genesis38
Verschillen
Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.
| Volgende revisie | Vorige revisie | ||
| genesis38 [2022/05/06 21:59] – Externe bewerking 127.0.0.1 | genesis38 [2022/12/18 18:24] (huidige) – pvi | ||
|---|---|---|---|
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| ^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[genesis|Terug naar Boek index]] ^ | ^ [[nbg|Terug naar Bijbel index]] ^ [[genesis|Terug naar Boek index]] ^ | ||
| ===== Genesis 38 ===== | ===== Genesis 38 ===== | ||
| + | [[jas_hoofdstuk_45|Jasher 45: | ||
| + | [[jub_hoofdstuk_41|Jubileeën 41]] | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-1 |1 ]] In die tijd trok Juda van zijn broeders weg en nam zijn intrek bij een man van Adullam, genaamd Chira. | ||
| - | \\ [[genesis38-1 |1 ]] In die tijd trok Juda van zijn broeders weg en nam zijn intrek bij een man van Adullam, | + | |
| - | \\ [[genesis38-2 |2 ]] En Juda zag daar de dochter van een Kanaanitisch man, genaamd Sua; hij huwde haar en kwam tot haar. | + | |
| - | \\ [[genesis38-3 |3 ]] En zij werd zwanger, baarde een zoon, en noemde hem Er. | + | |
| + | [[genesis38-2 |2 ]] En Juda zag daar de dochter van een Kanaanitisch man, genaamd Sua; hij huwde haar en kwam tot haar. | ||
| + | |||
| + | Shua, een schreeuw om hulp | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-3 |3 ]] En zij werd zwanger, baarde een zoon, en noemde hem Er. | ||
| \\ [[genesis38-4 |4 ]] Daarna werd zij opnieuw zwanger, baarde een zoon en noemde hem Onan. | \\ [[genesis38-4 |4 ]] Daarna werd zij opnieuw zwanger, baarde een zoon en noemde hem Onan. | ||
| \\ [[genesis38-5 |5 ]] Vervolgens baarde zij nogmaals een zoon, en noemde hem Sela. Hij was te Kezib, toen zij hem baarde. | \\ [[genesis38-5 |5 ]] Vervolgens baarde zij nogmaals een zoon, en noemde hem Sela. Hij was te Kezib, toen zij hem baarde. | ||
| - | \\ [[genesis38-6 |6 ]] En Juda nam voor Er, zijn eerstgeborene, | + | |
| - | \\ [[genesis38-7 |7 ]] En Er, de eerstgeborene van Juda, wekte het misnoegen des Heren op, en de Here doodde hem. | + | Er, zich op te winden, wakker worden |
| + | Onan, krachtig | ||
| + | Shelah, om stil of op je gemak te zijn | ||
| + | Khiziv, liegen, een leugenaar zijn | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-6 |6 ]] En Juda nam voor Er, zijn eerstgeborene, | ||
| + | |||
| + | Tamar, palmboom, post, vogelverschrikker | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-7 |7 ]] En Er, de eerstgeborene van Juda, wekte het misnoegen des Heren op, en de Here doodde hem. | ||
| \\ [[genesis38-8 |8 ]] Toen zeide Juda tot Onan: Ga tot uws broeders vrouw, sluit met haar het zwagerhuwelijk en verwek voor uw broeder nakroost. | \\ [[genesis38-8 |8 ]] Toen zeide Juda tot Onan: Ga tot uws broeders vrouw, sluit met haar het zwagerhuwelijk en verwek voor uw broeder nakroost. | ||
| - | \\ [[genesis38-9 |9 ]] Maar Onan wist, dat het nakroost hem niet zou toebehoren, daarom, zo vaak hij tot de vrouw van zijn broeder kwam, verspilde hij het zaad op de grond, om aan zijn broeder geen nakroost te geven. | + | |
| - | \\ [[genesis38-10 |10 ]] En hetgeen hij gedaan had, was kwaad in de ogen des Heren, en Hij doodde ook hem. | + | het principe van zwagerhuwelijk was dus reeds bekend voordat de Torah aan Israël werd gegeven |
| + | |||
| + | [[genesis38-9 |9 ]] Maar Onan wist, dat het nakroost hem niet zou toebehoren, daarom, zo vaak hij tot de vrouw van zijn broeder kwam, verspilde hij het zaad op de grond, om aan zijn broeder geen nakroost te geven. | ||
