ | ||
| ===== Genesis 8 ===== | ===== Genesis 8 ===== | ||
| - | [[https:// | ||
| [[genesis8-1 |1 ]] Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden. | [[genesis8-1 |1 ]] Toen gedacht God Noach en al het wild gedierte en al het vee, dat met hem in de ark was, en God deed een wind over de aarde strijken, zodat de wateren daalden. | ||
| Regel 17: | Regel 16: | ||
| \\ [[genesis8-13 |13 ]] In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste [maand], op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op. | \\ [[genesis8-13 |13 ]] In het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste [maand], op de eerste der maand, waren de wateren opgedroogd van de aarde; daarop verwijderde Noach het luik van de ark, en hij zag uit, en zie, de aardbodem droogde op. | ||
| \\ [[genesis8-14 |14 ]] In de tweede maand, op de zevenentwintigste dag der maand, was de aarde droog. | \\ [[genesis8-14 |14 ]] In de tweede maand, op de zevenentwintigste dag der maand, was de aarde droog. | ||
| - | + | \\ [[genesis8-15 |15 ]] En God sprak tot Noach: | |
| - | 1 jaar en 10 dagen later | + | |
| - | + | ||
| - | [[genesis8-15 |15 ]] En God sprak tot Noach: | + | |
| \\ [[genesis8-16 |16 ]] Ga uit de ark, gij en uw vrouw en uw zonen en de vrouwen uwer zonen met u; | \\ [[genesis8-16 |16 ]] Ga uit de ark, gij en uw vrouw en uw zonen en de vrouwen uwer zonen met u; | ||
| \\ [[genesis8-17 |17 ]] Doe al het gedierte dat met u is, van al wat leeft: het gevogelte, het vee en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, met u uitgaan, opdat zij wemelen op de aarde, en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. | \\ [[genesis8-17 |17 ]] Doe al het gedierte dat met u is, van al wat leeft: het gevogelte, het vee en al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, met u uitgaan, opdat zij wemelen op de aarde, en vruchtbaar zijn en talrijk worden op de aarde. | ||
| Regel 26: | Regel 22: | ||
| \\ [[genesis8-19 |19 ]] Al het wild gedierte, al het kruipend gedierte en al het gevogelte, alles wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, ging uit de ark. | \\ [[genesis8-19 |19 ]] Al het wild gedierte, al het kruipend gedierte en al het gevogelte, alles wat zich op de aarde roert, naar hun geslachten, ging uit de ark. | ||
| \\ [[genesis8-20 |20 ]] En Noach bouwde een altaar voor de Here, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar. | \\ [[genesis8-20 |20 ]] En Noach bouwde een altaar voor de Here, en hij nam van al het reine vee en van al het reine gevogelte en bracht brandoffers op het altaar. | ||
| - | + | \\ [[genesis8-21 |21 ]] Toen de Here de liefelijke reuk rook, zeide de Here bij Zichzelf: Ik zal de aardbodem niet weer vervloeken om de mens, omdat het voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan, en Ik zal al wat leeft niet weer slaan, zoals Ik gedaan heb. | |
| - | And Noah builded the altar before the Lord; that altar which Adam had builded in the | + | |
| - | time when he was cast forth from the garden of Eden, and had offered an oblation upon it; | + | |
| - | and upon it had Kain and Habel offered their oblations. | + | |
| - | But when the waters of the deluge descended, it was destroyed, and Noah rebuilded it; | + | |
| - | and he took of all clean cattle, and of all clean fowl, and sacrificed four upon that altar. | + | |
| - | And the Lord accepted his oblation with favour: | + | |
| - | + | ||
| - | [[genesis8-21 |21 ]] Toen de Here de liefelijke reuk rook, zeide de Here bij Zichzelf: Ik zal de aardbodem niet weer vervloeken om de mens, omdat het voortbrengsel van des mensen hart boos is van zijn jeugd aan, en Ik zal al wat leeft niet weer slaan, zoals Ik gedaan heb. | + | |
| \\ [[genesis8-22 |22 ]] Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden. | \\ [[genesis8-22 |22 ]] Voortaan zullen, zolang de aarde bestaat, zaaiing en oogst, koude en hitte, zomer en winter, dag en nacht, niet ophouden. | ||
| ^ [[genesis7| vorig hoofdstuk]] ^ [[genesis9|volgend hoofdstuk]] ^ | ^ [[genesis7| vorig hoofdstuk]] ^ [[genesis9|volgend hoofdstuk]] ^ | ||
genesis8.1673200219.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2023/01/08 18:50 door pvi