| + | |||
| + | verspillen, corrupt handelen , bevlekt dier, corrupt, verdorvenheid, | ||
| + | verwoesten, geveld, beschadigen, | ||
| + | verwend, verstikt, afval, | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-10 |10 ]] En hetgeen hij gedaan had, was kwaad in de ogen des Heren, en Hij doodde ook hem. | ||
| \\ [[genesis38-11 |11 ]] Toen zeide Juda tot zijn schoondochter Tamar: Ga als weduwe in het huis van uw vader wonen, totdat mijn zoon Sela groot is, want hij dacht: Dat ook hij niet sterve evenals zijn broeders. En Tamar ging in het huis van haar vader wonen. | \\ [[genesis38-11 |11 ]] Toen zeide Juda tot zijn schoondochter Tamar: Ga als weduwe in het huis van uw vader wonen, totdat mijn zoon Sela groot is, want hij dacht: Dat ook hij niet sterve evenals zijn broeders. En Tamar ging in het huis van haar vader wonen. | ||
| \\ [[genesis38-12 |12 ]] Na verloop van vele dagen stierf de dochter van Sua, de vrouw van Juda. En toen Juda de rouwtijd ten einde gebracht had, ging hij naar de scheerders van zijn schapen, hij en zijn vriend Chira, de Adullamiet, naar Timna. | \\ [[genesis38-12 |12 ]] Na verloop van vele dagen stierf de dochter van Sua, de vrouw van Juda. En toen Juda de rouwtijd ten einde gebracht had, ging hij naar de scheerders van zijn schapen, hij en zijn vriend Chira, de Adullamiet, naar Timna. | ||
| - | \\ [[genesis38-13 |13 ]] Toen aan Tamar bericht werd: Zie, uw schoonvader is naar Timna gegaan om zijn schapen te scheren, | + | |
| + | Timna, grondgebied | ||
| + | Timna een stad van de Filistijnen. Simson zag daar Delila | ||
| + | Timna was een bijvrouw van Elifaz, de zoon van Esau | ||
| + | De zonen van Elifaz: Teman en Omar, Sefi en Gatam, Kenaz, Timna en Amalek; | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-13 |13 ]] Toen aan Tamar bericht werd: Zie, uw schoonvader is naar Timna gegaan om zijn schapen te scheren, | ||
| \\ [[genesis38-14 |14 ]] Trok zij haar weduwkleed uit, bedekte zich met een sluier, vermomde zich en ging zitten aan de ingang van Enaim, dat aan de weg naar Timna ligt, omdat zij gezien had, dat Sela groot geworden was, en zij hem niet tot vrouw was gegeven. | \\ [[genesis38-14 |14 ]] Trok zij haar weduwkleed uit, bedekte zich met een sluier, vermomde zich en ging zitten aan de ingang van Enaim, dat aan de weg naar Timna ligt, omdat zij gezien had, dat Sela groot geworden was, en zij hem niet tot vrouw was gegeven. | ||
| \\ [[genesis38-15 |15 ]] Toen Juda haar zag, hield hij haar voor een hoer, omdat zij haar aangezicht bedekt had. | \\ [[genesis38-15 |15 ]] Toen Juda haar zag, hield hij haar voor een hoer, omdat zij haar aangezicht bedekt had. | ||
| - | \\ [[genesis38-16 |16 ]] En hij wendde zich tot haar aan de weg en zeide: Welaan, laat mij toch tot u komen, want hij wist niet, dat zij zijn schoondochter was. Daarop zeide zij: Wat zult gij mij geven, wanneer gij tot mij komt? | + | |
| + | hoer, overspel plegen, prostituee, ontrouw | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-16 |16 ]] En hij wendde zich tot haar aan de weg en zeide: Welaan, laat mij toch tot u komen, want hij wist niet, dat zij zijn schoondochter was. Daarop zeide zij: Wat zult gij mij geven, wanneer gij tot mij komt? | ||
| \\ [[genesis38-17 |17 ]] En hij zeide: Ik zal u een geitebokje van de kudde zenden. Zij dan zeide: Als gij mij dan maar een pand geeft, totdat gij het gezonden hebt. | \\ [[genesis38-17 |17 ]] En hij zeide: Ik zal u een geitebokje van de kudde zenden. Zij dan zeide: Als gij mij dan maar een pand geeft, totdat gij het gezonden hebt. | ||
| - | \\ [[genesis38-18 |18 ]] Hij zeide: Wat voor pand moet ik u geven? Zij zeide: Uw zegelring, uw snoeren en de staf, die in uw hand is. Toen gaf hij het haar, en hij kwam tot haar en zij werd zwanger van hem. | + | |
| - | \\ [[genesis38-19 |19 ]] Daarna stond zij op, en ging heen, legde haar sluier af en trok haar weduwkleed aan. | + | pand |
| + | |||
| + | [[genesis38-18 |18 ]] Hij zeide: Wat voor pand moet ik u geven? Zij zeide: Uw zegelring, uw snoeren en de staf, die in uw hand is. Toen gaf hij het haar, en hij kwam tot haar en zij werd zwanger van hem. | ||
| + | |||
| + | geit, offerdier | ||
| + | zegelring, chotam, een zegel, zegelring | ||
| + | snoeren, pathil, koord, draad | ||
| + | staf, matteh, staf, schacht, tak, een stam (tribe) | ||
| + | |||
| + | Ze heeft ingestemd met de prijs van een jonge geit, maar alleen als Judah haar iets | ||
| + | van waarde als onderpand geeft totdat hij de betaling kan sturen. | ||
| + | Haar keuze zijn items die Judah zeker terug wil krijgen: | ||
| + | iets unieks van hem en duidelijk onvervangbaar. | ||
| + | Een zegel, of ' | ||
| + | Juda droeg zo'n voorwerp waarschijnlijk aan een ketting of een ander koord. | ||
| + | Mannen zouden in deze periode ook een staf bezitten en dragen, | ||
| + | waarschijnlijk op een unieke manier uitgehouwen. | ||
| + | |||
| + | Identiteit en autoriteit | ||
| + | |||
| + | Het oorspronkelijke plan van Tamar was misschien gewoon om Juda te chanteren: | ||
| + | om hem te beschamen om voor haar te zorgen. | ||
| + | Wanneer hij wordt gedwongen zijn identiteitsbewijs achter te laten, | ||
| + | is dat een kans om te bewijzen wat er is gebeurd. | ||
| + | Dat ze door deze ontmoeting zwanger raakt, is - vanuit haar standpunt - | ||
| + | de best mogelijke uitkomst. Ze heeft nu de kinderen die haar waren beloofd, | ||
| + | evenals invloed om haar toekomst veilig te stellen. | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-19 |19 ]] Daarna stond zij op, en ging heen, legde haar sluier af en trok haar weduwkleed aan. | ||
| \\ [[genesis38-20 |20 ]] Juda nu zond het geitebokje door bemiddeling van zijn vriend, de Adullamiet, om het pand uit de hand der vrouw in ontvangst te nemen, maar deze trof haar niet aan. | \\ [[genesis38-20 |20 ]] Juda nu zond het geitebokje door bemiddeling van zijn vriend, de Adullamiet, om het pand uit de hand der vrouw in ontvangst te nemen, maar deze trof haar niet aan. | ||
| \\ [[genesis38-21 |21 ]] En hij vroeg de mannen van haar woonplaats: Waar is die deerne, die te Enaim aan de weg zat? En zij zeiden: Er is hier geen deerne geweest. | \\ [[genesis38-21 |21 ]] En hij vroeg de mannen van haar woonplaats: Waar is die deerne, die te Enaim aan de weg zat? En zij zeiden: Er is hier geen deerne geweest. | ||
| - | \\ [[genesis38-22 |22 ]] Hij dan kwam tot Juda terug en zeide: Ik heb haar niet gevonden; en ook de mannen van die plaats zeiden: Er is hier geen deerne geweest. | + | |
| + | deerne, vrouwelijke toegewijde (d.w.z. prostituee), | ||
| + | Enaim, dubbele fontein, twee bronnen (ogen) => tweeling? | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-22 |22 ]] Hij dan kwam tot Juda terug en zeide: Ik heb haar niet gevonden; en ook de mannen van die plaats zeiden: Er is hier geen deerne geweest. | ||
| \\ [[genesis38-23 |23 ]] Toen zeide Juda: Laat zij het behouden, opdat wij niet tot spot worden; zie ik heb het bokje gezonden, maar gij hebt haar niet kunnen vinden. | \\ [[genesis38-23 |23 ]] Toen zeide Juda: Laat zij het behouden, opdat wij niet tot spot worden; zie ik heb het bokje gezonden, maar gij hebt haar niet kunnen vinden. | ||
| \\ [[genesis38-24 |24 ]] Na verloop van ongeveer drie maanden werd Juda bericht: Uw schoondochter Tamar heeft hoererij bedreven, en zie, zij is ook zwanger door hoererij. Toen zeide Juda: Brengt haar naar buiten, opdat zij verbrand worde. | \\ [[genesis38-24 |24 ]] Na verloop van ongeveer drie maanden werd Juda bericht: Uw schoondochter Tamar heeft hoererij bedreven, en zie, zij is ook zwanger door hoererij. Toen zeide Juda: Brengt haar naar buiten, opdat zij verbrand worde. | ||
| - | \\ [[genesis38-25 |25 ]] Terwijl zij naar buiten gebracht werd, zond zij haar schoonvader deze boodschap: Bij de man, van wie deze dingen zijn, ben ik zwanger. Ook zeide zij: Zie eens goed, van wie deze zegelring en snoeren en staf zijn. | + | |
| - | \\ [[genesis38-26 |26 ]] Toen herkende Juda ze en hij zeide: Zij staat tegenover mij in haar recht, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela heb gegeven. En hij heeft geen gemeenschap meer met haar gehad. | + | verbrand, saraph, branden, |
| + | De profeet Jesaja vertelt ons dat de serafijnen zesvleugelige " | ||
| + | die God omringen terwijl Hij op Zijn verheven troon zit en die God aanbidden | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-25 |25 ]] Terwijl zij naar buiten gebracht werd, zond zij haar schoonvader deze boodschap: Bij de man, van wie deze dingen zijn, ben ik zwanger. Ook zeide zij: Zie eens goed, van wie deze zegelring en snoeren en staf zijn. | ||
| + | |||
| + | zie toch, hak·ker- Na => Yehuda en Yoseph 37:22 hak·ker- Na | ||
| + | |||
| + | [[genesis38-26 |26 ]] Toen herkende Juda ze en hij zeide: Zij staat tegenover mij in haar recht, omdat ik haar niet aan mijn zoon Sela heb gegeven. En hij heeft geen gemeenschap meer met haar gehad. | ||
| \\ [[genesis38-27 |27 ]] Toen het nu de tijd was, dat zij baren zou, was er een tweeling in haar schoot. | \\ [[genesis38-27 |27 ]] Toen het nu de tijd was, dat zij baren zou, was er een tweeling in haar schoot. | ||
| \\ [[genesis38-28 |28 ]] En toen zij baarde, stak er een zijn hand uit, en de vroedvrouw nam die, bond om zijn hand een scharlaken draad en zeide: Deze is het eerst gekomen. | \\ [[genesis38-28 |28 ]] En toen zij baarde, stak er een zijn hand uit, en de vroedvrouw nam die, bond om zijn hand een scharlaken draad en zeide: Deze is het eerst gekomen. | ||
| + | |||
| + | Ya' | ||
| + | |||
| \\ [[genesis38-29 |29 ]] En toen hij zijn hand weer introk, daar kwam zijn broeder, en zij zeide: Hoe krachtig zijt gij doorgebroken, | \\ [[genesis38-29 |29 ]] En toen hij zijn hand weer introk, daar kwam zijn broeder, en zij zeide: Hoe krachtig zijt gij doorgebroken, | ||
| + | |||
| + | Peretz, doorbreken | ||
| + | |||
| \\ [[genesis38-30 |30 ]] En daarna kwam zijn broeder aan wiens hand de scharlaken draad was, en men noemde hem Zerach. | \\ [[genesis38-30 |30 ]] En daarna kwam zijn broeder aan wiens hand de scharlaken draad was, en men noemde hem Zerach. | ||
| + | |||
| + | Zerach, opstaan, tevoorschijn komen, (stralen) | ||
| + | |||
| + | De geit en het scharlaken koord doen aan Yom Kippoer denken | ||
| + | |||
| ^ [[genesis37| vorig hoofdstuk]] ^ [[genesis39|volgend hoofdstuk]] ^ | ^ [[genesis37| vorig hoofdstuk]] ^ [[genesis39|volgend hoofdstuk]] ^ | ||
genesis38.1651867142.txt.gz · Laatst gewijzigd: 2022/05/06 21:59 door 127.0.0.1
